EEN BELANGRIJKE PROEFNEMING OP HET GEBIED DER ZUIVELBEREIDING (1)

is in 1881 op nieuw inden Wieringerwaard door de „Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwartier” genomen en het Verslag daaromtrent, door den Voorzitter der Vereeniging, de Heer Th. J. Vvaller uitgebracht, verscheen onlangs in het licht (2). Dit Verslag is onze aandacht overwaard; en het levert op nieuw een overtuigend bewijs van den lust en het onvermoeide streven om tot oplossing te geraken van vraagstukken, die voor de practijk van het allerhoogste belang zijn, die de wakkere mannen van Holl. Noorderkwartier bezielt. Niettegenstaande de aanzienlijke kosten, die zij zich in 1880 voor eene dergelijke proefneming getroostten r welke kosten den inbond van de vereenigingskas verre te hoven gingen, werd in 1881 op nieuw eene proefneming op groote schaal ondernomen. Vergelijkend werden beproefd: 1) de methode die inde omstreken van Delft gevolgd wordt en waarbij boter- en kaasbereiding beide tot hun recht komen, 2) het Deensche stelsel: boterhereiding, met afkoeling der melk door middel van ijs (het voor dit doeleinde gemaakte ijshuis voldeed uitmuntend door doelmatigheid hij eenvoudigheid van samenstelling) en 3) de ontrooming van melk door middel van centrifugaalkracht met behulp van Laval’sSeparator (vergel. bladzij 49 van den vorigen jaargang van dit Maandblad). Het Verslag van dit vergelijkend onderzoek en de daaraan toegevoegde „Bijlage” van de hand van den Heer H. V. S. Carstens,. Candidaat inde Landbouwkunde in Denemarken (aan wien de werkzaamheden bij de Deensche methode waren toevertrouwd), bevat een tal van leerrijke opmerkingen; ook de mededeelingen omtrent de talrijke moeilijkheden, waarmede men te kampen had, zijn ten hoogste leerzaam. Dat de netto-opbrengst van het kilogram melk bij alle drie stelsels betrekkelijk laag zoude zijn, waste voorzien. Inde gewone practijk kan, omdat alle behulpzame handende onmisbare routine verkregen hebben, de tijds- en werkverdeeling op het voordeeligst geschiedt enz., natuurlijk veel meer voordeel verkregen worden dan bij proefnemingen als deze. Even natuurlijk is het, dat de verkregen uitkomsten niet zoodanig waren, dat men naar aanleiding daarvan met zekerheid zou kunnen opgeven, welke van de drie beproefde methodes voor ieder geval de voorkeur verdient. Zooals de Heer Waller terecht opmerkt en dat hier op nieuw bevestigd werd, hangt dit geheel van plaatselijke toestanden en omstandigheden af. „De drie stelsels”, zoo besluit de Heer W. zijn belangrijk Verslag , „met elkander te vergelijken gaat niet aan. De omstandigheden waarin men verkeert zullen altijd moeten beslissen op welke wijze men met het meeste voordeel zal werken. „Daar, waar in boter en kaas beiden de bron van inkomsten (1) Het onderstaande opstel, voor n°. 5 van ons Maandblad bestemd en reeds gedeeltelijk gezet, moest bij het afdrukken van dat n°. tot ons leedwezen, wegens plaatsgebrek blijven liggen. (3) Uitgegeven bij Scheltema & Holkema te Amsterdam.

92