tuur is evenals bij de volgende Djamboes slechts hier en daar sprake. De schors is bitter, samentrekkend van smaak, een eigenschap die alle Djamboes in mindere of meerdere mate vertoonen, zoodat zij dan ook als medicijn door Inlanders wordt gebezigd.

2. Djamboe ajer mawar. Kenmerken en aanteekeningen. De Djamboe ajer mawar (Jambosa vulgaris) komt van alle hier vermelde soorten het minst algemeen voor. In hoofdzaak verschilt hij van de vorige soort door de volgende kenmerken. Hij vormt een laag aangezetten kroonboom, ongeveer 10 M. hoog; zijne bladeren zijn lancetvoimig, 15 20 cM. lang, 3—3.5 cM. breed. Zijne bloemen komen in

bouw vrijwel met de J. domestica overeen doch zijn langer gesteeld; van al de hier beschreven soorten zijn zij het grootst. In kleur wijken de bloemen van die der eerst beschreven soort af; zij bezitten nl. een witte kroon, witte helmdraden met gelen helmknop en witten stamper. -Jijne vruchten zijn bolvormig, eerst groen, later geel gekleurd, door dén 'elk gekroond, ongeveer 4 cM. breed en hoog, bezitten een eigenaardigen lozengeur, zooals de Maleische naam ajer mawar (rozenwater) aanduidt en zijn daarom zeer gezocht. In Engelsch Indië maakt men er, naar in tijdschriften vermeld staat, ' 11

161

Fig. 11. Bloeiend en vruchtdragend takje van den Djamboe ajer mawar (Jambosa vulgaris) verkleind. Haar een teekening van ’s Rijks herbarium te Leiden,