KORTE MEDEDEELINGEN.

zeer worden bemoeilijkt, als in beide landen de voorstellen tot wet gemaakt zullen zijn. Hopen we, dat aan de verwachtingen voldaan zal worden van hen, die in de kunstboterindustrie en in het bedrog dat met kunstboter gepleegd wordt, de meenen te zien van den achteruitgang van onzen handel in echte boter. Al valt het niet te ontkennen, dat de kunstboter in dit opzicht mede eene rol speelt, toch is het even waar, dat boven alles de uitgevoerde echte boter van even goede kwaliteit als de Deensche- en andere te Londen in goeden naara zijnde boter zal moeten worden, wil men ook nog niet de rest van onzen uitvoerhandel in boter verloren zien gaan. Het tweede advies betreft de regeling van het landbouw-vakonderwijs, welk onderwijs door velen reeds sedert verscheidene jaren gewenscht, maar dat tot nog toe steeds door onoverkomelijke bezwaren, vooral finantiëele, werd tegengehouden. De Commissie stelt nu voor, dat eene Wet worde gemaakt, die voorschrijft, dat aan alle inrichtingen van dien aard, voor wier oprichting, onderhoud en exploitatie minstens 50 pCt. der kosten voldoende verzekerd zijn, het ontbrekende door een subsidie van staatswege zal worden aangevuld. Het toezicht op het onderwijs zou dan moeten worden opgedragen aan één of meer personen, door de Regeering aan te wijzen. Mocht een dergelijke bepaling vastgesteld worden, dan lijdt het geen twijfel of de ernstige pogingen, die reeds b. v. in Holland en Friesland tot de oprichting van scholen voor zuivelbereiding zijn aangewend, zullen dan wel met een goed gevolg bekroond worden. Dat men in Friesland ten opzichte van op nog tal van boerderijen hoogst noodzakelijke verbeteringen inde zuivelbereiding voortdurend onvermoeid naar maatregelen uitziet, blijkt o. a. uit de volgende raededeeling, voorkomende inde Prov. Overijss. en Zwolsche Courant: (1) '/De heer V. Carstens te IJlst heeft bij het hoofdbestuur der Friesche Maatschappij van Landbouw een voorstel ingediend, dat de provincie Friesland het initiatief neme, door tusschenkorast van het gewestelijk bestuur, een Fries tot zuivelbereidings-consuleut bekwaam te maken, welk voorstel krachtig wordt ondersteund door den voorzitter dier Maatschappij. Toen eender leden nader ingelicht wenschte te worden, op welke wijze zoodanig.consulent te vormen, bleek dat de voorzitter diezelfde vraag reeds aan den heer Carstens gedaan en ten antwoord gekregen had, dat men een boerenzoon, die de H. JB. school doorloopen had en daarna bij zijn ouders werkzaam geweest was, nog naar een paar beste boerderijen moest zenden, daarna een zuivelbereidingscursus in Duitschland laten volgen, om dan de beste boerderijen en fabrieken in Denemarken of Zweden te bezoeken. Alvorens een besluit te nemen, zal het hoofdbestuur het advies van de afdeeling in winnen. (1) Zooals onze lezers zullen opgemerkt hebben worden in ons Maandblad slechts zelden berichten uit de gewone dagbladen overgenomen. Dit geschiedt alleen dan, wanneer die berichten de duidelijke kenmerken van betrouwbaarheid dragen. Met des temeer genoegen doen wij het hier, daar reeds in jaarg. 1883 van dit Maandblad, blz. 100, door den heer Broekema het groote nut, dat zoogen. //Consulenten” op het gebied van zuivelbereiding zouden kunnen stichten, is aangetoond. Op blz. 4 van jaarg. 1883 komt de heer B. op dit onderwerp terug en toont aan, dat hoe voortreffelijk ook het landbouwonderwijs aan zoons van landbouwers gegeven, alsmede de Voordrachten van omgaande landbouwleeraars zijn, toch noch het een noch het ander in staat is om terstond verbetering aan te brengen, die zoo hoog, hoog noodzakelijk is. (Bij het corrigeeren der drukproef van bovenstaande, vestigen wij nog even de aandacht op twee opstellen in het N. v.d. D. (van 33 en 36 Mei jl.). In beide worden onze zuivelboeren nog eens weder met nadruk gewezen op de onmisbaarheid van eene eenkleurige (eenvormige), goed bewerkte, standvastige kwaliteit van boter. Daardoor alleen is de Deensche, Normandische, lersche boter er in geslaagd om nu zelfs ook de anders uitmuntende Friesche boter bijna geheel van de Londensche markt te verdringen.) (Red.)

94