vragen en antwoorden.

laag percentgehalte evenveel waard voor den landbouwer? En zijnde bijmengsels voor- of nadeelig? 111. Zijn er middelen bekend om de kalverziekte der koeien te voorkomen? IV. Welk zaad bevat inden regel de meeste kiemkracbt van groenrijp of van doodrijp gezicht graan? V. Is eene toediening van phosphorzure kalk, bij goede voedering voor streken als Hunsingoo (prov. Groningen) wenschelijk? Namens de landbouw ver eeniging te JSaflo, G. BOERSMA, Secr. Antwoorden. Op vraag I en 111. Beide vragen, waarover veel te zeggen valt, zullen door den heer H. C. Reimers, Rijksveearts, Leeraar a/d. Rijkslandbouwschool te Wageniugen, volgens zijne belofte, eenigszins uitvoerig beantwoord worden ineen der andere ïandbouwvakbladen; daar dit Maandblad met dit nr. ophoudt te verschijnen, is onze Redactie niet meer inde gelegenheid daarvoor plaatsruimte beschikbaar te stellen. Voorloopig deelde de heer R* reeds het volgende mede; Het ontijdig afkalven (verwerpen) der koeien kan door verschillende oorzaken te weeg worden gebracht, b.v. door het gebruik van beschimmeld, bedorven of bevroren voeder, gras of hooi waarin veel moederkoren voorkomt, welk laatste lang niet zeldzaam is, door te koud drinkwater, door tocht enz., maar ook door besmetting van de eene koe op de andere. Zijnde oorzaken opgespoord dan kan meestal ook de kwaal verder voorkomen worden. Tegen besmetting is o. a. door den heer Reimers op grond van ervaring, bij de beantwoording vaneen dergelijk vraagpunt op het 35® Landb.-congres te Wageningen (in 1882, zie blz. 86 van het congresverslag) het wasschender geslachtsdeelen en inspuiten met een 2percentige oplossing van carbolzuur aanbevolen. Tegen de kalverziekte, die zooals men weet dikwijls juist de beste koeien aantast, is door den heer R. in zijne praktijk als een meestal probaat middel ontdekt en reeds herhaaldelijk met goed gevolg toegepast, het opwekken van transpireeren (zweeteu) bij de koeien na het kalven, als zij de nageboorte niet spoedig genoeg kwijt worden. Het best wordt dit verkregen door het dier een nat gewoon beddelaken en daaroverheen een wollen deken over te leggen. Op vraag 11. Inden regel ja. Het komt hierbij tevens en voornamelijk aan op de kosten van het vervoer. Een eenvoudige berekening leert in ieder afzonderlijk geval of het kgr. phosphorzuur, de vracht medegerekend, in het eene superphosphaat duurder is dan in het andere. Wenscht men eene zwakke bemesting toe te passen dan leveren de superphosphaten met laag geha’te het voordeel dat, dewijl er grooter hoeveelheid op de hectare moet worden gebruikt om dezelfde hoeveelheid phosphorzuur inden grond te brengen, dit bestanddeel meer gelijkmatig over den akker kan worden verspreid; men heeft dan meer kans dat '/overal wat komt. De bijmengselen, hoofdzakelijk uit gips en koolzure kalk, verder zand enz. bestaande, doen natuurlijk geen nadeel, maarde hoeveelheid, die er van op de hektare komt, is niet groot genoeg, om belangrijk voordeel aan te brengen, ook bij de superphosphaten met laag phosphorzuur- en hoog kalk- enz. gehalte niet. Op vraag IV. Wanneer het zaad slechts goed rijp is en het van den anderen kant niet lang bij afwisselend vochtig en droog weder in rijpen toestand buiten bleef, zal de kiemkracbt weinig verschillen. In twijfélachtige gevallen moet de kiemproef beslissen. Op vraag V. Voor veulens, jonge varkens, pluimvee en bij rundvee, dat zich met zoogen. broekhooi, zonder veel toevoegiug van raapkoek, moet behelpen, is zeer zeker de toediening van phosphorzure kalk in het gewone voeder ook voor streken als Hunsingoo zeer wenschelijk. ’t Goedkoopst is: zuiver gestoomd beendermeel, o. a. bij de firma Krol en C°. te Zwolle verkrijgbaar; van zeer nabij is ons een voorbeeld bekend van uitstekende resultaten bij het voederen aan kippen. Het best is natuurlijk de door de firma Boeke & Huidekoper te Groningen geleverde phosphorzure kalk. Men bedenke, dat ook de mest der er mede gevoederde dieren beter wordt. Zie verder het overzicht der mededeelingen van den heer Reimers op het Zwolsche Landbouw-congres in Maandblad n3. 8 van dit jaar. KORTE MEDEDEELINGEN. Zooals onze lezers zich zullen herinneren is in dit Maandblad bij voortduring gewezen op de noodzakelijkheid van verbeteringen inde zuivelbereiding als zijnde

189