OVER: GEAANVERBDELIN G.

Niet minder bekend en uit bestaande natuurwetten verklaarbaar is verder het feit, dat de neiging tot veranderen van bestaande eigenschappen, die aan ieder organisme eigen is, de kans van het welslagen van kultuürgewassen, die van geïmporteerd zaaizaad worden gekweekt, steeds twijfelachtig is, en na kortoren of langeren tijd eene verbastering verwacht kan worden De door vele kweekers, voornamelijk door beginners op dit gebied, verzekerde en aanceprezene absolute standvastigheid of soortvastheid van hunne nieuwe teeltproducten, berust of op grooter of geringer zelfbedrog óf eenvoudig op reclamegeest. Vooral bij de door kunstmatige kruising verkregen zoogen. nieuwe soorten van halmgewassen is het, vooral door de nauwkeurige en vele jaren volgehouden waarnemingen van W. Eimpau gebleken, dat de zoogenoemde en voor het gebruik beslissende standvastigheid van zulke nieuwe kruisingsproducten, steeds met een zekeren argwaan beschouwd moet worden, daar terugslag op ongewenschte eigenschappen der voorouders zeer licht mogelijk is, alsmede de neiging bestaat tot de vorming van geheel nieuwe variaties. Maar ook door „Reinzucht” ontstane, en in hunne eigenschappen betrekkelijk vrij standvastig geworden plantensoorten, zijn dit laatste, ja kunnen dit zelfs niet anders zijn dan betrekkelijk; de hooge mate van zekerheid bij het overerven van haar eigenschappen kan en zal slechts dan verwacht worden, zoolang de uitwendige voorwaarden waarbij die eigenschappen tot stand kwamen, dezelfde zijn. Heeft daarin verandering plaats, brengen wij veredelde soorten uit de streek waar zij oorspronkelijk behooren, over naar zulke plaatsen, waar aanmerkelijk andere toestanden, wat grond, klimaat, verpleging en bemesting aangaat, bestaan, dan strijdt het tegen de natuur der dingen, tegen bepaalde natuurwetten (.het „Aanpassingsvermogen”), dat deze geïmporteerde soorten niet zouden reageeren en in liet organisme, wat vorm, levenswijze, productie betreft, geene veranderingen zouden ondergaan. _ Evenals men het bij de veeteelt veelvuldig heeft opgemerkt, dat veredelde rassen inde streek of provincie waar zij a. h. w. ontstonden, het meest standvastig bleken te zijn, is het ook op het gebied van veredelde kultuurgewassen wenschelijk, soms zelfs noodzakelijk, dat eene bepaalde streek ook haar eigene veredelde plantensoorten vormt en kweekt. Ook voor het geval dat de verkoop van zaaizaad vaneen veredeld gewas niet het hoofddoel van het bedrijf is, maar men meer voor gewoon algemeen gebruik produceert, kan de teeltkeus toch zeer goed met voordeel in praktijk gebracht worden. Yoor het doel van zulke plantenteelt de methode der kunstmatige kruising, of het verder voortkweeken van plotseling ontstane variëteiten, kortom, werkelijke nieuwe soorten in het leven te willen roepen, zou het vermogen van den gewonen landbouwer te boven gaan, daar deze handelwijze veel te tijdroovend en subtiel is uitgebreide botanische kennis, voornamelijk van de geslachtsdeelen' der bloem vereischt, en bovenal, zooals reeds opgemerkt is slechts twijfelachtige resultaten doet verwachten. Geheel anders daarentegen staat het bij de andere methode: de uitvoerig besproken

57