verhoogd. De hoeveelheid voor aardappels aangewende stalmest bedroeg 26600 Kg. per H.A. De nawerking van dezen mest verhoogde de korrelopbrengst van tarwe gemiddeld met 701 Kg.

Inde beide laatste jaren waren de opbrengstverhoogingen, veroorzaakt door bemesting met gewonen stalmest, 1) niet zoo groot als inde eerste jaren, n.l. gemiddeld aan bieten 7790 Kg. of wel aan suiker 1346 Kg.; aan aardappelen 4590 Kg. of aan zetmeel 597 Kg. Ook de nawerking was kleiner. De gemiddelde verhooging der korrelopbrengst was bij gerst (na bieten) 760 Kg. en bij tarwe (na aardappelen) 416 Kg. Inde volgende tabel zijnde verhoogingeu der opbrengsten samengevat. Door gewonen stalmest per H.A. een meeropbrengst verkregen van : Suikerbieten Gerst (nawerking) j jaar wortels suiker loof jaar korrels stroo K.g. Kg. Kg. Kg. Kg. gemiddeld voor 1901—1902 7790 1346 8760 1902/1903 760 891 (40.000 Kg.) „ voor 1898—1900 10610 1654 8790 1899/1901 873 635 (40.000 Kg.) ~ „ voor 1898—1902 9480 1531 8780 1899/1903 828 737 ' i Aardappelen i Tarwe (nawerking) jaar knollen zetmeel jaar korrels stroo Kg. Kg. Kg. Kg. gemiddeld voor 1901—1902 4590 597 1902/1903 416 276 (30.000 Kg.) „ voor 1898—1900 5970 1138 1899/1901 701 871 (26.600 Kg.) „ voor 1898—1902 5420 922 1899/1903 587 633 (28.000 Kg.) Schneidb'wind heeft uil deze cijfers de bemestingswaarde van den stalmest berekend ; 2) hij komt tot de conclusie, dat bij aanwending van 40.000 Kg. voor bieten, met gerst als navrucht, 1000 Kg. gewone stalmest een verhooging van opbrengst, in geld uitgedrukt, gaven van f4.92 en bij aanwending van 28.000 Kg. voor aardappelen met navrucht tarwe, van f 5.04 ; gemiddeld dus ongeveer f5. Bij deze berekeningen werden 1) Inde jaren 1901 en 1902 werd voor suikerbieten 40.000 en voor aardappelen 30.000 Kg. gegeven. 2) Feitelijk alleen de waarde van de stikstof en van de nevenwerking, want de perceelen werden behalve met stalmest, met phosphorzuur en kali bemest.

73