HET VEREDELEN VAN ZAAIGRANEN IN ZWEDEN.

tentoonstelling yan de landbouwvereeniging „Landbouwbelang”, in Schouwen en Duivenland gehouden den 16“ Februari 1888 , behaalde de reeds genoemde Heer Kylberg eenen eersten prijs voor zijne witte Nieuw-Seelandsche haver, en eenen tweeden prijs voor zijne zwarte pluim-haver, beide aldaar tentoongesteld door de firma de Wed. J. Leupen & Zoon te Haarlem, eenige agenten in Nederland voor den Heer Kylberg, welke genoemde Hollandsche firma in A°. 1889 ook reeds veel meer orders ontving dan in A°. 1888. Het is natuurlijk, dat de Zweedsche zaaigranen niet direct dezen trap van volkomenheid hebben bereikt; de „Yestgota Korrespondenten” van 11 Juni 1889 schrijft daarvan: „Eene aangelegenheid, welke in onzen tijd al meer en meer onze landbezitters begint bezig te houden, is de groote nationale economische vraag, betreffende het verbeteren en veredelen der zaaigranen. Men begint eindelijk in Zweden de oogen te openen en men begrijpt nu, dat het in onze dagen niet meer gaat, alles op dezelfde wijze te behandelen als vroeger. Krachtige pogingen, welke meer en meer vorm kregen, door vorming van vereenigingen ter bevordering van het veredelen van zaaizaden, werden inde laatste jaren aangewend, om de Zweedsche zaaigranencultuur te verbeteren. Het gevaar was dan ook werkelijk voorhanden, dat Zweden op buitenlandsche graanmarkten uitgesloten zou zijn. De kennis van de noodzakelijkheid en van de voordeelen om bij het zaaien slechts gereinigde, veredelde granen te gebruiken, was nog niet oud in Zweden; ja, het is zelfs nog niet langer dan acht a tien jaar geleden, dat de grootste en meest practische grondeigenaars dezen stelregel ronduit voor nonsens verklaarden. Toen was men nog inde veronderstelling, dat het beter was mooi zaad tegen hoogen prijs te verkoopen; en goedkoop, doch slecht zaad voor den zaai te gebruiken.” Gelukkig zijn er tegenwoordig niet veel te vinden, die nog aan deze onnatuurlijke leer vasthouden. De persoon die in Zweden het eerst aan ving met het veredelen van zaaigranen was de bekende groothandelaar, de Heer Johan Kylberg te Skara. Hij heeft met meer dan gewone energie en na 20jarigen onvermoeiden arbeid, niettegenstaande hij met veel tegenwerking en wantrouwen te kampen had, zijne garst- en haversoorten eene eerste plaats doen verwerven door geheel Zweden en vooral op de Yestergotlandsche markten. Het is hier de plaats, dat wij met eenige woorden terug zien op den arbeid van den Heer Kylberg inde zaadcultuur. In het jaar 1867 bekwam de Heer Kylberg, toen nog leeraar aan de Koninklijke Landbouwschool te Kalmar, eene toelage van 1000 kronen, om hem tegemoet te komen inde kosten eener reis door Holland, Zwitserland, Oostenrijk en Duitschland, om aldaar den landbouw en de zuivelbereiding in oogensohouw te nemen. Kylberg, die reeds in zijne jeugd eene groote voorliefde koesterde voor de botanie, maakte in deze landen eene nauwkeurige studie van alles wat tot den landbouw behoort. Een jaar na zijne terugkomst ondernam hij weder eene reis en

167