DE TEELT VAN GRASSEN VOOR HET WINNEN VAN ZAAD.

zaad van Wilde Zuring. Vroeger werd het veel naar Engeland uitgevoerd; tegenwoordig minder. In 1889 is de zaadopbrengst zeer groot geweest en is daardoor de prijs thans laag, zoodat het aan te raden is om het voor het aanleggen van blijvende weiden op zandigen grond in goede hoeveelheid te gebruiken. Behalve de reeds genoemde, worden in Duitschland nog verscheiden andere graszaadsoorten door kuituur gewonnen, echter slechts in kleine hoeveelheden en daar de navraag ook niet belangrijk is, zijn zij van geringe beteekenis Voor hen, die de eene of andere soort mochten willen verbouwen volgen hier nog eenige wenken. Men teele liever ééne soort dan meer te gelijk en slechts die, welke op den ter beschikking zijnden grond het best groeit. Heeft men de keus tusschen verschillende soorten, dan kieze men die, waarvan het zaad tijdelijk het meest verlangd en goed betaald wordt. Men late zich door het mislukken vaneen enkele kultuurproef niet afschrikken, maar trachte de oorzaken van het mislukken op te sporen en weg te nemen. Men drage zorg, het geoogste zaad zoo vroeg mogelijk en inden best mogelijken toestand ter markt te brengen. En eindelijk trachte men niet koopers te lokken door met bijzonder zorgvuldig klaar gemaakte monsters te pronken, maar geve slechts monsters die voor de hand uit de geheele, reeds gereed gemaakte partij genomen zijn. Ten slotte ontleenen wij aan Fuhling’s landw. Zeitung een voorbeeld uit de praktijk van opbrengsten van Grassen voor zaadwinning, verbouwd door J. Michalowski te Hohenheim (Wurtemburg). Hij nam daartoe Engelsch, Italiaansch en Fransch Raaigras, waarvan het zaad in rijen van 20 centim. afstand en zoo dun gezaaid werd, dat niet meer dan 30,5 kilogrampercenten op de hectare kwam. Onder „kilogrampercenten” wordt hier verstaan, het product van de cijfers der gevonden Gebruikswaarde (percenten Kiemkracht maal perc. Zuiverheid gedeeld door 100) en hoeveelheid zaaizaad die men gebruikt, gedeeld door 100, bv. van zaad met 85 pCt. Gebruikswaarde zaait men 40 kgr. dan staan deze laatste gelijk met 34 kilogrampercenten (85 X 0.40 = 34). In het voorbijgaan zij echter opgemerkt, dat deze hoeveelheid in zeer zuiveren en bijzonder zorgvuldig toebereiden en vruchtbaren grond voldoende kan zijn, maar dat men inden regel veiliger handelt door wat meer zaaizaad, bv. 35 a 40 kilogrampercenten in het hier beschreven geval (Engelsch Raaigras) te gebruiken. Geoogst werd van dit Gras per hectare in 1886 4815 kgr. gras = 1605 kgr. hooi en in 1887 4098 kgr. stroo en kaf benevens 632 kgr. zaad, welk laatste 98 pCt. Zuiverheid en 91 pCt. kiemkracht, dus 89.2 pCt. Gebruikswaarde bleek te bezitten. De 632 kgr. zaad komen overeen met 564 kilogrampercenten (6.32 x 89.2). De geldswaarde bedraagt dus: . , „ . | 1605 kgr. hooi h ƒ 2.40 de 100 kgr. ... ƒ 38.52 1 Engeiscbßamgms I 4098 ; stroQ en kaf v ƒ I#so de 100 kgr. . * 61.47 ( ommy er enne). J kilogr.percenten zaad a 25.2 ets. per kgr.pct. " 142.13 Samen ... ƒ 242.12 Opbrengst in 1 jaar » 121.06

102