van licht, tot wegneming van vooroordeelen, in vele streken bij landbouwers bestaande, dat, wat men doet goed is omdat het altijd zoo is gedaan; omdat er misschien grondslagen zullen kunnen gelegd worden voor eene meer blijvende vereeniging, een centraal genootschap van landbouw, om eenheid tot bevordering van den landbouw daar te stellen, en alzoo tot de welvaart van ons gezegend en dierbaar Vaderland mede te werken.” //Ik hoop den uitslag uwer beraadslagingen later te. vernemen, om Uwe voorstellen te overwegen, terwijl gij, Mijne Heeren! steeds van mijn groote belangstelling kunt verzekerd zijn.” Wij allen weten hoe Z. M. nog inde allerlaatste jaren zijns levens deze belangstelling door daden toonde, zoo b.v. door de krachtige finantiëele en moreele ondersteuning der JSTederl. Heide-Maatscbb, de geschenken van schoone fokdieren, werktuigen en andere aan sommige landbouw-maatschappijen enz. Staren wij nu met weemoed op des Konings stoffelijk overschot, wij doen het ook met dankbaarheid; en tevens met vertrouwen op onze aanvallige jeugdige Koningin en Hare waardige Moeder, welke laatste het Nederlandsche volk reeds onverbreekbaar aan zich heeft verbonden, dooide hartelijke, zelfopofferende toewijding aan Haren zieken Gemaal en bij de zorgvuldige opvoeding van Haar Kind. Moge het heiden goed gaan en onder Haar Bestuur ook den Yaderlandschen Landbouw ! Red.