BESTRIJDING VAN DE NEMATODEN OP SUIKERBIETEN.

deelige wijze van de hand te doen. De gewone wijze van toebereiding der hennipvezel is in het in ’t groot gedreven suikerbieten bedrijf niet goed ten uitvoer te brengen en te kostbaar. De proefneming om door machines zonder voorafgaand roosteren de hennip te bewerken bleven tot nog toe voor de praktijk zonder afdoend resultaat. Zoo ’t schijnt echter zal deze kwestie nu spoedig opgelost worden; de heer Max Raabe te Gromeral in Engeland construeerde eene machine, die oorspronkelijk voor Rameh bestemd, ook voor de bewerking van hennip gebruikt worden kan. Eene hoeveelheid hennip, afkomstig van het proefveld te Halle en naar Gomeral gezonden, werd op zeer bevredigende wijze gehekeld. De uitvinder wacht nu nog op het partij trekken van zijn patent, vóór de machine inden handel komt. Dan kan ook de kuituur der Hennip mede dienen als hulpmiddel tot onderdrukking der Nematoden. (Zooals men weet vereisoht de Hennip een zeer humnsrijken niet te stijven grond en tevens overvloedige bemesting. De kuituur kan dan echter zeer voordeelig zijn, terwijl zij tevens een uitmuntend gewas is tot voorbereiding van den grond voor andere veeleischende gewassen zooals Koolzaad, Vlas, Tarwe enz. Tamelijk in bet groot wordt de Hennip in het land van Waes (Vlaanderen) verbouwd, terwijl volgens het laatst verschenen officieele landb -verslag in 1886 in Zuidholland nog 349 —en jn Noordbrabant 28 Ha. (bovendien in Drenthe, Limburg en Gelderland gezamenlijk nog 5 Ha) met Hennip werden bebouwd. Lr is echter bij vermeld, dat de kuituur van lieverlede aanmerkelijk is ingekrompen, vooral door de lage prijzen der hennipvezel en doordien de groote hoeveelheid mest die er voor vereischt wordt, met meer voordeel op de weiden kon gebruikt worden In gevallen echter waarin deze kuituur krachtig zon kunnen meewerken tot bestrijding der. Nematoden, levert de bemestingskwestie geen overwegend bezwaar meer. Ook hier zou natuurlijk weder de becijfering van het al of niet voordeelige der kuituur voor ieder bijzonder geval beslissen moeten Bed. M.) Vervolgens beproefde ik de kuituur van laat Vlas, maarde kwaliteit van het linnen van het 2 Mei gezaaid Vlas verkregen, liet te wenschen over. Des temeer was ik verheugd, toen ik op een meer gunstigen uitweg door eene in het jaar 1889 opgedane ervaring opmerkzaam werd. Een akker met oude Lucerne had ’s winters zeer geleden en toen het scheen, dat in het voorjaar geen verbetering ontstond, besloot ik het land met tweevoor om te ploegen en liet er den 16™ Mei de van verschillende aardappelsoorten overgeschoten poters opbrengen. De aardappels ontwikkelden zich goed en leverden gemiddeld van de Ha. ruim 16 800 kg.; ook de kwaliteit was bij de vroeg en bij de laat rijpende soorten beide zeer bevredigend. Dit resultaat bracht mij op de gedachte: vroege Aardappelen als late Aardappelen te verbouwen, d.i. soorten die slechts een korten groeitijd bezitten laat te 'poten om vooraf nog een kuituur van vangplanten voor Nematoden van het land te kunnen verkrijgen en vernietigen. In 1890 werd hiervan een proef genomen op een stuk land van 2 Ha. De vangplanten werden op den 25™ Maart gezaaid en op den 16™ Mei vernietigd. De aardappelen werden met de spade op het pas geëgde land den 22en Mei gepoot. Tegelijk daarmede werd een tweede kuituur van vangplanten begonnen, die op het passende tijdstip door voreneggen en handhakken, gedeeltelijk ook door het uittrekken der

73