TER AANKONDIGING EN „ALLERLEI”.

zeggen. Met een enkel woord de verschijning van dezen landbouwgids aankondigende, onder verwijzing naar hetgeen op bladzij 10, vorigen jaargang van dit Maandblad gezegd is, kunnen wij echter niet nalaten om allen, die ineen of ander opzicht met den landbouw in betrekking staan en Dr. Staring’s Almanak nog niet mochten bezitten, ten dringendste aan te raden hem zich aan te schaffen. leder onpartijdig deskundige zal moeten erkennen, dat, vergeleken met andere landbouwalmanakken in Nederland, de hier aangekondigde het verre in doelmatigheid en volledigheid wint. Nog voortdurend zijn Redactie en Uitgever er op uit, om wijzigingen aan te brengen, waar die door sommigen gewenscht worden, wanneer zij werkelijk verbeteringen zijn. Met de verschillende opstellen, die bij wijze van Mengelwerk in dezen jaargang voorkomen, zullen de lezers zeker met genoegen kennis maken. Om daardoor eenige bladzijden plaatsruimte uitte winnen, zijn verschillende tabellen op bladzij 77—80 voorkomende, aanmerkelijk bekort, hetgeen zonder nadeel voor het gebruik geschieden kan. Verder heeft men de opgaven van Brievenpost en Telegraaf, de tabel voor geldopnemers bij hypotheekbanken (hl. 88) zoomede de lijst der Hulpmeststoffen geheel omgewerkt; de laatste is thans meer volgens een bepaald stelsel gerangschikt. De inlichtingen omtrent het landbouw-onderwijs en het Proefstation te Wageningen zijn nu ook inden almanak zelf opgenomen, waar zij trouwens ook geheel tehuis behooren. Kortom de almanak draagt overal de kenmerken van weder met veel zorg bewerkt en nagezien te zijn. Ongelukkig zijn in het lijstje op bl. 31 (Moestuin) eenige fouten gebleven, die echter dooreen ieder gemakkelijk te verbeteren zijn. Aft. 12 van het Tijdschrift v. Landbouwkunde, Red.: Br. J. Ritzema Bos\ Prof. Br. A. Mayer en G. Reinders. Inhoud: Het ontroemen der melk door middelpuntvliedende kracht, II (met uitslaande plaat) door L. Broekema. Bemestingsproeven op onvruchtbaren heidezandgrond, door Adolf Mayer. De cultuur van voedergewassen in winter- en zomergranen, door v. P. Een ministerie van Landbouw in Frankrijk. Bij Regeeringsbesluit van 14 Nov. jl. is nu ook Frankrijk in navolging van Duitschland, Oostenrijk, Italië, deVereeuigde Staten, in het bezit gesteld vaneen afzonderlijk ministerie van de nationale nijverheid bij uitnemendheid, de Landbouw. Deze belangrijke regeeringsdaad belooft veel goeds voor Frankrijk, waar 7/8 der bevolking tot den landbouwersstand behoort en die eene jaarlijksche opbrengst van meer dan 7 milliards vertegenwoordigt Het Belgische blad, de -/Akkerbouw” knoopt aan dit bericht de navolgende beschouwingen: //De hoofdvraagstukken aangaande de welvaart vaneen land, nl. die, //welke betrekking hebben op de voortbrenging van planten en dieren, verkrijgen //nu eene bijzondere plaats in het bestuur van Frankrijk. Dit eigen leven aan de //vertegenwoordiging van den Landbouw gegeven, is de vurigste wensch van alle //volkslievende Yereenigingen. tiet nieuwe ministerie zal het uitgangspunt zijn van "vruchtbare hervormingen: landbouw- en veeartsenij kundig onderwijs, houtcultuur, "paardestoeterijen, nuttig gebruik van rivieren en stroompjes enz , die alle in nauw staan met de ontwikkeling van den nationalen rijkdom. Vroeger hadden "de Nijverheid en de Handel in het ministerie het overwicht en dit moest vele "hervormingen op het gebied van den Landbouw tegenhouden. "Tot deze inrichtingen behoort de inrichting van het landbouw-onderwijs in zijne //verschillende graden. Dit is eene hoofdkwestie, waarvan grootendeels de toekomst />van den landbouw in dit groote rijk afhangt. Het is de bewonderenswaardige "ontwikkeling harer onderscheidene onderdeden, natuurk., scheik., landb.werktuigk., "die hem geleidt heeft tot die macht welke het kenmerk onzer eeuw zijn zal; het "is ook de wetenschap en zij alleen, die het uitgangspunt zal zijn van den landbouw – //vooruitgang. "Misschien komt er een dag, dat men ook in Belgie de noodzakelijkheid zal "inzien om aan den Akkerbouw een aandeel inde Regeering te geven, zooals men "het voor het openbaar onderwijs gedaan heeft, en dan ook zal men wellicht //verkrijgen, wat zoolang reeds gevraagd wordt, de inrichting van het hooger landbouw//onderwijs.” En in Nederland . ... ?

13