lETS OVER UIEN EN UIEN TEELT.

voor den boer veel kleintjes te hebben, want de kleintjes zijn het gevolg öf dat ze te dicht hebben gestaan öf dat het gewas te vroeg gestorven is. Wijl de kleine uitjes de neiging bezitten zeer spoedig uitte loepen en te gaan groeien, kunnen ze niet als de groote in putten of kuilen bewaard worden. Is de markt te laag en is de tijd eenmaal daar, dat de uien door langer op ’t land te blijven minder zouden worden in kwaliteit, dan worden ze alle bij voorkeur kort bij huis gereden. Op de plaats waar de uien hun winterkwartier gaan betrekken wordt een fiksche laag droog rogge- of tarwestroo neergelegd en op dit eenigszins zachte bed worden de uien neergelegd zoodanig, dat ze een regelmatigen driehoek vormen, zoodanig dat de beide schuine zijden boven ineen loopen. Tegen deze schuine zijden worden eveneens een of meer lagen o-lad en recht rogge- of tarwestroo gelegd. Boven op den put of kuil wordt het stroo dwars gelegd om de beide toppen van het stroo der zijden mee af te sluiten. Daarop wordt een flinke laag grond gespreid om het opwaaien van het stroo en de inwatering van den put te voorkomen. Aan de zijden wordt geen grond boven het stroo gelegd, wijl de uien anders licht veel te warm liggen en daardoor gaan broeien. Dit broeien wordt dan altijd gevolgd door het doorschieten der uien zelf en veroorzaakt ook rot, beiden euvels, waarvoor de boer zooveel mogelijk dient te waken. Is deze bewerking goed geschied dan kunnen de uien, mits droog en hard inden put gelegd, tot het aankomende voorjaar goed blijven. Wordt inden wintertijd de prijs der uien hooger, dan wordt de eene put na de andere van zijn inhoud beroofd en alleen speculatie op nog hooger prijzen doet vaak velen en soms zeer tot hun schade, die putten al te lang gesloten houden. De aflevering die vroeger per hectoliter geschiedde en dikwijls oorzaak tot verschil over de grootte der maat was, wordt thans uitsluitend per baal van 50 of 60 kilo gedaan. Daardoor is de berekening veel vergemakkelijkt en valt er geen geschil over de maat te vereffenen. De beurtschippers, die geregeld wekelijks de Rotterdamsche markt bezoeken, hebben in dien tijd een niet onaardige verdienste aan den handel en het vervoer der uien. Meestal worden de uien los inde schuit gestort, soms meer dan eene partij bij elkander. De schipper teekent aan hoeveel hij van elk ontvangt, en te Rotterdam wordt in den' regel de geheele partij aan een koopman verkocht. Tal van kooplieden in dit artikel met hunne commissionairs maken den handel in uien zeer gemakkelijk. Gewoonlijk wordt eerst na de levering door de kooplieden in overleg met elkander den marktprijs vastgesteld en hoe zonderling het ook klinke, is men inden regel zeer tevreden. Hoewel dit schijnbaar tot monopolie aanleiding zou kunnen geven, schijnt deze wijze van handelen, die geheel beheerscht wordt door de Engelsohe markten, die geregeld maandags gehouden worden, tot wederzijdsche tevredenheid te leiden.

116