Yoigtlanders ingevoerd. Deze stelseliooze invoer maakte het vestigen van eene algemeen gelijkvormige veehouderij moeielijk en zoo was de toestand hoogst ongunstig , toen de landbouwers besloten , door bemiddeling van do Oost-Pruisische centrale landbouwvereenigingen, werkelijk goed melkvee in te voeren. In 1860 werd er toe overgegaan om Hollandsch vee in te voeren , terwijl naast deze slechts de roodbonte Holsteiner uit de lage landen zouden worden aangehouden. Op de tentoonstelling van 1863 waren van de 313 runderen slechts 43 Hollanders; in 1869 was de verhouding veel gunstiger en telde men onder de 263 stuks er reeds 115 van Hollandsche afkomst. Toen na veelvuldige proefnemingen met de meest verschillende rassen het gebleken was , dat bet Hollandsche ras het best passende was , werd in 1852 door 42 fokkers de „Herdbuchgesellschaft zur Yerbesserung des in Ost-Preussen gezüchteten Hollander Rindviehs” 1) gegrond. Op dit oogenblik telt deze vereeniging circa 150 leden ; tot aan Januari van dit jaar (1904) zijn 1326 stieren en 20.475 koeien, totaal 21.801 beesten, in het stamboek ingeschreven, en zijn verder 867 jonge, onder de 2 jaar oude stieren voorloopig gekeurd en in het voorloopige keuringsregister ingeschreven. De provincie is verdeeld in 7 keuringsdistricten, in elk waarvan een daartoe gekozen persoon voor den geregelden gang van zakenzorg draagt. Deze personen vormen met het bestuur (10 personen) de commissie, welke te zorgen heeft voor het opmaken der jaarlijksche begrooting, het arrangeeren der tentoonstellingen en der zgn. „Bezirkschauen” (locale tentoonstellingen) en het opmaken der lijst van de uitte reiken premiën. De jury’s bestaan uit 2—3 gekozenen ; de inspecteur wordt niet daarin opgenomen. De fokrichting van de Stamboekvereeniging heeft ten doel zoowel melkrijkheid als geschiktheid voor vleesch- en vetvorming, zoodat aan beide eigenschappen gelijke waarde wordt toegekend. Men heeft deze gecombineerde richting gekozen, eensdeels omdat het eenzijdige fokken op melkproductie licht tot „üeberbildung” (oververfijning) leidt, anderdeels, omdat eene uitgemolken vette, zware koe de hoogste rente afwerpt. Van de met energie en succes uitgevoerde ondernemingen der vereeniging moeten worden vermeld: de districtstentoonstellingen, de tweemaal per jaar plaatsvindende stierenaucties en de maatregelen ter bestrijding der tuberculose. De districtstentoonstellingen , waarbij ook prijzen worden uitgedeeld , worden in samenwerking met decentrale landbouwvereenigingen zoo geregeld , dat in het voorjaar meestal 5—6 in verschillende plaatsen elkaar opvolgen. Hoofddoel er van is eene voorloopige keuring te krijgen ten behoeve der groote „Wanderausstelling” 2) der Duitsche landbouwmaatschappij. Dein April en October plaatsvindende stierenaucties zijn zuiver financieele ondernemingen. Deze veemarkten bestaan nu 12 jaren , zoodat er 24 hebben plaats gevonden; op de eerste auctie waren 124 stieren aangebracht en in 1898 327 stuks, het hoogste getal tot nu toe bereikt. In het eerste jaar bleven 23.7 pet. onverkocht, in 1897 33.7 pet., in 1903 slechts 1.9 pet. De voornaamste afzet er van is inde provincie ; een gedeelte gaat ook naar Posen, Brandenburg, Silezië en naar de 1) „Stamboekvereeniging ter verbetering van het in Oost-Pruisen gefokte Aederlandsch vee.” 2) De groote nationale landbouwtentoonstelling, die jaarlijks volgens een vasten rooster inde groote centra van Duitschland wordt gehouden.

419