DE SUIKERBIETENTEELT.

een dezer proeven te nemen, daarvan tijdig bericht te ontvangen, daar het zaad uit het buitenland moet ontboden worden en ook voor de bemesting de noodige maatregelen getroffen. Een te late uitzaaiing zou echter de proeven zeer in waarde verminderen en de opbrengst voor den proefnemer kleiner maken. HET BETALEN DER MELK NAAR VETGEHALTE (1). Niet alleen de ondernemer, die op eigen rekening een boteren kaasfabriek opricht, moet voortdurend kunnen nagaan of de melk, die van de boeren wordt aangekocht, wel onvervalscht en van goede hoedanigheid is, maar ook de leider van eene coöperatieve zuivelfabriek dient nauwkeurige werktuigen tot controle van de melk der aandeelhouders te bezigen. AI zijn die deelgenooten ook nog zoo weinig in getal en al staan ze in nog zulk eene goede verhouding tot elkaar, toch zijn ze als ’t ware verplicht jegens elkander om de melk, die elk hunner levert, voortdurend op haar gehalte aan vaste en vooral vetbestanddeelen te onderzoeken. Want zonder dat er van eenige vervalsching sprake behoeft te zijn, kan er een aanzienlijk onderscheid bestaan inde samenstelling van eenige monsters melk. Het is toch genoeg bekend hoe het gehalte van de melk der eene koe dikwijls sterk verschilt van dat der andere, hoe de melk van eene koe in do verschillende tijdperken, gedurende den tijd dat zij gemolken wordt, verschillende graden van vetheid heeft en hoe ten slotte de avond- van de morgenmelk verschilt en de hoedanigheid van de melk veranderlijk is naar gelang het voer dat men de koeien verschaft, beter of slechter is. Met zulk een wisselvallig materiaal gaat men wel wat veel te goeder trouw te werk in onze reeds talrijke zuivelfabrieken. Dikwijls wordt aan melkonderzoek in ’t geheel niet gedaan of men stelt zich tevreden met grove uitkomsten, met behulp van lactodensimeter, cremometer van Chevallier, Lactoscopen en andere eenvoudige werktuigen verkregen. Nu is het waar dat de melk vaneen geheelen stal van bijv. 20 koeien verkregen, gewoonlijk in gehalte iets nader komt tot de melk uit een’ anderen stal, het onderscheid is meestal niet zoo groot meer, omdat het individueele verschil is opgeheven door de menging van zooveel melk, maar toch kan het onderscheid nog aanzienlijk groot zijn. leder ziet in, dat wanneer reeds de onvervalschte melk zooveel in gehalte kan verschillen, (zooals straks door eenige voorbeelden zal worden aangetoond), het niet alleen noodig is om de vervalschte melk er van te leeren onderscheiden, maar ook om het gehalte van alle geleverde melk nauwkeurig te bepalen en bij de uitbetaling het vetgehalte tot maatstaf te nemen. Ik laat hier eenige cijfers volgen, verkregen door scheikundig (1) Vergel. Maandblad 1887, blz. 66. Hoewel als afdruk vaneen niet genoemd tijdschrift of vakblad ingezonden, nemen wij dit opstel wegens den belangrijken inbond hier gaarne over. (Red.)

92