De gemiddelde opbrengsten inde jaren 1892—1896 waren resp 50]/4, 241/8 en 1 D/o bushels per acre 1).

De van 1852—1871 op perceel u gebrachte mest vertoonde, zooals uit de tabel blijkt, inde eerste 5 jaren nog een belangrijke nawerking. Eerst na 25 jaren waren de opbrengsten op dit perceel gedaald tot die, welke het steeds onbemeste perceel gemiddeld over de eerste 20 jaren gaf. Zelfs zijn na twintig jaren zonder bemesting de opbrengsten nog dubbel zoo groot als die van het vanaf 1852 onbemest gebleven perceel, nadat dit twintig jaar zonder bemesting was gebleven. De groote hoeveelheid mest, van 1852 tot 1871 aangewend, vertoont hier nog na dertig jaren een duidelijke nawerking. Opgomerkt mag intusschen ook worden, dat in 1873, het tweede jaar van nawerking, de opbrengst van perceel a aanzienlijk kleiner was dan die van perceel h; verhouding 100 :79 Op het permanente aardappelveld werden te Rothanlsted eveneens bewijzen voor de langdurige nawerking van stalmest verkregen. Hier werd op twee perceelen gedurende 6 achtereenvolgende jaren (van 1876 —1881) telkens ongeveer 30,000 Kg. stalmest per H.A. aangewend. Eender twee werd sedert niet meer bemest, het andere daarentegen ontving ook later jaarlijks de genoemde hoeveelheid stalmest 2). Een derde perceel bleef sedert 1876 onbemest. De opbrengsten van het voortdurende stalmestperceel gelijk 100 stollende, waren die der andere perceelen als volgt: Voortdurend Bemest van Steeds onbemest bemest. 1876—1881 gebleven. (/;) (a) (o) gemiddeld van 1876—1881 100 94 41 1882 100 69 34 1883 100 91 43 1884 100 65 58 1885 100 72 40 1886 100 69 30 gemiddeld van 1887—1891 100 46 22 „ „ 1892—1896 100 29 17 „ „ 1897—1901 100 32 19 Daar perceel a hier slechts 6 en dat van het gerstproefveld 20 jaren achtereen met stalmest bemest was, is het te begrijpen dat hier een minder sterke en minder langdurige nawerking is waar te nemen. Ka een paar jaren waren de opbrengsten ten opzichte van die van perceel h reeds aanmerkelijk gedaald. Desniettemin waren na 5 jaren de opbreng-1) In H.L uitgedrukt waren dus deze opbrengsten per H.A resp. 45'/„ 21'/, en 10De opbrengsten der perceelen a en o waren dus zeer onvoldoende. 2) Dit perceel werd van 1876—1882 tevens met superphosphaat bemest. Daar deze meststof op dezen grond voor aax’dappelen zoo goed als geen werking uitoefent, behoeft met deze omstandigheid geen rekening gehouden te worden. 6

81