BIJ DEK AANVANG VAN HET NIEUWE JAAR.

en anderen, omtrent de eerste grondbeginselen volgens welke het landbouwbedrijf uitgeoefend wordt, ons aller streven zijn. De tegenwoordige leerlingen der Rijkslandbouwschool zullen ongetwijfeld, na verloop van eenigen tijd, door hun voorbeeld en omgang met andere landbouwers zeer veel daartoe bijdragen, maar ook nu reeds kan veel gedaan worden door van de bestaande gelegenheid tot onderlinge leering partij te trekken. Welke die gelegenheden zijn behoeven hier niet opgesomd te worden; zij zijn vele en velerlei. Alleen zij het ons vergund hier nog eens aan te sporen tot het doen van mededeelingen uit en voor de practijk of ook van meer wetenschappelijken aard (inden grond der zaak kan toch het een niet van het andere gescheiden worden) in onze landbouwtijdschriften, bepaaldelijk in dit Maandblad. Mochten velen zich opgewekt gevoelen om op deze wijze niet alleen voor zichzelven maar tevens voor anderen nuttig werkzaam te zijn en moge dezen nieuwen jaargang dooreen groot aantal bijdragen van verschillende lezers van dit Maandblad verrijkt worden. Red. YEEYOEDEEINÖ, door H. BOSKER. Yeehouden, veekoopen en verkoopen, inden zomer weiden en inden winter op stal voederen, zijn eenvoudige zaken, waarmede ieder landbouwer , de vrouwen niet uitgezonderd, boerenknechts en meiden min of meer bekend zijn. Yraagt slechts aan den eersten den besten boerenknecht of hij bekend is met het voederen van vee, – hij zal u antwoorden: „Dat behoeft de baas mij niet meer te leeren, dat wist ik toen ik 13 jaren oud was.” Yraagt ge verder, waarom voedert je baas gekookte of gemalen rogge en boekweit aan de varkens en koeien of ook wel aan paarden, hij zal u antwoorden: „Dat behoeft hij niet te koopen, hij verbouwt het zelf.” Zou de baas wel eens berekend hebben hoe veel hem dat roggeen boekweit voederen kost? De veehouders op kleigrond voederen inden regel haver, gerst en paardenboonen, mogelijk ook veelal uit gewoonte, omdat ze die voedermiddelen zelf verbouwen. Ook in dit opzicht heeft de veehouder op kleigrond veel voor bij den veehouder op zandgrond. Haver, gerst, boonen en erwten zijnde, door de natuur aangewezene voedermiddelen voor het vee en volgens den handelsprijs, voor dat doel de goedkoopste. Op bladzij 125 van dit Maandblad (jaarg. 1881) heb ik opgemerkt, dat de veehouder, nadat hij de hoeveelheid voedsel en de voedermiddelen heeft bepaald, nog diene te weten hoeveel dat mengsel kost, ten einde deze met andere voedermengsels te vergelijken, om te zien of hij een andere zou kunnen samenstellen, waarbij dezelfde hoeveelheid voedsel, voor minder geld gekocht zou kunnen worden. Hierna volgen eenige berekeningen, waarin tot grondslag is aan-

2