SUIKERBIETEN OP RILLEN EN MET VLOEIBARE MEST VERBOUWD.

Kort samengevat zijn dus de resultaten der hier beschreven proefneming deze: dat het in drogen toestand of als vloeistof toegepast gebruik der meststof wel geen bepaalden invloed uitoefende op de kwaliteit, maar wel op de kwantiteit der geoogste bieten; de vloeibare mest heeft eene aanmerkelijke vermeerdering der opbrengst te weeg gebracht. Deze door de vloeibare bemesting veroorzaakte meer-opbrengst is waarschijnlijk door den abnorm drogen zomer zoo duidelijk sprekend geweest, want zij zal bij de toepassing van de von Bertelsche methode in droge jaren wel niet uitsluitend alleen aan het gehalte aan plantenyoedingsstoffen hoewel deze ongetwijfeld volkomen tot uitwerking komen toegeschreven moeten worden. Hierbij is ook wel de omstandigheid in aanmerking te nemen, dat tengevolge van het onderwerken van den mest in verticale lijn, eene verbinding der diepere lagen van de bouwvoor, ja van den ondergrond met de oppervlakte van den akker en hierdoor met de atmosfeer in het leven geroepen wordt, waardoor de hygroscopische (vochtaantrekkende) werking der meststoffen, hier bepaaldelijk de Chilisalpeter, zich kan doen gelden. Immers moet daar, waar zooals in dit geval, vlak onder de planten eene zekere hoeveelheid hygroscopische stoffen aanwezig is, die bij aanhoudende droogte het vocht gebonden houden of ook uit de atmosfeer aantrekken, dit vocht aan den groei der planten ten goede komen ,en de laatste in gunstiger toestand verkeeren dan in die, waar deze uitwerking niet plaats vindt. Daar voor de bemesting, op de Ha. berekend, gebruikt is 24,11 kgr stikstof a f 1.15 = f 27.73 en 27,08 kgr. phosphorzuur a ƒ 0.38 = f 10.29, komen de gezamenlijke onkosten der bemesting te staan op f 38.02 de Ha. Daar nu tegen onbemest een gemiddelde meeropbrengst werd verkregen; a) bij vloeib. bemesting 11 293 kgr. bieten a f 1.38 de 100 kgr. f 155 84 h) !. dr.°ge » 4HB „ , „ „ 56.83 geeft dit eene méér opbrengst bij a) van ƒ 99.01 en wordt de vloeibare mest betaald met 410 pOt. de droge bemesting 149 of de eerste 261 pOt. beter, een resultaat, dat wel opmerking verdient en dat een bewijs er voor levert, dat men bij toepassing van de v. Bertelsche methode inde besparing van mest zeer ver gaan kan. De proeven hebben echter niet alleen den voorrang aangetoond van de vloeibare bemesting boven de droge bemesting met betrekking tot de hoeveelheid der opbrengst aan bieten, maar ook, dat bij de eerste meer suiker geoogst werd dan bij de laatste, zooals de volgende cijfers bewijzen: BemestinS vloeibaar droog geene Nommers der perceelen. 1 5 9 37 TT Suiker van de Ha . 7243 5653 6891 4836 5512 5832 4637 5080 Gemiddeld .... 6596 ~4B^~W~ Meer dan onbemest . 1737 * 534 « b Vloeib. méér dan droog. 1203 »

141