KEUZE VAN HET ZAAD.

Als de oplossing toebereid is, giet men haar ineen daartoe geschikt vat, en voegt er genoeg water aan toe, dat het zaad bedekt zij door 12 a 15 centimeters vocht. Men roert alles van tijd tot tijd om en verwijdert zorgvuldig de korrels die boven komen drijven. Het schuim moet men nooit op den most gooien, zooals men in sommige boerderijen de slechte gewoonte heeft, maar het verbranden. Als het zaad lang genoeg inde oplossing gelegen heeft, legt men het zaad op de deel, waar men het van tijd tot tijd omroert tot het droog genoeg is om gezaaid te worden. De middelen, die onder verschillende namen voor dit doel aan de landbouwers worden aanbevolen, kunnen goed zijn, dat hangt van de samenstelling 'af, die geen geheim meer is, hoewel zij die ze verkoopen, dit gelooven, maar als men de methode volgt die wij aanhaalden, zal men dezelfde uitkomst krijgen op veel goedkooper wijze. RIJKSLANDBOUWSCHOOL TE WAGENINGEN. Programma van het onderwijs voor het leerjaar 1886—1887. (Vervolg van bh. 141.) Omschrijving van het onderwijs. Afdeeling A. Eerste Klasse. Wiskunde. Rekenkunde. De hoofdbewerking met geheele getallen. Deelbaarheid. Grootste gemeene deeler en kleinste gemeene veelvoud. Gewone en decimale breuken. Metriek stelsel. Stelkunde: De hoofdbewerkingen met geheele vormen. Vergelijkingen van den eersten graad met ééne onbekende. Meetkunde: (alleen gedurende de tweede helft van het leerjaar) Rechte lijnen, hoeken, drie- en veelhoeken. Gelijk- en gelijkvormigheid van driehoeken. Natuurkunde. Algemeene inleiding. Plantkunde. Inleiding tot de morphologie. Het beschrijven van bloemplanten en van hare organen. Dierkunde. Kort overzicht van den bouw van het menschelijk lichaam.. Zoogdieren en vogels. Aardrijkskunde. le. Yan Nederland voornamelijk: Hoogte en aard van den bodem; de wateren; klimaat; voortbrengselen; middelen van bestaan; middelen van verkeer; topographie. 2e. Overzicht van Europa, vooral met het oog op den horizontalen en den vertikalen vorm, de wateren, het klimaat en de voortbrengselen. Geschiedenis. Eenige hoofdfeiten uit de algemeene en de Yaderlandsche geschiedenis. Nederlandsch. Lezen. Oefeningen in het zuiver schrijven. Practische taal- en schrijfoefeningen. Spraakkunst. Hoogduitsch. Lees- en schrijfoefeningen. Verbuiging der zelfstandige naamwoorden. Vervoeging der zwakke naamwoorden. Vertalingen. Spreekoefeningen. Fransch. Behandeling en toepassing van de hoofdregels der spraakkunst. Vertalen in het Nederlandsch. Lees- en spreekoefeningen. Engelsch. Practische inleiding. Lees- en spreekoefeningen. Hand- en lijnteekenen. Teekenen naar eenvoudige voorbeelden. Beginselen van het lijnteokenen. Inleiding tot de landbouwkunde. Tweede Klasse. Wiskunde. Rekenkunde: Evenredigheden en hare toepassingen. Vierkantsworteltrekking. Interest- en effectenrekening. Stelkunde: Vergelijkingen van den eersten graad.

156