KÜLTUURPROBVEN MET SUIKERBIETEN.

bouwen, wanneer hij n 1. het gehalte en niet het gewicht der bieten betaald krijgt, omdat de uitputting van den grond aan phosphorzuur, kali en stikstof ongeveer evenredig is met het aantal Kg. geoogste bieten. Hij kan dus bij de nieuwe wijze van contracteeren gerust het door den fabrikant geleverde zaad van kleine bieten verbouwen, mits deze hem de volle waarde voor zijn product betaalt. Tot zooverre de heer Pitsch. Men ziet dus dat, zooals wij reeds meermalen opmerkten, bij goeden wil en helder inzicht van beide zijden, zeer goed eene bevredigende overeenstemming bereikbaar is. v. P. BEMESTING YAN VRUCHTBOOMEN. (Uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant) Was men, nu een 25tal jaren geleden, algemeen van meening, dat boomgaarden evenals weiland ’t best zonder bemesting kunnen stellen alsof boomen en gras uitsluitend „van de lucht” leefden tegenwoordig weten de landbouwers dit wel beter. Ten minste wat de weiden aangaat. Yruchtboomen te bemesten, dat komt nog zeer velen, zoo niet geheel nutteloos, dan toch vrij noodeloos voor. De meeste boomkweekers echter zien wel degelijk het groot voordeel in; het verkrijgen van meer en betere vruchten van de boomen, door den grond flink te bemesten. Whs de stalmest beter gezegd koemest maar overal in goede kwaliteit en voldoende kwantiteit tegen billijken prijs verkrijgbaar, de echte kweeker zou er zich nog veel meer dan nu reeds van bedienen. Maar nu zoekt men naar hulpmeststoffen, en zoo kocht onlangs een bekend kweeker in Holland een partij kippenmest, teneinde inde plaats van koemest en stratendrek, die hij vroeger bezigde, de vruchtboomen en daaronder geteelde groenten het noodige voedsel te verschaffen Daar hj begreep, dat hoendermest alléén een te eenzjdig werkende meststof is, die de planten te veel in het blad doet schieten, vroeg hij raad bj een landbouwkundige en deze antwoordde als volgt: De hoendermest ook de uwe half met zand vermengde alléén te gebruiken is niet raadzaam. Behalve de stikstof (als ammoniak en wat salpeterzuur) waaraan deze mest vooral rijk is, behoeven de boomen ook phosphorzuur en kali (potasch). Gesteld, de bedoelde hoendermest bevat 8 pCt. stikstof, (de hoeveelheid kan echter zéér verschillen!) dan zou ik u raden 400 a 600 Kg. daarvan op de H.A. te gebruiken. Yerder voor het vereischte phosphorzuur 600 a 700 Kg. Thomasphosphaatmeel en voor de kali 300 Kg. chloorkalium of nog liever 3 a 4 maal zooveel Kaïnièt, maar dan moet deze, even als het Thomasphosphaat vóór half Maart uitgestrooid, als gj nog in dit jaar uitwerking van deze beide hulpmeststoffen wilt zien. N.B. De Kaïniet is ongeveer 3.5 maal goedkooper dan het chloorkalium en bezit behalve kali ook nog andere nuttige bestanddeelen en eigenschappen. Is uw grond arm aan kalk (bruischt hj, met een weinig zoutzuur of sterken azjn overgoten, niet op), dan zou ik bepaald bj het bovenstaande 500 a 800 Kg. versch gebluschte kalk voegen;

43