LANDBOUW EN WETENSCHAP.

dan zal dat een zegen zijn voor het land, (’k zeg niet voor den landbouwer), ’t Gevolg zal zijn meer vee aanhouden, dientengevolge meer mest. Thans treedt de ensilage op den voorgrond, totdat men vee gekregen heeft, dat van jaar op jaar er meê gevoed wordende, ziekteverschijnselen vertoont, tot nog toe onbekend, ’k Denk aan mijn maekintosh en overschoenen; wat was dat een mooie uitvinding 40 jaren geleden! Thans voor goed „be—otf.” In Friesland zal men de longziekte onder ’t vee niet kwijt raken, zoo lang men het land des winters niet voor overstrooming vrijwaart. In Groningen bestaat zij niet. De aardigheid van de internationale vee-tentoonstelling, te Amsterdam te houden, geeft voor den praktischen landbouwer niets. Bij toeval eene mooie koe aangeworven, of aangekocht, kan ik daarmede paradeeren, behaal daarmeê den hoogsten prijs, maar ’t nageslacht er van laat me inden steek. Evenals de zaailing-appelen en peren, maar van deze bij toeval, een goed soort aanwinnende, kan men in het soort blijven, althans eenige eeuwen, door enten. Een Friesche koe aardt niet in Gelderland, nog minder in Amerika, Spanje, Italië enz. Yoor de heeren, die decoraties oploopen, veel wijn kunnen drinken, logement-houders enz. te Amsterdam, is een vee-tentoonstelling een mooie zaak. Ook voor kenners en liefhebbers van vee: praktisch nut steekt er niet in. Even zooveel nut als ineen internationale katten-ientoonstelling. y,Wij slapen niet!" „De landbouw is niet alleen kunst maar ook wetenschap.” Als deze spreuk waar was, dan verhongerde het geheele menschdom; het is eene spreuk, die dienst moet doen om den praktischen landbouwer een rad voor de oogen te draaien: de Hopbitter voor den landbouwer. Zoo gij sukkelt of op het ziekbed uitgestrekt zijt, verheugt u, want Hopbitter zal u genezen. Welke wetenschappen zouden hem van dienst kunnen zijn om op de meest voordeelige wijze het landbouw-bedrijf uitte oefenen? I°. De météorologie of weerkunde. De landbouwer moet weten, wat weder voorjaar, zomer en herfst zullen aanbrengen om bij het uitzaaien zich daarnaar te regelen, of hij met gerustheid boekweit, haver, garst en rogge uitzaaien en aardappelen uitpoten zal zonder vrees voor afvriezen, verdrogen of verrotten: niet alleen moet hij het weten van het toekomende jaar, maar ook van de daarop volgende jaren, ten einde zijne bemesting daarnaar te regelen. Waar is de geleerde, die het hem vertellen kan? Wegens de eeuwige veranderingen van den toestand van de aarde en de tengevolge daarvan varieerende winden en zeestroom en is het niet denkbaar, dat men er ooit vaste wetten voor zal vinden. De landbouwer moet met hoop op goeden uitslag op de pof uitzaaien en uitpoten. Nog iets: wie kan zeggen, hoe inden volgenden herfst en daarop volgende jaren de marktprijs zal zijn van de landbouw-producten, vee daaronder begrepen? De prijzen hangen geheel af van wind en weer: mislukt de oogst in Europa of andersom in Amerika, dan stijgen de prijzen. Gaat het overal

56