Zeker, de landbouw is naast de wereldcrisis, de dupe geworden van stedelijke inzichten én politieken wind, maar zelf heeft hij zich ibiindgestaard op bodemarbeid en productie, en deze opgevoerd, op de vangst alléén dus. Wij kunnen het echter niet met werken alleen klaarspelen, ook niet met verwijten, als 'is het begrijpelijk dat bij al de tegenwerking, die ondervonden wordt, er harde woorden vallen.

Voor alles moeten wij trachten te begrijpen c en de gelegenheid daarvoor zoeken. k Wij moeten dan ook begrijpen, dat er nog z een groot terrein braak ligt en bewerkt moet ( worden. Dat kan met behulp van afdeelings- c besturen en leden. Laten wij allen wederom de hand aan den j ploeg slaan en anderen onze ideeën bijbrengen r en oproepen tot medestrijden voor ons aller j bestaan. Zeg niet; het is nog te vroeg, want iedere j winter is nog te kort voor ons geweest en ook j bet aanstaande seizoen zal te kort voor ons , blijken te zijn. 1 De kosten zijn thans geen beletsel meer. dank zij de sterkte van onzen bond. Afdieelin-: gen of verspreide leden, vraagt daarover bij ,| uwen bond of bij het algemeen secretariaat ( nadere inlichtingen. Laat geen avond verloren gaan. Inden zomer hebben we weinig kunnen doen, dus wij hebben weer een grooten achter- , stand in te halen. Laten dus velen toonen, wer- , kelijk te begrijpen, dat wij steeds sterker moeten worden, want dat de les, die de landbouw in al z’n schakeeringeri heeft gehad, een dure is geweest. Weelde is duur; laksheid is echter de duurste weelde, die men zich veroorloven kan. Aan het werk dus voor onzen bond, ter- | wille van de toekomst, opdat gedroogd worden de tranen, welke bij velen zoo menigvuldig zijn gevloeid. Daarom; Een voor allen, allen voor één. Onze leuze zij en blijve Excelsior! Steeds hoog er. Wijster. J. DE LANGE. KORTE KLANKEN. Sedert ©enigen tijd is bet Volksblad bezig in „Korte Klanken” te schrijven over personen en zaken, die het niet eens zijn met de door de S.D.A.P. gevolgde politiek en die gaan schrijven over dingen, welke dit lichaam niet in Nederland gehoord wil hebben. Welaan dan, wij zuilen ook kort© klanken schrijven. Wij hebben dan in ons land, althans volgens het Volksblad, sti 11e hitsers, sluipend als een misdadiger. Een dezer „misdadigers” schijnt wel de secretaris van den Groninger Boerenbond te zijn. Die heeft het zoowaar gewaagd om inplaats van sterke S.D.A.P.-sympathieën, Hitler-sympathieën te hebben, althans volgens het Volksblad. Och ja, als het zoo in eigen gelederen begint te kraken, dan ziet men gauw beren op zijn . weg. Ook onze geachte voorganger, de heer ; Smid volgens de Volksblad-klanken de b eiaamde heer J. Smid zou sterk voor het Hitler Nationaal Socialisme zijn.l) Neen mijne Heeren, wij zullen die zaak eens kort en duidelijk belichten. Wij voelen niet speciaal sympathie voor Hitler en zijn beweging Wij voelen voor die beweging, welke de boeren weer een eerlijk stuk brood laat verdienen, welke den landbouw weer beschouwt ais gelijkwaardig met handel en industrie, en welke aan de boerenarbeiders weer de mogelijkheid geeft, op één lijn te staan met de vakarbeiders in handel en industrie, en dat de S.D.A.P. deze beweging niet is, daar zijn reeds alle boeren van overtuigd. Daar zullen groote artikels van den heer Albarda en vergaderingen van den beer Schaper in Stadskanaal niets meer aan kunnen veranderen. De beer Meihuizen wil zijn „kornuit© n” nog doen getooven, alweer volgens het Volksblad, dat hier de toestanden er naar liggen, om met een Hitlerbezem alles wat niet dansen wil naar de pijpen van de protectionistische boeren, weg te vegen. ! Ik wil daarop het volgende antwoorden; 1 Boeren, organiseert U zoo hecht mogelijk In Uw Boerenbonden, opdat gij straks in staat zijt, mede te helpen, om de „reus met de leemen voeten”, en dat is de S.D.A.P. reeds op dit oogenbiik in ons land, voorgoed neer te vellen. Ik wil U dan tot slot nog ©an dezer leamen voeten noemen. Dat is wel Uw landarbeider. Hij toch is reeds langen tijd" de paria der S.D.A.P. Waarom is hij dat? Omdat deze ambtenarenpartij liever goedkoop graan in wil voeren, tot eigen voordeel, zoedat de boer niet in staat is zijn arbeider een loon te betalen, dat maar eenigszins in vergelijking kan staan met de loonen van den minsten Stadsarbeider. Laat iedere boer daarom dit eenvoudige voorbeeld steeds weer duidelijk maken aan zijn arbeiders. Wij zullen dan zien, dat de beslissende slag tegen de dwaalbegrippen der stedelijk georiënteerde S.D.A.P. van het platteland uitgaat. K. I 1) Niets is zeker minder waarsdan dat Red. Direct invullen en verzenden aan Drukkerij «J. A. BOOM & Zn., Meppel (per post te frankeeren met Ij cent) „LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ” Ondergeteekende wenscht zich op boven genoemd blad te abonneeren. NAAM ADRES Lid vaneen der Boerenbonden. Niet-lid „ „ „

Ingezonden. De opheffing van plattelandsscholen. (Weest paraat!) In vele dorpen is men ten zeerste verontrust I over het feit, dat de bezuinigingen op onderwijs J ouder gewoonte weer grootendeels gaan ten I koste van bet platteland en menige dorpsschool zal worden opgebeven, als de Minister van I Onderwijs de voorgenomen plannen zonder I consideratie ten uitvoer brengt. Hier wreekt zich weer de grootel fout, dat het platteland wordt geregeerd door menschen, die het platteland niet kennen. | Dat kinderen van zes en zeven jaar tweemaal I per dag door alle weer en wind een afstand I tot 5 K.M. zullen moeten afleggen, wordt niet erg gevonden. (De stedeling neemt voor 1 K.M. I loopen liefst een trammetje.) Maar niet alleen het jonge kind wordt gedu- I peerd, al is dit al erg genoeg, doch ook het heele dorpsleven wordt groote schade toe-1 gebracht. Daar is het hoofd der school, het middelpunt voor allen die iets willen en iets te vragen hebben. Den een helpt hij hiermee, den | ander met iets anders. | Hij leidt zangkoor, fanfarecorps, tooneelclub I of gymnastiekvereeniging. Hij geeft herhaiings- I onderwijs en als hij de bevoegdheid heeft, ook landbouwonderwijs. Een schoolhoofd, die een goed mensch en een I geschikt persoon is, beteekent zeer veel voor [ het dorpsleven. En waar de school wordt opgeheven en de I kinderen naar een naburig dorp moeten worden | ondergebracht, wordt zoo een dorpsleven goed- j deels ontwricht. Waarvoor geschiedt dit alles? Uit bezuiniging, wordt gezegd. Doch de op straat gezette leerkrachten zullen wachtgeld [ of pensioen moeten ontvangen en de leegge- [ komen scholen zijn voor weinig doeleinden bruikbaar. Er wordt dus heel weinig bezuinigd. Als men dat bedrag eens omsloeg over alle leer-1 krachten, dan zou ieder hiervan slechts heel | weinig gekort behoeven te worden en kweekte I men niet een groep leegloopende wachtgelders, | die straks de anderen ook nog sterke ooncur-1 rentte zullen aandoen als er ©en of ander baantje los komt. Onze leden wekken we ten sterk-1 ste op om in hun kwaliteit van burger, ouder, raadslid of lid vaneen of andere vereeniging al het mogeiijke te doen om hun school in stand te houden. Temeer geldt dit, omdat de plattelandsscholen goedkooper zijn dan de stadsscholen. Per leerling zijnde kosten: voor de allerkleinste gem. f 95.10 p. 1. in gem. van 5000—20.000 inw. – 98.20 p. 1. in gem. van 20.000—50.000 inw. -113.90 p. L in gem. van 50.000—100.000 inw. -117.50 p. I. in onze groote steden -155.10 p. 1. aldus leert ons Dr. Ph. J. Idenburg in zijn inleiding over de kosten van het Onderwijs. Verder weten we allen bij ervaring, dat de onderwijsresultaten op kleine scholen gunstig 1 zijn, als men daar beschikt over goede leerkrachten. De opheffing vaneen groot aan-! tal plattelandsscholen is een slag voor het platteland. En deze „practijk” gaat uit van Minister ■ MarChant, wiens partij in „theorie” zooveel i voelt voor het lager onderwijs. AGRARIËR. Invoerrechten. Inde verschillende bladen zijnde laatste ; dagen mededeelingen gedaan omtrent het crisisgraanbesluit en het vrij lange betoog, dat daar’ over gepubliceerd is geworden, geeft den arge■ loozen landbouwer, die zoo ver is gekomen 1 dat hij zich aan iedere stroohalm vasthoudt, opnieuw een vleugje hoop. Zeer zeker past ©en woord van dank aan de Overheid, dat Zij meer en meer zich tracht ‘ in te leven inden moeilijken toestand van 1 den landbouwer, en deze maatregelen zijn daar’ vaneen getuigenis. Dat neemt echter niet weg, 1 dat de te nemen maatregelen bij voorbaat 5 niet veel vertrouwen verdienen, omdat zij in zoo groote mat© het karakter van halfheid 1 dragen. Terwijl een rompslomp van admini' stratie noodig zal zijn om het ingewikkeld p samenstel van maatregelen uitte voeren, zal ! de boer steeds verder afglijden naar de diepte. lnvoerrechten, die men in ons land nimmer r heeft willen heffen, worden nu aarzelend en 3 schoorvoetend ingesteld, en men vergeet blijk= baar totaal, dat juist het middel „Invoerreoh-1 ten” heel gevaarlijk kan zijn, als niet zoo doortastend en tevens onbevangen en dese kundig het klavier bespeeld wordt. I Halfheid zal steeds tot teleurstelling leiden, 3 en nu na veel te lang wikken en wegen, einr delijk tot de heffing wordt overgegaan, had * men zich een klare gedacht© moeten vormen, waar het eigenlijk om gaat, en zeer zeker zou men dan tot de conclusie zijn gekomen, dat I. invoerrechten, gepaard aan uitvoerpremiën, het _ eenige doeltreffende middel is dat bruikbaar len uitvoerbaar is. De grondoorzaak van de halfheid is hierin gelegen, dat in ons land de landbouw niet als fundamenteel bedrijf van onze welvaart wordt – beschouwd. Deed men dat wel, dan zouden j onmiddellijk heel andere maatregelen uit de • brouwketel te voorschijn komen. 1 Gelukkig komt er in vlug tempo een andere strooming op, die redelijker begrippen van maatschappij en samenleving heeft en die met ï des temeer kracht zich zal uitbreiden, naar-I mate door onvolkomen maatregelen de boel hier aan de ontreddering wordt prijsgegeven, * Men zou zeker goed doen, iets meer over onze grenzen te kijken en wanneer de Duitsohe Rijksminister van Landbouw, de heer 1 Walter Darré, zegt; Een natie die den boerenstand niet tot hoeksteen van zijn staatsgebouw maakt, kent de eenvoudigste grondoorzaken van zijn levensbestuur niet, heeft hij daarmee een waarheid uitgesproken, die in ons land nog niet begrepen wordt. Aan deze gezond© gedachte ontspruiten al de maatregelen die in Duitschland in het belang van den landbouw worden genomen, en in hel werk; De Nat.-Soc. Agrarpolitiek, met voor. ■ woord van Walter Darré, worden zeer belang- I rijke dingen gezegd in verband met invoer" rechten. O.a. kan men daarin lezen;

krachten.

„Een invoerrecht kan alleen resultaat geven „als bet geheel© systeem van invoerrechten, „op elkaar afgestemd is. D.w.z. ©en invoerrecht voor een bepaald product blijft zon„der uitwerking, als ter vervanging „vaneen dergelijk product andere producten „waarop een lager invoerrecht ligt inde „plaats kunnen worden gesteld. (Welke chaos zal het hier worden met het ingewikkelde systeem dat thans is uitgedacht?) Rogge, „gerst en mais b.v. zullen evenhoog belast „moeten worden. „Ter geruststelling der varkensmesters zij j „hieraan toegevoegdi, dat juist tengevolge „van het afstemmen der invoerrechten, het „invoerrecht op varkens en varkensvleesch „zoo hoog gesteld moet worden, zoodat de „boeren als prijs voor de varkens een tegemoetkoming verkrijgen!, voor het duurdere „inlandsche voeder ” Men zfet, dat in Duitschland soortgelijk© problemen als hier zijn op te lossen,. Men is daar te land© echter heel anders ingesteld. En wanneer tegenstanders in ons land een forsch© greep naar invoerrechten ©n uitvoerpremiën onmogelijk achten, dan ligt dat niet , aan het probleem zelf, maar aan de wijze waarop de leidend© personen inden Staat zich hebben gesteld tegenover het vraagstuk. Er kan geen klaarheid komen, omdat men I zich geen helder© gedacht© heeft gevormd. Inmiddels zullen de resultaten van de maat| regelen die thans in ons land genomen worden wel dusdanig zijn, dat het laatst© woord erover nog niet is gesproken. D. In verbdand met het bovenstaande verwijzen wij naar het eenigszins andere standpunt in ons hoofdartikel verdedigd. Red. Hoe zwaar het landbouwbedrijf belast is. Herbaalde malen is, door verschillende landbouw-corporaties, den Minister verzocht, de | sociale lasten welke de landbouwers moeten opbrengen, tijdelijk of blijvend af te schaffen. | Tot heden zonder resultaat. Men, is van oordeel dat de sociale lasten van zoo’n geringe | beteekenis zijn, niet de moeite waard ter ver[betering van den, landbouw. | In dit verband is het mogelijk wel goed | onze aandacht eens bij bovengeplaatst opschrift | te bepalen. Het kapitaal belegd ineen boerenbedrijf is [belast met vermogensbelasting en grondbelasting, zoowel gebouwd als ongebouwd. Door de grondeigenaars moeten ook nog betaald worden polderlasten en, waterschapslasten. Wanneer inde polderlasten het wegenonderhoud | niet is verrekend, dan vaak ook nog weggelden. – Dan nog de lasten, tengevolge van de sociale | wetten, alles bij elkaar een aardig lijstje. | Over deze belastingen het volgende. I. Vermogens- en grondbelasting zijn beide | rijksbelastingen, berekend naar de hoegrootheid ( | van ’t vermogen en de waarde van den grond. , Van kapitalen, belegd in landerijen, wordt dus , 2 x belasting betaald. Dit in tegenstelling met , kapitalen belegd in aandeelen of andere gelds- ( waardige papieren, welke alleen maar belast zijn inde vermogensbelasting. De boer moet , | dus 2 x naar de waard© van zijn boerderij | betalen. , , 11. Nu de bolder- en waterschapslasten, als. | mede weggelden. Handel en industrie betalen ; | aan deze lasten niets. Hebben handel en industrie , J dan geen belang bij onze polders en hun [wegen? Ik meen van wel. Een leger van j handelsreizigers gaat dagelijks het land in om I handelstransacties af te sluiten. Het platteland : I is een goede klant. De handel kan niet buiten , | het platteland. Alleen betaalt hij iets aan bo- ; I vengenoemde lasten. Neen, handel en industrie I kunnen niet buiten bet platteland en toch be| talen zij aan al deze lasten niets, hoewel het ! | algemeen belang ook vaak het drooghouden I vereischt, zie b.v. de geschiedenis van den Haarlemmermeerpolder ©n Amsterdam. De ste’ den brengen heel vaak haar overtollig water – in ©en boezemwaterschap. De onkosten van II zoo’n boezem worden dan door de inliggende polders betaald. De stad betaalt niets. Zoo is ’ het ook '"met het onderhoud der duinen, en ' andere zeeweringen, alles de boer en niets de 1 stad. 111. Over de sociale lasten zal Ik niet nit’ weiden, alleen dit nog. De ambtenaar en air| beider worden door verschillend© sociale wet-I ten beschermd en bevoorrecht. Men wil dat J wij deze lasten blijven betalen, maar men ' zorgt niet, dat wij ze küimen betalen. Voor da stad en industrie worden groote offers | gebracht. Men brengt deze offers ten behoeve ' van het algemeen belang en vaak zeer terecht. | Voor den landbouw worden zulk© groote offers ' | nog niet gebracht, men kan hier het algemeen | belang nog niet zoo duidelijk zien. Velen zien | den landbouw als zoo’n gering onderdeel van y | onze Maatschappij, dat men meent, dat al het geld wat aan den landbouw wordt besteed, | nutteloos is uitgegeven. Gaat men, op de wijze, als tot op heden door, dat is de landbouw j vrijwel onbeschermd overgeven aan de wereld| concurrentie, dan zal heel spoedig blijken, dat, ’ | hoe men handel, industrie enz. Ook beschermt, | de ineenstortende landbouw dezen tak van [volksbestaan in zijn val zal meesleepen. 1 | Het js naar mijn meeoing onmogelijk, dat r | Nederland ©en welvarend© handel en industrie kan bezitten, naast een langzaam doodbloedenden landbouw. l. « De onderwijzers en de democratie. e, De onderwijzers zijn van meet af geweest de tll steunpilaren der democratische en ook der ,t sociaaldemocratische beweging. Bij sommigen .. speelden in dezen, vooral in lateren tijd, ongeel twijfeld eigen- en groepsbelang een belangrijke j | rol. Bij velen echter ook deugdelijke sociale ,j. en ethische gevoelens. En het ligt inden aard t. der zaak, dat de crisis, die de democratie door,r maakt, vooral op de laatsten indruk moet raaken. Daarvan getuigt ©en artikel van den sociaal-democraat G. van Veen in „Het School[. | blad”. Naar zijn raeening beteekent de machtsft strijd op de basis van bet groepsbelang, welke n door het Marxisme als reguleerend beginsel in e | onze cultuur is gebracht, principieel den onder>. | gang van alle democratie. Wij zijn bet daarn mede roerend eens en meenen daarom goed te doen aan het betoog van den heer v. Veen , | het volgende te ontleenen: r- | „Ik heb lang aan de toekomstzekerheid van > I enz» Nederlandsche democratie geloofd. Haar I gebreken heb ik altijd wel gevoeld, maar ik

meende, dat saneering slechts een kwestie ’ was van rijping, omdat ik achter eiken ge- : wonnen strijd een wil tot opbouw zag, wat i een naïveteit is gebleken. Ik ben dus nu • lang niet zoo optimistisch meer. Ik meen, dat wij al bezig zijn in, het starste en dom- * ste groepsegoïsme vast te loopen, waaruit de staat, voor welken ten slotte het leven meer waard is dan welke sehoone leer ook, zich slechts door de dictatuur kan redden, j Een dictatuur, die niet, zooals naïveJ.ingcn , meenen, in onze technisch zoo gecompli- . ceerde gemeenschap een dictatuur kan wor- j den van den ongeregeldien grooten hoop, wel- j ke de noodige diirectieve krachten niet le- , veren kan, die ons voor den hongerdood ' moeten bewaren, maar die, als het zoover mocht komen, een rechtsehe dictatuur zal . zijn. , Laten wij ons in het bewustzijn prenten, dat een wereld, dae in zichzelf verdeeld is als | de onderwijzerswereld, welke ondanks een- • heid van taak zich in onvruchtbare twis- ( ten verteert, deze dictatuur meer voorbereidt ( in plaats, wat haar tank zou zijn, deze cultureel© catastrofe naar vermogen mee te elpen keeren. Een vriend gaf mij dezer dagen nog eens Bollands inleidende academische les van 1921 :r lezing. Klinken zijn woorden niet als een profetie? „Mij althans doen de teekenen des tijds . een kwade toekomst voorzien, waarin hel democratische droombeeld van menschheidsgeiuk door heerschappij der minderwaardigheid zal geworden zijn tot een voor allen zicht- en tastbare ongerijmdheid, zonder dat toch die overmacht der minderwaardigheden zich laat afschaffen.” En zag hij niet als een van de oorzaken „een verkankering, die allen gemoedelijken voor de geheel© natie geldigen gemeenschapszin uit de gemoederen der menigte heeft doen verdwijnen”? Bolland zegt: „Zonder ©enige schuld aan den toestand zijn we geen van allen: wij allen hebben voor ons deel en op onze wijze datgene bevorderd en inde hand gewerkt, wat komen moest” en hij voegt er aan toe: I „[Wij zullen zelf de verantwoordelijkheid I dragen, ingeval het vooruitzicht dreigender wordt; er is in onzen tijd nieuwe vraag om beperking van persoonlijke vrijheid in het I belang van de samenleving als geheel.” Deze dingen schreef Bolland in 1921. „Opdat men niet zegge, wij hebben het niet gehoord”, zooals het motto van zijn geschrift luidde. Ik meen, dat er reden is zijn maanroep te herhalen, omdat „het vooruitzicht dreigender is geworden” dan iemand in 1921 | kon vermoeden.” Het Graanbesluit 1933; Hoewel velen onzer lezers reeds uit dag-| «n weekbladen kennis genomen zullen hebben ran bovengenoemd besluit, dat op 12 Aug. verd afgekondigd en op Maandag 14 Aug. in j verking trad, lijkt het ons toch gewenscht toe >m hier nog bet een en ander te publiceeretn. Door het aannemen van de landbouwcrisisvet inde vorige maand door Tweede en 3erste Kamer, is de Regeering thans in staat gesteld om zeer snel te handelen, waar het bereft besluiten voor den landbouw inzak© crisis. | langelegenheden. Zeer snel handelen is noodig, jmdat niet alleen vele bedrijven aan den rand randen ondergang staan, maar ook omdat j anders groote inkoopen van graan zouden hebben plaats gehad, waardoor de te nemen maat. regelen zouden worden verzwakt. Het blijkt, I Jat met het oog op de te verwachten maatregelen sommige importeurs inde maand Juli reeds meer hebben ingevoerd dan in andere [aren. Teneinde de uitvoering van den graansteun te bespoedigen is onder goedkeuring van den Minister van Econ. Zaken opgerioht de Stichting Tijdelijke Graancentrale, kantoor Riouwstr. 176—178 Den Haag, Directeur H. M. Abraham. Bij invoer van rogge (gedenatureerd), mais, gerst, tarwe, rijst en daaruit bereide bloem of glucose, (met uitzondering van tarwemeel of tarwebloem voor mensCheiijke consumptie), moienafvalien en bakkerijafvaKen, zal moeten worden betaald ©en heffing van fl.oo per 100 K.Gjj van rogge (niet gedenatureerd), zoomede roggebloem en roggemeel f4 per 100 K.G.; van haver en gort f3 per 100 K.G.; van havermout f 8 per 100 K.G. De voedergranen zijn dus belast met een heffing ad f 1 per 100 K.G. (haver f 3) en de andere rogge, welke voor mensebelijke consumptie zal worden gebruikt (de niet gedenatureerde) met f4 per 100 K.G. De invoer is slechts door bemiddeling van genoemde stichting toegestaan en zal aan de douanekantoren worden onderworpen aan het toezicht van controleurs bij de tarwewet 1931, welke bewijzen met kwitantie afgeven aan den eigenaar of vervoerder der ten invoer aangeboden goederen, na betaling van de bovengenoemde bedragen. Het fonds, dat met deze gelden zal worden verkregen, zal worden aangewend om op dein Nederland verbouwde voedergranen een toeslag te geven. De uitvoering van deze maatregelen zal vermoedelijk nog 1 a IV* maand tijd vorderen. In hun eigen belang worden daarom de verbouwers van rogge en gerst aangeraden om deze zaden niet te verkoop en, noch op te voeren vóór de definitieve regeling bekend is. De landbouwers, vallende onder den roggesteun 1933 (op de veenkoloniale- en ontginniagsbedrijven dus) zullen hun rogge reeds thans kunnen leveren aan de Gewestelijke Rogge-organisatie. Niet gesteunde rogge of gerst van den oogst 1933, welke na 16 Augustus wordt verkocht, komt niet voor verdere behandeling voor steun in aanmerking. Omtrent den verkoop van "haver wordt niets gemeld. Wanneer men dit product enkel wi! steunen door het invoerrecht op f 3 te brengen, komt het ons voor dat de consument wel eens uit dit product kan vluchten, hetgeen meerdere malen met andere producten in dezen crisistijd het geval was. Het schijnt inde bedoeling der Regeering te Hggen om de rogge en de gerst uit de inkomsten van het graanmonopolie te steunen to op een hoogte dat de redelijk geachte pro ductiekosten worden gedekt. Het gerucht were

vernomen, dat d;t ongeveer f8 per 100 K.G. zou zijn. Zekerheid hieromtrent kon momenteel niet worden verkregen. Aan alle Friesche lezers van dit blad. Er komen ook in onze Friesche dagbladpers zoo nu en dan wel eens artikelen voor, welke in alles getuigen vaneen absoluut gemis aan inzicht inde mentaliteit van onze plattelanders. Zoo klaagde do heer Salverda van Leeuwarden een tijdje geleden ineen ingezonden stuk inde Leeuw. Crt., dat de boeren tegenwoordig zoo slecht van betalen waren en dat ze toch moesten bedenken, dat de leverancier ook aan zijn verplichtingen moest voldoen. De heer Salverda klaagt over zijn vele onbetaald gebleven rekeningen. Hij meent, dat het inzicht bij vele boeren zoek is, dat ze toch ook verplicht zijnde door hen betrokken goederen te betalen. Kunnen is echter ook wat. Daarom zou ik aan het adres van den heer Salverda het volgende willen opmerken. Ik geef U de verzekering, dat van de winst(?) niet genoeg overblijft om ook nog de eventueele leveranciers, zooals U die opnoemt, te betalen. Maar weet U ook, dat de boeren tijdens de oorlogsjaren hun producten belangrijk beneden de toen geldende wereldprijzen aan de regeering moesten afstaan, om de overige bevolking in het leven te houden? Hebben daardoor de boeren dan ook nu nog geen onbetaalde rekeningen te innen, of zijn die soms al eens verrekend? Juist daardoor heeft de boer het recht om n u ook een behoorlijken prijs voor zijn product te verlangen. En alleen dan zal hij U en andere leveranciers kunnen, maar ook willen betalen, ■want de boer is van nature niet iemand die gaarne schulden heeft. Het is niet alleen Uw belang, maar bijkans het belang der geheel© Nederlandsche bevolking, dat aan den tegenwoordigen wantoestand zoo spoedig mogelijk een einde komt, want anders voorzie ik, dat binnen korten tijd half Friesland wegens onbetaalde rekeningen (d© heer Salverda had boven zijn ingezonden stuk „onbetaalde rekeningen” staan), zal worden verkocht. En wat krijgen dan de leveranciers? * » ♦ Het is meer dan 2000 jaar geleden, dat hier in ons land de Batavieren leefden, en dat de Romeinen, uit Italië komende, hier hun invallen deden, om dit land te veroveren. De Batavieren belegden toen vergaderingen inde open lucht, inde bossohen, waar de toestand werd besproken en de aanwezigen tot gezamenlijkert strijd werden aangevuurd, om den vijand te keeren. Eender sprekers bracht toen o-m. de volgende regelen naar voren: Op, Batavieren, te wapen, te wapen. Op, voor Uw vrijheid, Uw eer en Uw recht. Gordt aan de strijd, het is geen tijd nu van slapen. Op, thans het zwaard aan de heupen gehecht. Ook nu, twee duizend jaar later, zijn deze regelen op de bevolking van toepassing. Ook inu wordt het platteland belaagd in _ zijn bestaansrecht. Het is daarom de plicht van liederen plattelander, gezamenlijk hiertegen te strijden en zich te vereenigen ineen zoodanige organisatie, die op de bres staat voor zijn belangen, die hem tracht te behoeden voor den hongerdood tusschen al de weelde van zijn overvloedige waardelooze producten.. De verschillende bonden hebben zich nu samengesmolten ineen nationalen bond. Op natianalen grondslag zullen dan ook de gezamenlijke boerenbonden tradhten verbetering te brengen inden chaos waarin wijden laatsten tijd verkeeren. Maar wij hebben daarvoor in do eerste plaats noodig krachtige provinciale boerenbonden. Het is daarom Uw plicht, lezer, dit blad na het gelezen te hebben, niet weg te werpen, maar het aan Uw buurman of goeden vriend ter lezing te geven en hem krachtdadig aan te sporen, zich onverwijld als abonné-lid op te geven, opdat zich ook in Uw omgeving een I kern vorme, waar misschien een afdeeling uit kan groeien. Dus allen aan den slag voor den groei en I bloei van onzen Frieschen Agrarischen Bond. S. VELLINGA, Leeuwarden. Nieuws uit de Afdeelingen. Drentsche Boerenbond. UFFELTE. Inde algemeene vergadering der Zuivelfabriek alhier, werd met overgroot© meerderheid van stemmen besloten om een [collectief abonnement op „Landbouw en Maatschappij” te nemen voor alle leden. (De Zuivelfabriek te Anloo nam het initiatief; j eveneens hulde aan onze pioniers in Uffelte; j mogen meerder© fabrieken dit voorbeeld volgen. Red.) COEVORDEN, 19 Aug. Inde gisterenavond gehouden vergadering onzer afdeeling werden de verschillende ingekomen stukken in behandeling genomen. Breedvoerig werd besproken de door, | den Bond opgerichte; werkloozenkas, het| geen de voorz. J. Berends met meerdere leden toejuichte. Getracht zal worden ook hier landarbeiders bij onzen bond te krijgen, mede door plaatsing van 'een artikel inde plaatselijke pers, om alsdan in enkele wijken j der gemeente een correspondent aan te stellen, die zich cal belasten met de werkj zaamheden verbonden aan deze kas, een | en ander nader te regelen door het be: | stuur. j Besloten werd om enkele boeken aan. : te schaffen voor een op te richten bi! bliotheck. Benoemd werd tot correspondent voor i „L. en M.” de heer A. Hazelaar. 1 ’ Nadat bij de rondvraag de voorz. nog , mededeelde, dat indien meerdere ver-1 eenigingen in Coevorden deelnemen aan 1 de Nat. Huldebetooging voor H. M, de ' [ Koningin op 9 Sept. a.s. de bode ook onj ze leden zal bezoeken tot het verkrijgen 6 van deelnemers, volgde sluiting dezer t slecht bezochte vergadering. Een opwektking tot trouw' vergaderingbczoek is hier d 1 dan ook zeer zeker op zijn plaats.