KRACHTVOKDE R Ml I) D E L E N.

vooral het oog gevestigd op de aanwezigheid van mosterd, die nadeolig voor de dieren zelven zou kunnen zijn en in elk geval schadelijk is voor de zuivelproducten. Wordt de mosterdsmaak waargenomen, dan valt liet doorgaans niet moeilijk de aanwezigheid .van Brassica nigra microscopisch te constateeren inde bij het slibben teruggebleven zaadschillen, welke ook voldoende zijn om de zuiverheid na te gaan, daar de te verwachten onkruidzaden, niet zooals de deder bij lijnkoek zoo klein zijn, dat ze gewoonlijk door de zeef gaan. Evenals lijnzaad bevat ook raapzaad geen zetmeel. Scheikundig kan men mosterdzaad ook in geringe hoeveelheden aantoonen door eene methode van Dircks (1), die de fijngepoederde koek geruimen tijd met warm water laat staan, om de mosterdolie gelegenheid te geven zich te vormen, en daarna destilleert. Het destillaat wordt opgevangen in alkalische charaaeleonoplossing, deze ingedampt en de zwavel der mosterdolie, die in aanraking met het chamaeleon ontleed is, als barium sulphaat bepaald; hieruit is dan het gehalte aan mosterdolie te berekenen. Enkele proeven door mij in deze richting genomen hadden een gunstig resultaat; ik vond namelijk bij destillatie van 10 Q. zaden van Brassica nigra (zwarte mosterd) ineen geval 0.72 pCt. mosterdolie, ineen ander 0.84 pCt., terwijl raapkoek slechts 0.11 pCt. maar vermengd met 10 pCt. mosterdzaad, 0.20 pCt. opleverde. Evenwel prefereer ik de botanische analyse, die veel meer in vlugheid wint, dan ze in nauwkeurigheid verliest. Wat voor vreemde producten soms als veevoeder inden handel worden gebracht, bewijzen ook hier weer een paar gevallen. Een als raapkoek ingediend monster bevatte 34.7 pCt. stikstofhoudende stol en 20.1 pCt. vet. Slechts 75 pCt. der stikstofhoudende stof, bleek evenwel eiwit te zijn en dit was nog gedeeltelijk afkomstig van vleeschmeel, dat in bedorven toestand inde koek aanwezig was, zooals door reuk en smaak beide werd aangetoond en waarschijnlijk ook het hooge vetgehalte veroorzaakte; bovendien wemelde de koek van onkruidzaden. Een tweede koek, die de oorzaak van en dood vaneen aantal schapen was geweest, bleek bij onderzoek groote massa’s schimmels te bevatten. Yoor van de raapkoeken af te stappen, wil ik nog wijzen op eene eigenaardige vervalschingsmethode, waarop reeds Crispo opmerkzaam maakt. Ze bestaat in het vermengen van oude of slechte waar met eene geringe hoeveelheid kalk, b. v. 1 pCt., waardoor ze de eigenaardige geelgroene tint der goede koek krijgt. Door eene kalkbepaling inde asch is het bedrog hier te ontdekken. (Wordt vervolgd.) KORTE MEDEDEELINGrEK. A. De Houtkultuur betreffende. Het nadeel van „te veel land onder den ploeg te hebben”, wordt algemeen erkend. De meeste landbouwers wien dit overkomt, (1) 7'ersuchsstationen ,XX Vlll

74