Het algemeen voorkomen „de totaalindruk” inde puntenschaal omvat de beoordeeling van de onderdeelen vereenigd tot een geheel en om minder tastbare eigenschappen, als adel enz., mede te doen rekenen, maar welke men als veekenner „voelt1) Voegt men aan de uitkomst der keuringen met punten nu nog toe een reeks (7) maten, op dezelfde wijze zooals ook hier geschiedt, dan meen ik dat alle, dooreen ieder te contraheren , inlichtingen omtrent het dier verschaft zijn. Reeds is dit door hot Priesche stamboek geschied, aangezien ik reeds vroeger voor deze vereeniging werkzaam was en toen het puntenstelsel heb ontworpen. Ten slotte rest mij, enkele punten ten aanzien van voeding en ver-

pleging te bespreken. Inde eerste plaats maakte de voedingstoestand van enkele beslagen op mij den indruk dat de voederrantsoenen, hoe juist ook op het papier, in werkelijkheid niet altijd gegeven worden. Yoedermeester en „Yerwalter”, gewoon met het kleine Landras om te gaan , schijnen niet te begrijpen , dat aan grooter en zwaarder vee grootere hoeveelheden ruwvoeder (minstens11142—14 KG.) verstrekt moeten worden eh dat zeer melkrijke koeien, de kwaliteit van het hooi (in Kurland) in aanmerking genomen, 4 K.G. krachtvoeder behoeven om tot haar maximum te geraken. Het ruwvoeder (hooi, stroo) speelt altijd de hoofdrol in het voederrantsoen. Heeft men te weinig ruwvoeder, dan kan dit niet voordeelig door krachtvoeder vervangen worden. Dientengevolge moest men niet van krachtvoeder, maar van bijvoeder spreken. Ik deel U hierbij enkele typische voederrantsoenen uit mijn land mede voor versoh-molke koeien : Bedrijf: uitsluitend veehouderij, bodem : Per koe en per dar/ ; zware klei ... I. 15 K.Gr. hooi, I—31—3 KG. lijnkoek. Veenachtige grond . 11.15 K.G. hooi, 15 K.G. aardappelen, 2 lijnkoeken, 0.5 K.G. raapkoek, 2.5 K.G. gerstemeel. Bedrijf; hoofdzaak akkerbouw, bodem : klei 111. 5V2 K.G. hooi, stroo ad. lib., 2 K.G. gerstemeel ; H/4 K.G. haver, 1 K.G. lijnkoek. Klei .... IY. Stroo ad lib. 12 K.G. bieten, 2 K.G. gerstemeel, 1 K.G. lijnkoek, 2 K.G. boonen. Yeenachtige grond Y. 2 K.G. Amerik. lijnmeel. IH/2 „ katoenzaadmeel-j- 5 K.G. maïs. H/2 „ Amerik lijnmeel + 1 K.G. maïs. 1 „ Amerik lijnmeel -f-1 K.G. Clev. lijnmeel, 5 K.G. maïs. 1) Wordt voor het algemeen voorkomen de letter d ingevuld dan is het dier afgekeurd, hetgeen het gevolg kan zjjn vaneen gebrek ineen der liehaamsdeelen, al is het dier overigens nog zoo goed. Leidt dit echter niet tot afkeuring, dan is een lagere letter aan liet algemeen voorkomen gegeven dan bij afwezigheid van het gebrek of fout het geval zou zijn. Vandaar dat het noodig is aan het algemeen voorkomen, uitdrukkende de verhoudingen en den samenhang der onderdeelen, het grootste aantal punten te stellen. Zoodoende zal de rangschikking der gekeurde dieren naar het totaal aantal toegekende punten overeenkomen met het oordeel inde practjjk.

151