TWEE PRACTISOHE TOESTELLEN.

van het aanschaffen zouden öf gemeenschappelijk door eenige belanghebbenden zelf, of uit de gemeentekas kunnen bestreden worden, terwijl men de rente van het daarvoor bestede geld uit kleine bijdragen vaneen ieder, die van de weegbrug gebruik maakte en voor eiken keer, dat hij dit deed , zou moeten vinden. Tot nog toe zoekt men zulke weegbruggen ten minste voor algemeen gebruik ook nog in die plaatsen te vergeefs, waar onze groote veemarkten gehouden worden, hoewel ze daar inde eerste plaats ten verkoop van vet vee van veel dienst zouden kunnen wezen. Hoofdzakelijk zal dit wel een gevolg daarvan zijn, dat de landbouwers zelf ér het nut nog niet van inzien, en zij liever uren lang in hitte, koude en regen met marchandeeren' zoekbrengen, terwijl zij ten slotte nog menigmaal door sluwe opkoopers inden nek worden gezien, zooals men zegt. Yond de wijze van verkoop van vet vee, naar het aantal kilogrammen zooals de weegbrug die aantoont ingang hierbij natuurlijk van te voren den prijs van het kgr. volgens kwaliteit, soort van vee, leeftijd enz. onderling vast te stellen, zoodat nog steeds kennis van zaken voor den verkooper onmisbaar bliift dan zou daardoor ongetwijfeld aan zeer velen niet alleen veel tijd en moeite bespaard, maar zouden zij hovendien ook dikwijls inde grootte der som bij verkoop , bevoordeeld worden. , , Het betreft hier eene verbetering, waartoe de Besturen van lanctbouw-maatsohappijen of vereenigingen, door hun steun, hun invloed en door hunne voorlichting zeer veel zouden kunnen bijbrengen. Worden wellicht in sommige groote boerderijen in ons Vaderland reeds weegbruggen gebruikt, en zijnde gebruikers genegen daarvan, zoo mogelijk met Vermelding van reeds verkregen uitkomsten, in dit Maandblad mededeeling te doen, dan houdt de Redactie zich daarvoor vriendelijk aanbevolen. v. P. MEDEDEELINGEN YAN Mr. J. A. SCHOBER IN DE ICAED.,NUYERHEIDS-CONGRESTE1CAED.,NUYERHEIDS-CONGRESTE HAARLEM, 1881 (1). AFVAL VAN BOSSCHËN. Om met grond te kunnen bepalen, welke waarde het strooisel heeft voor het bosch, is het vooreerst noodig te herinneren, dat het strooisel on de humusbedekking, gevormd uit de afgevallen naalden en de bladeren, het voorname voedsel en de natuurlijke mest van de boomen zijn. Terecht, zegt Ebermayer, dat kennis van de samenstelling van het strooisel, van de veranderingen, welke.de strooiselbedekking inde bosschen ondergaat, bij haren overgang tot humus, de scheikundige waarde, de beteekenis van het strooisel als voedsel voor de boomen, onontbeerlijk is. De bestanddeelen van het strooisel zijn: water, verhrandhare of organische en onverbrandbare of anorganische stoffen. (1) Wegens de hooge 'belangrijkheid van dit stuk en tevens ten dienste van onze lezers, die veel werk maken van houtteelt, overgenomen uit de Landh.-Courant.

40