ig lynKoek , in zeer koude winters vaak gebroeid voer. Onde ige leiding van den llijkslandbonwloeraar voor die provincie v

fn de Memorie van Antwoord (Staatsbegrooting 1905, Hoofdstuk IX) lezen wij onder artikel 143 het volgende betreffende het onderzoek van woeste gemeentegronden : „Het aangevraagde bedrag strekt slechts om de kosten te dekken voor „een voorloopig onderzoek , dat door den Inspecteur der Staatsbosschen „en Ontginningen zal worden ingesteld naar den toestand der woeste „gronden van enkele gemeenten en voorts om de Regeering in staat te „stellen, met voldoende kennis van zaken aan de Kamer een voorstel tot „het bevorderen van de bebossching van woeste gemeentegronden te doen. „Door de aanvrage wordt hoegenaamd niet vooruitgeloopen op eenige „beslissing omtrent een verder onderzoek of op eenige Staatsbemoeiing „ten opzichte van bedoelde bebossching. De geheele zaak verkeert nog „ineen toestand van voorbereiding. Mocht na afloop van het onderzoek „het raadzaam worden geacht Staatshulp voor gemeld doel te verleenen, „dan zal daartoe aan de Kamer een voorstel worden gedaan en volledige „kennis van zaken worden verschaft.” Zooals uit het bovenstaande blijkt, hebben wij hier te doen met een nieuwen tak van staatszorg en zeker geen onbelangrijken, waar nog bijna 90.000 Hectaren woeste gronden toebehooren aan verschillende gemeenten. Inde provinciën Koord-Brabant, Gelderland en Limburg liggen de meeste woeste gemeentegronden en in verband daarmede heeft de Regeering omtrent de ontginning door staatshulp advies ingewonnen bij Gedeputeerde Staten van die provinciën. Bovendien werd aan de Kederlandsche Heidemaatschappij verzocht advies over bovenbedoeld onderwerp uitte brengen , omdat deze maatschappij , welke reeds zooveel jaren met succes op het gebied van ontginning werkzaam is en veel ondervinding heeft opgedaan, beter de technische zijde van het onderwerp kon behandelen. Het om advies gezonden voorstel moge hier volgen : „Betreffende bebossching van woeste Gemeentegronden.” „Sedert de oprichting van het Staatsboschbeheer hier te lande, dat „zich tot nog toe uitsluitend heeft beziggehouden met het in cultuur „brengen van en het uitoefenen van het boschbedrijf op domeingronden , „is herhaaldelijk de vraag ter sprake gekomen , of dit beheer niet kan