OV B K GÏAiSTBIBBÏUSe.

maar al te veel over het hoofd gezien. Met welke veelbelovende namen is reeds menige zoogen. nieuwe en constante soort (b. v. van Aardappels en Vlas) ingevoerd, die echter ineen andere streek dan waarvan zij afstamde verbouwd, daar volstrekt niet voldeed. Men mag daarom echter niet beweren, dat dergelijke hooge opbrengsten als boven, uit de Pruis, provincie Saksen zijn medegedeeld, ook elders niet zouden te verkrijgen zijn. De goedkoope troost: , onze grond kan absoluut niet meer opbrengen dan hij reeds doet”, gaat niet door, tenzij men het bepaalde bewijs voor deze bewering bezit. Dit bewijs is echter nog nergens geleverd en kan ook niet geleverd worden; wel, dat iedere grond, zelfs de meest onvruchtbare , tot het leveren van hoogere opbrengsten kan gedwongen worden. Of wat anders bewijzen de onverwacht aanzienlijke oogsten van de zand- en veengronden van Schulz te Lupitz, Rimpau te Cunrau en anderen, om niet eens te spreken van de vloeiweiden in het ververwijderde Dakota! Hoeveel men door gepaste waterafvoer en toevoer, door groenbemesting met stikstofverzamelende gewassen, door verbouw van den grond verbeterende tusschengewaseen, door doelmatige diepe grondbewerking en allerlei andere moderne maatregelen, uit den akker nog halen kan, moet eigenlijk eerst de nood en de toekomst leeren. Ook de vrees van sommigen, dat de grond dergelijke hooge opbrengsten onmogelijk op den duur kan blijven opbrengen, mist iederen redelijken grond, ’t Spreekt wel van zelf, dat men bij de hier bedoelde intensieve kuituur ook zorg moet dragen, dat de bestanddeelen, die door de oogsten aan het land worden onttrokken, steeds volkomen of liever ruimschoots worden aangevuld, ’t Kan niet tegengesproken worden, dat onze gewone opbrengsten op verre na niet het mogelijke maximum bereiken. Waar men in afzonderlijke gevallen het voortbrengingsvermogen van den grond door de bekende hulpmiddelen niet te hulp kan of wil komen, behoorde men ten minste het voortbrengend vermogen van het zaaizaad trachten te vermeerderen en wel door de rationeele keus en teelt van bepaalde soorten der kultuurgewassen. Het allerbeste natuurlijk, door het doen samenwerken van beide factoren, een voortreffelijken grond en voortreffelijk zaaizaad. In ieder geval mag men niet langer schouderophalend en minachtend spreken van handelsspeculatiën van sommige kweekers, of ook van de theoriën van eerzuchtige plantenkundigen. Yeeleer kan en behoorde ieder landbouwer die nadenkt er zich op toe te leggen, om op zijn eigen grond de beste soorten uitte vinden en die soorten naar eigen behoefte zooveel mogelijk te verbeteren. Aan talrijke landbouwers in iedere streek zou ook door het zich met alle inspanning toeleggen op de kuituur en veredeling vaneen bepaald gewas, door verkoop van zaaizaad, afzonderlijk of in vereeniging met anderen (coöperatief), een rijkvloeiende bron van inkomsten geopend worden. De voorbeelden van beroemde of bekende teelders van bepaalde soorten, zooals b. v. van de Probsteier zaden, moedigen hier wel toe aan; de navraag naar dergelijke producten is gewoonlijk veel grooter dan het aanbod, mits men verzekerd zij van den echten oorsprong.

56