NOG EEN BN ANDER OVER DEN LAKTOKRIET.

de kaasbereiding overblijft bezit, ineen groot aantal zeer kleine kogeltjes verdeeld gehouden. Het ineenvloeien der boterbolletjes wordt door deze viscositeit (zoo noemt men die kleverige geaardheid) verhinderd. Reeds vóór lang heeft men dan ook bij melkonderzoek door toevoeging van kalihydraat trachten te bewerken, dat die viscositeit opgeheven werd, doch inde praktijk bleek dit middel niet te voldoen. Ook de snelheid en regelmatigheid van de opstijging der vet kogeltjes (der roomafzetting) heeft men op verschillende wijzen trachten te bevorderen en, zooals bekend is, wordt tegenwoordig met verschillende soorten van Separators door middel van de middelpuntvliedingskracht een veel snellere en meer volledige roomafscheiding verkregen, dan dit door de gewone afrooming raogelijk is. Dr. C. P. G. de Laval, de uitvinder van den aan onze lezers welbekenden Separator en tevens van den Laktokriet, is er in geslaagd om inden laatstgenoemden toestel twee zaken te vereenigen, die voor een snelle en nauwkeurige vetbepaling een vereischte zijn, nl. I°. het in dun-vloeibaren, niet meer gomachtigen toestand overbrengen van de eiwitstoffen der melk en 2°. de snelle en regelmatige scheiding tusschen het soortelijk lichtere botervet en de zwaardere melkwei door middel van de middelpuntvliedingskracht, evenals inden Separator. Het eerste bereikt hij, door de melk te vermengen met een gelijk volumen vaneen mengsel, bestaande uit 20 deelen geconcentreerd azijnzuur en 1 deel zwavelzuur en door het mengsel van melk en zuren, na herhaald omschudden, 5 a 10 minuten in heet water te verwarmen. Hierbij wordt de melk, zelfs wanneer zij door beginnende

verzuring dik geworden is, volkomen vloeibaar, zonder dat het botervet verandering ondergaat. Het laatste wordt ineen volkomen scherp begrensde laag afgescheiden van de overige vloeistof, die dan niet de minste vetdeeltjes meer bevat. Dit geschiedt, zooals gezegd is, door toepassing van de eentrifugaalkracht, waardoor het lichtere botervet zich naar het middelpunt en de specifiek zwaardere melk wei naar den omtrek begeven. Op nevensstaande fig. 2

ziet men drie buisjes voorgesteld nadat de afscheiding der botervetlaag heeft plaats gehad. In het buisje A was melk met 3 pCt. in buisje B met 3'/a en in ü met 4 pCt. botervet aanwezig, zooals de zwarte strepen in het midden aanduiden. Daar de schijf, die inde plaats van den melktrommel van den Separator geplaatst en dan, op do gewone wijze, 6000 maal inde minuut rondgedraaid wordt (zie Ag. 1), twaalf proefbuisjes te

132