KRACHTYOEDERMIDDELEN ONDERZOCHT AAN HET LANDBOUW-PROEFSTATION TE WAGENINGEN.

dook J. D. KOBUS. (Vervolg over de Lijnkoeken van bh. 44.) (1) Na de lijnkoeken onder het microscoop te hebben onderzocht, wordt alles op een zeef gebracht met openingen van ongeveer IV-2 mM. en onder een flinke waterstraal gehouden, waardoor de fijnere deelen en de slijmige massa worden weggespoeld en alleen de grovere deelen terugblijven. Deze bestaan gewoonlijk uit heele of halve lijnzaadkorrels en onkruidzaden of zaadschillen, waarbij vooral Galium (kleefkruid), Polygonum (wilde boekweit) en Camelina (deder)zaden, benevens verschillende zaden van grassen op den voorgrond treden. Yolgens bepalingen hier aan het proefstation verricht behoeven er slechts 16 korrels van Polygonum Lapathifolium, 13 van Polygonum Convolvulus, 4 van Galium Aparine en 46 van dederzaad inde gewoonlijk gebruikte 5 G. koek te zijn om er 1 pCt. vanuit te maken. Soms evenwel vindt men eene ware staalkaart van onkruidzaden der meest verschillende planten, of wel op de zeef blijven terug schillen van aardnoten, katoenzaad, cacao, deelen van de peul van den Johannis-broodboom, enz. Zijn het grootere stukken, dan kan men die na eenige oefening onmiddellijk met het bloote oog herkennen. Yan kleinere worden microscopische doorsneden gemaakt, om te zien, waar zij thuis behooren, hetgeen door hun eigenaardigen bouw gewoonlijk niet moeilijk is uitte maken. (Zie fig. 16, 17,2227.)5—27.) Juist door dit microscopisch onderzoek is in vele gevallen bekend geworden met welke bestanddeelen de vervalsching gepleegd was, doordien men de tot dien tijd onbekende schilletjes kon vergelijken en identificeeren met standaardmonsters van de meest voorkomende afvalproducten, die onze industrie oplevert. Behalve voor het herkennen der vreemde schillen en weefsels, is het microscoop ook onmisbaar voor het onderzoek naar de soort van zetmeel, daar zetmeel van verschillenden oorsprong een zeer verschillenden vorm heeft; daardoor is het mogelijk geweest te constateeren, dat vooral rijstpelmeel bij vervalschingen eene rol speelt, terwijl ook havermeel en andere aangetoond zijn. Bepaald zuivere koeken zijn evenwel in vele streken niet meer te bekomen, daar veel lijnkoeken of lijnzaad worden geïmporteerd uit Amerika, Frankrijk en Yoor-Indie en deze lichter van kleur zijn, dan die welke uit Russisch of inlandseh zaad worden gefabriceerd. Deze lichter gekleurde koeken, die overigens even goed kunnen zijn, als de donkere, zijn in vele gedeelten van ons land zoowat onverkoopbaar, daar de boeren van meening zijn, dat er meel doorgeknoeid is en de stijfhoofdigheid onzer boeren is genoeg (1) Het navolgende behoort nog aan het slot van blz. 44 (vorig Maandblad'): In fig. 2 zijnde verschillende lagen ook gemakkelijk te herkennen, vooral als men ze vergelijkt met fig. 3 a—e3 waar ze elk afzonderlijk van boven gezien zijn voorgesteld. Omtrent de figuren zie men het medegedeelde op blz. 17 en 43 vorige Maandbladen.

52