KRACHTYOE DER MIDDELEN,

het opfokken van kalveren en wel moet 1 liter Lactina met 2 liter koud water aangeroerd worden en deze pap daarna worden vermengd met 5 liter kokend water. Deze drank is volgens de publicaties van de vennootschap zeer voedzaam en wordt van acht dagen na de geboorte van het kalf af, langzamerhand in plaats van de gewone melk gegeven. We kunnen de voedzaamheid eerst aan de hand der scheikundige analyse nagaan om daarna de resultaten bij nauwkeurige voederproeven te bespreken. Yolgens ons onderzoek bevat Lactina: 13.7 pCt. eiwit, 6.6 pCt. vet-, 3.4 pCt. asch, 11.7 pCt. water, 4 pCt. ruwvezel, 60.6 pCt. stikstofvrije extractstoffen op het Svoudige verdund, bevat de Lactinamelk: 1.7 pCt. eiwit, 0.8 pCt. vet, 0.4 pCt. ascli, 89 pCt. water, 0.5 pCt. ruwvezel, 7.6 pCt. stikstofvrije extractstoffea, terwijl de gemiddelde samenstelling van koemelk bedraagt: 3.3 pCt. eiwit, 3.6 pCt. vet, 0.7 pCt. asch, 87.5 pCt. water, 0 pCt. ruwvezel, 5 pCt stikstofvrije extractstoffea. Per liter ontbreken dus: 15 Gr. eiwit en 28 G. vet, terwijl 26 G. extractstoffen te veel aanwezig zijn. Rekent men dat de 9 liter melk, die een kalf dagelijks krijgt, door evenveel Lactina vervangen worden, dan geeft men het 135 G. eiwit en 252 G. vet te weinig en 234 G. koolhydraten te veel, die bovendien aan het darmkanaal van het jonge dier meer kwaad dan goed doen. Uit deze cijfers alleen blijkt reeds , dat men met een knoeiproduct te doen heeft, dat met alle kracht dient te worden geweerd. Even duidelijk blijkt dit uit voederproeven met kalveren, hier aan de Rijkslandbouwschool en ook door kundige landbouwers genomen (1), precies op de manier als inde gebruiksaanwijzing wordt voorgeschreven. Hoewel de dieren het graag lustten, gingen ze er zoo ellendig uitzien, dat men ze met ééne hand kon omstooten en men met de proef moest ophouden, om ze niet te doen sterven. Maar al waren ze blijven leven, dan toch zou het slechte voedsel eene blijvende werking gehad hebben en zouden ze nooit goede beesten geworden zijn. Niettegenstaande dit, en hoewel Lactina spoedig door mijten wordt bezocht, werden door den Nederlandschen hoofdagent gedurende de maanden Dec.’B2, Jan., Febr. en Maart’B3, tezamen ongeveer 400 baaltjes afgeleverd. We willen hopen, dat dit het maximum geweest zij en de Lactina binnen kort evenals alle dergelijke kwakzalversproducten van de markt verdwijne. Werkelijk schijnt het debiet veel geringer te zijn, waartoe behalve de slechte ervaringen, zeker ook de herhaalde waarschuwingen van bevoegde zijde hebben medegewerkt. Al is Bowiok ook eendoor en door kundig veehouder, hier heeft hij ons, willens of niet een mengsel aangeboden, dat volgens voorschrift vervoederd, alleen schade aan (1) Men vergelijke de meledeeliug op blz. 35, jaarg. 1884 van dit Maandblad. (Red.)

180