BOTEEHANDEL TE MIL.

vult de prijs en den naam van den kooper in, geeft het biljet aan N°. 1, deze gaat met haar boter heen, loopt schuins door den gang naar een geopende deur; voor deze deur staat binnen de kamer een lage tafel, waarop zij haar botermand neerzet, geeft het biljet een achter dezen tafel zittend persoon, die daarop het stempel drukt, als bewijs van ontvangst der boter; intusschen wordt de boter dooreen anderen bediende uit de mand genomen en ineen op den vloer staanden bak of trog gelegd. In deze kamer staan n.l. eenige langwerpige bakken of troggen, bestemd voor de verschillende koopers. N°. 1 neemt haar ledige mand en gaat met het nu gestempelde biljet aan de overzijde van den gang een ander vertrek binnen; in deze kamer zitten twee Heeren heel bedaard tegen elkander over, aan een wel voorziene tafel. Geen koffie met broodjes is er opgediseht, maar do ziel van de negotie, geldswaarde en klinkende munt. N°. 1 langt haar biljet aan eender Heeren, deze vermenigvuldigt hoeveelheid met prijs, geeft de som en den naam van den kooper op en teekent een en ander aan, terwijl de andere Heer het bedrag aan N°. 1 betaalt (op verzoek kan men regu van hoeveelheid en prijs krijgen). N°. 1 verlaat met haar ledige mand en gevulde beurs het raadhuis, N°. 2 volgt, H°. 3,4 en meer doorkruisen reeds met hetzelfde doel de gang en in betrekkelijk korten tijd is alles bijna zonder spreken inde beste orde afgeloopen. Zeer opmerkelijk is het, dat men onder de handelende personen bijna niemand hoort spreken, terwijl de menigte die buiten de kamers nog op hun beurt wachten, steeds druk met elkander in gesprek zijn. Ha afloop van de mijn hebben de verkoopers de bedongen gelden ontvangen, de koopers zullen daarna met den kassier hebben af te rekenen. Ofschoon ik mij in dezen uitsluitend bij den boterhandel in Mil heb bepaald, kan ik er bijvoegen, dat deze manier van boterhandel in Koord-Brabant inde laatste 6 of 7 jaren bijna algemeen is aangenomen; alle dorpen of hoofdplaatsen der gemeenten hebben hunne eigen botermijnen. De kosten voor den verkoop aan de mijn zijn zeer weinig; vergis ik mij niet, slechts ± 10 cents per 50 kilogr. Wie na acht uur aan de mijn komt krijgt geen nummer, betaalt 10 cent boete, en wordt inden regel direct geholpen. Dat deze wijze van boterhandel voor de landbouwers bij uitnemendheid gemakkelijk is, zal iedereen terstond inzien; het gewicht der kluiten doet niets ter zaak; dit is voor de eenvoudige veehouhouders een groot gemak. Ook gaande mindere kwaliteiten even geregeld van de hand als de beste, doch geld naar waar en vooral dit, is een sterke prikkel de qualiteit der boter te verbeteren. 8.v.: A. B. en C. worden tegelijk binnen gelaten, de boter van A. wordt gemijnd op 72 cents, die van B. op 65 en die van C. op 70 cent. Yanwaar dit verschil? Yan de qualiteit der boter, niets anders. B. heeft een lesje in ’t openbaar gehad, om haar boter in ’t vervolg beter te maken; ook C. denkt er nog eens over na, dat zij toch 2 cent per pond minder heeft gehad dan A. De gevolgen van deze concurrentie blijven dan ook niet uit. Het is een wedstrijd, ieder wil gaarne de hoogste prijs behalen. 11*

163