VERBETERING VAN DE VEEBOERDERIJ.

/ 30. a ƒ 40. kan bedingen, en men moet bij aankoop voor een uitmuntende jarigen stier ƒ 175.— betalen, dan is zulks schijnbaar een heele opoffering, f 135.— verschil op een jarigen stier. Wij zullen nog eens moeten cijferen, doch hier gaat de becijfering hoogst moeilijk, wij zullen ons bepalen bij de waarde der kalveren. Stier N°. 1, eerste jaar 20 kalveren waarde ƒ 10.— = ƒ 200 • N°. 2, » » 20 » » » 3.50=» 70 / 130 » N°. 1, tweede » 40 » • » 10.— = » 400 » N°. 2; » 40 ■' » 3.50=» 140 ƒ 260 » N°. 1, Be,8e, 4', 5' en 6e jaar 50 » » 200 X » 10.—=» 2000 » N». 2, » » 60 » » 200 X » 3.50 = » 700 / 1300 derhalve enkel in waarde een verschil = f 1690 in 6 jaar. Eekent men hierbij de voordeelen, die door het aanfokken in die jaren getrokken kunnen worden , dan komt men tot een veel hooger cijfer. Kalveren getrokken van eenen stier van 3 tot 6 of 7 jaar, zijn om aan te houden , beter dan die van jarige stiertjes; verlangt men goed gespierd, krachtig vee dan moet men geen kalveren van jarige stieren en Sjarige vaarzen als fokdieren gebruiken; de stieren zoowel als de koeien moeten bestendig, krachtig gevoed worden. Goed voederen kost dubbeltjes. Schraal voederen guldens. Nieuw Gelderland, nnwEU 21 Jan, 1881. COÖPERATIEVE YEREENIGINGEN. Een nieuwe bijdrage tot de kennis van het nut der Yereenigingen voor het gemeenschappelijke aankoopen van meststoffen, voedermiddelen enz., alsmede van het groote voordeel, dat daarbij te verkrijgen is door het koopen met waarborg vaneen bepaald gehalte van de belangrijkste bestanddeelen, onder controle vaneen Proefstation , levert een bericht van Dr. Wagner, directeur van het Proefstation in Hessen („Zeitschr. für die landw. Yereine des Grossh. Hessen”). Een monster rijstmeel, ter onderzoek ingezonden, welk voedermiddel met 6 gulden de 100 Kgr. betaald moest worden, bleek volgens analyse slechts ƒ 3.70 handelswaarde te bezitten, zoodat het ƒ 2.30 de 100 Kgr. te duur betaald moest worden. Verder kocht een landbouwer (inde provincie Starkenburg) in het afgeloopen voorjaar 6000 Kgr. rijstmeel voor 300 gulden, zonder waarborg. Nadat hij de treurige ondervinding bij het voederen opgedaan had, dat het rijstmeel „niets deugde” liet hij een monster er van onderzoeken en toen bleek het, dat het meel bevatte: 4,8 pCt. eiwitstoffen, 3,7 pCt. vet en 20,0 pCt. koolhydraten, zoodat volgens becijfering, dit rijstmeel slechts ƒ 2.20 waard bleek te zijn. Deze „practische proef” was dus oorzaak dat de man f 190 nutteloos uitgegeven had, een verlies, dat hij had kunnen voorkomen, door het rijstmeel vooraf te laten onderzoeken. Het rijstmeel schijnt tegenwoordig in Hessen weder zeer gezocht te worden, waarschijnlijk voor voeder van varkens. Er wordt toch in het bovengenoemde bericht vermeld, dat door de algemeene vereeni-

142