NOG EENS EEN ZUIVEL-P E A A T J E.

werd, gemaakt, zou dan het pleit gewonnen zijn en de Engelsche handelaar weder onze boter boven de Deensohe en andere de voorkeur geven? Men geloove het niet. Nemen wij eens aan dat b. v. 100 boerenvrouwen, ieder voor zich puike boter maken; een handelaar koopt die op en maakt er ééne partij van. De laatste verkrijgt dan echter, ook als hij ze zoo goed mogelijk dooreen werkt, geen waar die aan de tegenwoordige eischen van den handel voldoet / de verschillen in vastheid (consistentie), reuk, vooral ook kleur der door die 100 boerinnen afgeleverde boter zijn • ook bij overigens uitstekende kwaliteit te veel uiteenloopend om er handelswaar van te verkrijgen zooals men die tegenwoordig o. a. in Engeland gewoon is en verlangt. En tegenover die 100 bedoelde boerenvrouwen waren en zijn er immers steeds minstens 1 Omaai zooveel (om nu maar op de gisweg een cijfer te noemen), die geen botei le kwaliteit leveren? Dat was vóór 50 jaren zoo en ’t zal ook wel onveranderd zoo blijven. Menig handelaar, die deze inferieure botei opkoopt kan er nog veel minder goede handelswaar van maken, ook al worden er eenige stukken of vaatjes puike boter doorheen gewerkt. Juist deze wijze van handelen heeft de markt bedorven on de grond is er reeds voor gelegd, lang voor dat de kunstboterindustrie ontstond en tot bloei kwam.

Wij wenschen op dit trouwens eenigszins netelige onderdeel der hier behandelde zaak niet door te gaan; de belangstellende lezer van het „Maandblad” kent daaromtrent ook reeds voldoende onze meening. Het zwaartepunt der kwestie reeds eenige jaren geleden en sedert herhaaldelijk door ons in het licht gesteld, nl. de noodzakelijkheid van veel meer nog dan thans algemeen toegepaste fabriekmatige boterbereiding mag echter nog wel eens ter sprake gebracht worden. Voornamelijk het groote nut der werktuigelijke roomafscheiding met de bekende Separators of Centrifugen, door stoomkracht, (waterkracht?) en desnoods door menschenhanden in beweging gebracht, wenschen wij nog eens ernstig aan den nadenkenden en vooruitstrevenden houder van melkvee ter overweging aan te bevelen. De heer Jb. Boeke, lid der Firma Boeke & Huidekoper te Groningen, eenig Agent voor de Melkseparators van de Laval

en die steeds bereid is daaromtrent alle mogelijke verlangde inlichtingen te geven, was zoo vriendelijk ons de cliche’s van de twee in dit opstel voorkomende figuren ten gebruike af te staan. Wanneer iemand een lOtal jaren geleden had willen voor-

68

Baby Hand-Separator, de kleinste die gemaakt wordt.