RATIONEELE VOEDERING VAN HET RUNDVEE.

krachtvoedermiddelen, wanneer men dit alles in het oog houdt dan kan er geen twijfel bestaan, of het is verkeerd de dagelijksche behoefte aan proteïn van eene melkkoe dooreen enkel, voor alle gevallen geldend cijfer te willen aanduiden. Toch wordt zeer menigvuldig met eene zekerheid alsof het hier een axioma gold verkondigd: „de melkkoe moet op iedere 1000 KG. levend gewicht 2.5 KQ-. verteerbaar proteïn ontvangen”. Zulk eene opgaaf is onjuist en onwetenschappelijk. Dit cijfer 2.5 mag zelfs niet eens als een gemiddeld cijfer aangenomen worden en zelfs al ware dit zoo, dan zou het voor de praktijk zonder waarde zijn, omdat voor de bepaling van hetgeen eene melkkoe behoeft, uit den aard der zaak, zooals boven is aangetoond, een gemiddeld cijfer voor het afzonderlijk geval volstrekt geene beteekenis hebben kan. Zulk een hoog proteïngehalte in het dagelijksch rantsoen als hier boven is opgegeven wordt slechts vereischt voor zeer goede melkkoeien in het best van hare laktatie-periode; aan nog betere dieren kan wel is waar in haar besten melktijd zelfs eene nog grootere hoeveelheid proteïn met voordeel verstrekt worden, doch beide zijn uitzonderingen. Hoe meestal de stand van zaken in de praktijk is, toonen ons ten naaste bij de vroeger reeds medegedeelde uitkomsten der door Fleischmann met den veestapel te Raden genomen proeven. Voor de 18 oudmelksche maar toch nog ongeveer 4 liter per dag voortbrengende dieren was een gehalte van 2.11 KG. verteerbaar eiwit in het dagelijksch rantsoen per 1000 KG. levend gewicht reeds te hoog. Daarentegen leverden de 18 versehmelkende koeien nog voordeel van 2.29 KG. eiwit; dit was echter het hoogste punt. Daarbij kan, volgens hetgeen boven is uiteengezet, ten aanzien van de physiologische werkzaamheid der melkklieren verondersteld worden, dat de koeien bij dit proteïngehalte van het rantsoen het maximum van melkopbrengst bereikten. De geringe vermindering van levend gewicht zou waarschijnlijk reeds door eene vermeerdering tot op 2.35 KG. proteïn voorkomen zijn geworden; geldelijk zou zij echter, zooals eveneens uit het bovenstaande blijkt, niet raadzaam zijn, omdat de geringe vermindering van lichaamsgewicht die bovendien de grenzen der fouten bij dergelijke bepalingen zeer nabij komt bij de later volgende weidegang vergoed zoude worden. Daarom raadde Prof. Fleischmann, volkomen correct aan, het gehalte aan proteïn niet verder te verhoogen, en het gunstige gevolg, zooals dit de jaarlijksche opbrengst bewees, rechtvaardigde zijne handelwijze. Zooals hier het geval was, zal bij nauwkeurig onderzoek ook zeer dikwijls blijken, dat zelfs voor beste melkkoeien inden besten tijd der laktatie-periode 2.5 KG. verteerbaar proteïn te veel is. Wilde men voor den geheelen veestapel gemiddeld deze verhouding toepassen, dit zou steeds eene erge verspilling van proteïn zijn. Zulk een algemeen, voor de meeste gevallen te hoog cijfer voor alle gevallen zonder eenig voorbehoud voor te schrijven, is niet alleen onjuist maar het veroorzaakt den landbouwer ook geldelijk nadeel. Men neme slechts in overweging, dat de door de boerderij opgeleverde bestanddeel en der voederrantsoenen, zooals bij de inlei-

139