TURFSTROOISEL, EEN SURROGAAT VOOR DE HEIDEPLAGGEN.

algemeen bekend, veen gedekt of vermengd met zand en behoorlijk bemest is uitstekend vruchtbare bouw- en grasgrond. Ook met het hier bedoelde turfstrooisel zijn reeds proeven genomen, met zeer goed gevolg. Met recht mag men vragen, hoe is het mogelijk, dat er niet meer gebruik gemaakt wordt van zandgrond met veen te vermengen. Zeer opmerkelijk is het, dat het gebruik van turfstrooisel tot in ’t laatst der11e9e eeuw gesluimerd heeft. En nog zijn het niet de landbouwers, die er naar om gezien hebben. Het zijn vooral stalhouders, en maatschappijen die er veel paarden op na houden, die door de hooge handelswaarde van het stroo naar goedkooper strooisel uitgezien, en in het turfstrooisel een uitmuntend surrogaat gevonden hebben; turfstrooisel is veel goedkooper en veel beter, dus dubbel voordeel. En wie zou er het meeste voordeel van kunnen trekken. De landbouwers op zandgrond en ook de landbouwers op kleigrond. Op zandgrond inden stal, op kleigrond, vooral ter bemesting van tuinen, parken, groenland en op bouwland; bij het aanleggen van kunstweiden en lucerneèkkers. Men heeft van turfstrooisel gezegd, dat het weinig phosphorzuur en kali bevat, ’t is waar, stroo bevat gemiddeld 0,23 pCt. phosphorzuur en 0,79 pCt. kali, terwijl turfstrooisel van ieder slechts 0,04 pCt. bevat. Om dit te vergoeden kan men kaliraest (ruwe zwavelzure kali) inden stal strooien; hierdoor wordt het kaligehalte inden mest vergoed en de gevormde ammoniak door het zwavelzuur gebonden, bovendien wordt het broeien der. mest gematigd. Eenige jaren geleden had ik 4 paarden ineen koestal geplaatst; bij deze gelegenheid nam ik eene proef met ruwe zwavelzure kali, de mest bleef eenige weken inden stal (potstal) onder de paarden, de eerste mest die onder de paarden werd weggenomen, werd achter inden stal langs den muur ineen langwerpigen hoop gezet zonder vermengen met kalimest. Daarna werd dagelijks eenige zwavelzure kali onder de paarden over den mest gestrooid, ook deze mest werd afzonderlijk eveneens aan een hoop inden stal gezet. De onvermengde hoop broeide, werd droog en was door on door in plaggen beschimmeld, en de mestwaarde bijna nul. De andere hoop broeide zeer weinig, bleef vochtig en verrotte gelijkmatig zonder schimmel; deze mest was uitmuntend. Betreffende gebrek aan phosphoszuur: men strooie ieder morgen eenige kilo’s zware beenderenmest of superphosphaat inden stal over den mest, dan is men in allen gevalle zeker van uitstekende mest. Turfstrooisel, geen harksel uit de bosschen of heideplaggen. Het zou een zegen zijn voor de bosschen en heidevelden en voor den landbouwer op zandgrond bovenal, wanneer die geduldige en onvermoeide werkers zich van boschstrooisel en heideplaggen onafhankelijk wisten te maken. Vroomshoop, 7 Februari 1882.

37