O TER GRAANVEEB DELING.

van iedere plant afzonderlijk te kunnen houden; van dein zijn oog meest volkomene planten en aren zocht hij dan op nieuw de beste uit. Met _ deze streng stelselmatig volgehoudene „teeltkeus” ging hij eemge jaren achtereen voort, tot hij eindelijk de verlangde graad der veredeling verkreeg; eerst dan zaaide hij het zaad in het groot uit. De uitstekend goede resultaten van deze methode blijken uit de volgende cijfers, betreffende de toeneming der lengte van de aren, die van het aantal korrels in iedere aar en die van het aantal halmen vaneen uitgezaaide korrel van zijne beroemde Hallets- of „Original Eed” tarwe, die bij ons meestal goudgeel gekleurde korrels voortbrengt. 1857. Stamaren 4| M. lengte, 47 korrels halmen. 1858. Aren schooner dan in het vorige jaar » « 79 „ 10 ~ 1859. Aren // // « „ „ „ 7.3 „ „ /f v 1860. Aren onvolkomen door natte oogst ? t, p 39 „ 1861. Schoonste aren 8-| // // 123 // 52 >/ In vier jaren tijds was dus de lengte der aren juist verdubbeld, het aantal korrels inde aar bijna driemaal het vermogen om uittestoelen (aantal halmen van één korrel te vormen) vijfmaal zoo groot geworden. Op dezelfde wijze en met dezelfde gunstige uitkomsten teelde Hallet nog twee tarwevariëteiten met witte kafjes, de zoogen. „Hunters White” en de „Victoria White” alsook eene tarwe met roode kafjes de „Golden Drop Eed”. Volgens deze Halletsche methode, zag spreker nu ook de kundigste graankweekers inde Pr. provincie Saksen te werk gaan. Alleen bleek het hier en daar gevaarlijk, om de wintertarwe in het koude klimaat van Noord-Duitschland zoo ver uiteen te zaaien, als Hallet dit in het vochtig-warme Engelsche klimaat gerust doen kon; de onderlinge beschutting dooreen meer dichten stand tegen strenge vorst bleek noodzakelijk. Daarom ging men zoo te werk, dat men de uitgezóchte zaden ongeveer in Februari uitzaaide in liefst uit koemest en leem geperste bloempotten, ze daarin ineen broeibak of op een andere beschutte plaats liet ontkiemen, ten einde te verkrijgen, dat de plantjes, op een voet in het vierkant uitgeplant, ongeveer even sterk ontwikkeld waren als de op het vrije veld uitgezaaide. Daar bij de veredelingsmethode van Hallet telkens slechts een klein gedeelte van den oogst voor de eigenlijke veredeling uitgezaaid werd, kan het overige gedeelte van de kuituur op het vrije veld gebruikt worden en verkrijgt men zoodoende van lieverlede zaaizaad van de eerste-, tweede-, derde- enz. graad van veredeling. Als voorbeeld van de vermeerdering der opbrengsten, die men in de Pr. prov. Saksen door deze methodische intensieve veredeling van soorten pleegt te verkrijgen, mogen de volgende cijfers dienen, door den bekenden teelder van Haver, Beseler-Anderbeck (tegenwoordig te Weende bij Göttingen) in 1884 bekend gemaakt. Van 1 H.A., berekend tegen een waarde van f 9.60 voor 100 Kg. haver en van f 1.20 voor 100 Kg. stroo en kaf, verkreeg hij:

14