Onderschrift. Bij de beoorda-eUng van hetgeen ik over de N.S.B. zeide in het hoofdartikel in het vorig nummer houde men in het oog, dat ik mij te verdedigen had tegen bet verwijt, als zou ik de leden der Boerenbonden naar de N.S.B. willen drijven. Als ik dit ontken, volgt daaruit echter ook niet, dat ik hen wil afraden, M van de N.S.B. te worden. Als de heer K. wijst op Duitschland, dan zou ik toch wel willen opmerken, dat daar in het algemeen de landbouw altijd meer invloed op de politiek heeft uitgeoefend dan hier. Vandaar dat ik de boeren, die lid zijn van de N.5.8., niet genoeg meen te moeten opwekken, zich inde beweging krachtig te doen gelden. Sm.

Een ernstige waarschuwing! Naar aanleiding van het door den Drentschen Boerenbond m.i. ten onrechte ingenomen standpunt, betreffende het onlangs aangenomen Pachtrapport, het volgende; Van den moreelen kant gezien, vind ik het door de leden-huurders klaarblijkelijk beoogde doel tegenover hun mede leden-verhuurders niet ee r 1 ij k, omdat de Bond ongetwijfeld werd opgericht om elkanders gemeenschappelijke belangen te bevorderen en zeker niet om elkander onderling te plukken. Van den practischen kant bekeken, is het beoogd© doel zeer ondoelmatig, omdat, zooals trouwens ook door den heer Smid meermalen werd betoogd, de welvaart van den boerenstand met lage huur en koopprijzen, allerminst gebaat is. Bovendien zal zoo’n ingrijpende Pachtwet het ongewenschte gevolg hebben, dat daardoor noodgedwongen belangrijk minder land verhuurd zal worden. Van economisch standpunt bezien, zal het eindresultaat der bruto opbrengst van den Nederlandschen landbouw er niets door veranderen; slechts de buit wil men wat anders verdeelen. De huur- en koopprijzen van het land zullen er ongetwijfeld pl.m. 20 a 25 pet. door dalen. Met het oog op het feit, dat in enkele jaren de waarde van den grond pl.m. 50 pet. gedaald is en de netto huuropbrengst thans gemiddeld niet méér dan 3 pet. bedraagt, vind ik het zeer onbillijk in verhouding tot de algemeene rentekoersen, om de rente van den grond door wettigen dwang nog meer te verlagen. Bovendien wordt er blijkbaar een ernstige vergissing gemaakt door pachters met hun raadgevers, n.l. deze: men meent vooral de enkele honderdtallen groot-grondbezitters het meest te zullen treffen met zoo’n pachtwet en voelt noch ziet schijnbaar, dat de vele duizenden kleingrondbezitters, o.w. velen op gevorderden leeftijd, die het thans zeker al niet minder moeilijk hebben dan de pachters, er véél erger door getroffen zullen worden. Is dat billijk? Nog steeds ben ik van meening, dat er voor onzen boerenstand niets noodlottiger kan zijn, dan op deze manier onze kracht door kortzichtige verdeeldheid aldus te verknoeien, in plaats van het zoo dikwijls door den heer Smid herhaalde ©enig afdoende middel aan te grijpen, n.l. om eendrachtig bij onze Regeering op den meesten spoed lot het nemen van de meest doeltreffende, maar ook tevens doelmatige maatregelen met meer klem aan te dringen. Indien wij niet kunnen nalaten door onderlinge naijver gedreven, elkander te bekampen, dan vrees ik, dat al het mooi© werk van onzen hooggeachten voorman tot schade en schande van onzen boerenstand, helaas zeer spoedig in duigen zal moeten vallen. Verlengde Schrans 30-l-’34. M. D. VAN DER KOOI, Onderschrift. i Het wil ons voorkomen, dat de bezwaren van den heer v.d. Kooi meer betreffen de eiseben van den Bond van Landpachters en Hypotheekboeren, dan het rapport, aangenomen door den Drentschen Boerenbond. Red. Leert elkanders nooden begrijpen. Met eenig leedwezen is het, dat ik eenige plaatsruimte vraag in ons blad, teneinde te wijzen op den geringen groei der Boerenbonden, inden Frieschen greidhoek, hetgeen, naar mij voorkomt, een oorzaak moet hebben, aangezien het feit, dat er toch ook voor den Frieschen greidboer plaats is in onze organisatie, toch allerwege bestaat. Wanneer men van den tegenwoordigen wintertijd gebruik maakt om eenige leden te winnen voor onze organisatie, treft men bijna overal het zelfde bescheid: O, de boerenbonden zijn een organisatie voor den bouwboer; van de belangen der greidboeren wordt weinig notitie genomen, of dan inde allerlaatste plaats.. Een mijner beste vrinden, altijd een zeer werkzaam lid der boerenbonden, vergeleek deze as volgt met de Amerikaansche voedermethode. De Boer (de regeering, enz.), voedert zijn koeien (den landbouw) met heele mais, doch de varkens en kippen (de veeboer, enz.), moeten trachten uit de niet verteerde resten hun voedsel te zoeken; dus op de mestvaalt. Kunnen ze het leven dan niet houden, dan moet er een beetje bij gevoederd worden. Indroevig, dat het werk der Boerenbonden zoo beoordeeld wordt. Hier past de raad; leert elkanders nooden begrijpen! Indroevig, omdat toch ook de zuivelboer in onze organisatie moet thuis gevoelen. Waarom dan zoo weinig belangstelling? Ligt hier ook eenige schuld bij „Landbouw en Maatschappij”? M.i. wel een beetje. Wanneer ik ons blad doorlees, treft het mij altijd, dat de meeste onderwerpen, die worden aangesneden, handelen over steunmaatregelen voor aardappelen, rogge, tarwe, haver, enz., doch over zuivelaangelegenheden haast nooit. Dit is zeer verdrietig voor de veeboeren; ook hun positie is ver van rooskleurig; ook zij verwachten van hun organisatie, dat die week in, week uit door woord en geschrift voor hun belangen inde bres springt, want waar blijft de al langer dan H/a jaar beloofde richtprijs der melk, enz.? Aangenaam trof het mij deze week, dat er van redactiewege werd gewezen op het verdienstelijke werk voor onze boerenzaak door de „Boerderij” waarmee ik van harte instem. Waarom soortgelijke artikelen ook niet in Landbouw en Maatschappij? Verder zou ik de redactie verzoeken; lees de artikelen over den V

steun aan de rundveehouderij In het „Nieuwsblad van Friesland”, geteekend „Boerke”. Dergelijke artikelen zijn den Frieschen greidboer uit het hart gegrepen, waarin er week in week uit op wordt gewezen, hoe de gansche boerenstand bezig is, zich ondergeschikt te maken aan de margarine-industrie. Hier wordt gewezen op het tragische feit, dat onze regeering de hulp der boeren afdwingt, om de margarine een vast afzetgebied te verzekeren op onzen binnenlandschen markt. Hier wordt gewezen op het feit, welk hoog spel door regeering en leidende landbouwkringen wordt gespeeld, daar toch de zuivelboer gedwongen wordt, de margarine-industrie te steunen, ten eind© de onvervalscht© natuurboter van d© binnenlandsche markt te verdrijven. Hier wordt de zuivelboer gedwongen, zijn eigen ondergang te bewerken. Moet de boer in dit aUeis berusten, moet een boer mee helpen zijn eigen doodvonnis te voltrekken? Mij dunkt neen, duizend maal neen! Dit alles vindt men in voornoemde bladen. Helaas in „Landbouw en Maatschappij” vindt men zulks niet! Waarom niet? De zuivelboer heeft er toch ook recht op, dat zijn belangen worden bepleit. Zulks behoort dunkt mij in de eerste plaatste geschieden in ons eigen blad!, door onze eigen organisatie, helaas men merkt er weinig van op. Wel belooft het program der boerenbonden veel goeds voor den zuivelboer inde toekomst!, doch we hebben ook rekening te houden met het heden, daar toch ook de zuivelboer, de eerste stooten, om het leven van den bouwboer ©enigszins dragelijk te maken, mee moet opvangen (invoerrechten op de voedemdddelen). Alhoewel de daardoor verhoogde veevoederprijzen niet weer uit het zuivelbedrijf komen, verheugt het mij toch, dat de eerste stap gezet is, om den akkerbouw weer ©enigszins loonend te maken. Doch wanneer de zuivelboer gedeeltelijk hiervan de lasten moet dragen, heeft hij recht op de hulp van den bouwboer, om die lasten te kunnen dragen. Wel is waar is de gansche boerenstand in spanning gebracht week in week uit, door de belofte van f 5 per koe, doch daarmee is zijn bedrijf niet gered. Trouwens de geheele 5 guldenhistorie doet mij denken aan een vroegeren karrijder, die reed met- twee honden onder de kar. Om die beestjes zich tot het uiterste te doen inspannen, hing hij een dood haantje voor onder den wagen. Om dit haantje te bemachtigen, trokken de honden tot tj.et uiterste, ’s Avonds waren zij dood op, doch den volgenden dag werd hetzelfde haantje weer voor den wagen gehangen. Zoo wordt ook met den veeboer gespeeld. Tot hoe lang? O. 22-12-’33. J. J. PIEK. Onderschrift. Wij zullen gaarne met het bovenstaande rekening houden. Toch willen wij opmerken, dat wij allerminst de belangen der veehouderij uit het oog verliezen. In verband daarmede zouden wij er op wijzen, dat de Voorzitter en de Secretaris van den Nationalen Bond Landr bouw en Maatschappij bedde veeboeren zifn. Verder, dat in het zandbedrijf, waar bet overgroot© deel der leden wordt aangetroffen, de veehouderij ’hoofdzaak is. Naar onze meening is het rendeerend maken van het akkerbouwbedrijf absoluut noodig om de veehouderij weer te doen rendeeren. Vergeten moet niet worden, dat de crisis is begonnen inden akkerbouw en eerst later zich bij de veehouderij heeft doen gelden. Evenzoo zal het herstel ook bij den akkerbouw moeten beginnen. Inden eersten tijd profiteerde de veehouderij zelfs van den nood inden akkerbouw. Bij dit alles is er echter een punt, dat onze lezers vooral met uit het oog moeten verhezen. Onze organisatie stelt zich niet inde eerste plaats tot taak, zich te bemoeien met de afzonderlijke steunmaatregelen, maar om bij Regeering en Volk betere inzichten te doen ontstaan inzake den nood inden Jandbouw in het algemeen, de beteekenis daarvan voor het economisch leven en het doel, dat dient te worden gesteld bij het nemen van maatregelen. Van het ontstaan van deze inzichten hangt het lot van den landbouw af. En hier gaat het om de belangen van alle groepen van landbouwers. Wij trachten, om het kort uitte drukken, den akker in ©en toestand te brengen, dat hij doeltreffende maatregelen kan voortbrengen. Red. Eindelijk. Prof. A. Anema over „den corporatieven staat”. Ook de anti-rev. partij begint zich te interesseeren voor den corporatieven staat. Ofschoon Dr. Colijn een herzieningscommissie voorloopig afwimpelde, ontkende hij niet, dat onze staatsinstelling hervorming en een nieuwe aanpassing behoeft, De Standaard argumenteerde, „dat het beginsel der belangenvertegenwoordiging zich steeds meer op een of andere wijze doet gelden en dat men het wel officieel kan afwijzen, maar er daarmee nog niet af is." Een studiecommissie is hiervoor ingesteld. De A.R. pers hield herhaaldelijk haar aandacht bij het ontwerp en thans is van Prof. A. Anema bij de Standaard-drukkerij verschenen een brochure onder den titel: „D© fascistische leuze van den corporatieven Staat”. Prof. Anema beziet het vraagstuk in het licht der A.R. Staatsleer, Hij erkent een tekort van onze belangenvertegenwoordiging, vooral sedert de Staat zich met zooveel maatschappelijke aangelegenheden heeft te bemoeien en volop in het bedrijfsleven grijpt. Het is te hopen, dat door de uitgave van deze brochure, de dure beginselpolitiek meer plaats mag maken voor de belangen, want door steeds te ijveren voor het beginsel, heeft men de belangen verwaarloosd en door die verwaarloozing kan thans het beginsel niet worden uitgevoerd. Maar goed. Nu het eenmaal aan de orde is, zai het zijn oplossing vinden, dat hopen wij. s- Ter M, Correspondentie. Enkele artikelen moesten wegens plaatsgebrek blijven staan, – Red. j -,V.'

Een stem uit Overijssel. Economie van de bovenste plank. In aansluiting op hetgeen de heer J. Oortwijn Botjes te Oostwold schreef in het nummer van 11 Januari j.l. over de inkrimping van de suikerbietenteelt ten behoeve der Twentsche katoentjes, ben ik zoo vrij, onder hetzelfde hoofd nog eenige beschouwingen te geven. Men heeft in Twenthe zeker de ruil van de Nederlandsche bieten niet noodig. Neetn, sterker, de Twentsche industrie heeft groot belang bij Nederlandsche welvaart, dus ook bij den Landbouw en de werkers inde suiker. bietÊncultuur, de industrie en scheepvaart. Velen in Twenthe mieenen, dat de Twentsche industrie ten dood© is opgeschreven, als ze niet overzee kunnen verzenden en dat er voor allen geen plaats is op de binnenlandsohe markt. De fabrieken, die wel voor de binnenlandsche markt werken, varen door die meening er wel bij. Te veel wordt in Twenthe over het hoofd gezien, dat de stichting der Goorsche weefschool in 1833, eigenlijk gesticht werd met geld van de Ned. Handels Mij., waardoor het mogelijk zou worden meer vracht van Nederland naar Indië te vervoeren; vracht van Indië naar Mer had men wel. Het is zeker niet de bedoe Eng in deze regelen iets af te dingen op de groote verdiensten van den eerlijken, zakelijken, schranderen en zooals vooral later bleek nobelen Thomas Ainsworth, den stichter der eerste Twentsche weefschool. Toen in 1836 de steun van de N.H.M. samen met de regeering verplaatst werd naar de Zaanstreek, om Amsterdam van de armen te ontlasten, is Twenthe en ook niet Thomas Ainsworth, bij de pakken blijven zitten en hebben ze doorgezet en zich steeds in meerdere mate op massa-productie ingesteld. Dit neemt echter niet weg, dat velen zich misschien wel wat te veel alleen met den buitenlandschen handel hebben ingelaten on daardoor geen oog hadden voor den eigen Neder 1 andsohen a f zet, dat werd maar weder overgelaten aan buitenlanders. Invoer f 119.000 hooger dan uitvoer. Als Twenthe wil, kan met medewerking van onze landsregeering veel gered worden en de oude welvaart zeer snel terugkeeren. Voor die stel Eng hebben wij alleen maar onze in- en ultvoercijfers na te gaan. Wij zien dan, dat de Nederlandsche uitvoer in 1932 bedroeg voor manufacturen, stoffen, weefsels en garens totaal 58 millioen gulden. Onze invoer bedroeg voor dezelfde artikelen 113 millioen, een verschil dus van 55 mil-Eoen. Daarnaast voerden wij echter nog in voor 51 millioen kleederen en bereide pelterijen en voor 13 millioen modewaren. Daarnaast hebben wij ingevoerd voor 16 millioen gulden ongesponnen katoen, afval daarvan, Enten, watten en verbandstoffen, welk bedrag wij maar als ruwe grondstof, wat het niet geheel is, zullen verwaarioozen. Wij voerden dus voor 119 millioen gulden meer in, dan uit, alleen reeds inden vorm van manufacturen, stoffen, kleederen en modeartikelen. Voor Twenthe om van te watertanden! Wat ©en arbeidsgelegenheid, wat een kapitaal had hier kunnen blijven, wat nu verhuisd is naar Japan, Amerika, Engeland, Duitschland enz, f 98 millioen ijzerproducten meer in-, dan uifgevoerd. Daarnaast wordt ons vaak wijs gemaakt, dat onze machinefabrieken niet zonder uitvoer, dus vrijhandel, kunnen; vooral in Twenthe wordt nogal eens gewezen op Stork en Co. te Hengelo. Wat blijkt echter uit het statistisch overzicht? Dat er is uit gevoerd aan ijzer, staal en werken daarvan, alsmede inden vorm van fabrieks-, landbouw-, kracht- en arbeidswerktuigen, toestellen, enz., voor een bedrag van 37 millioen gulden. Doch van dezelfde goederen, onder dezelfde benaming genoemd, hebben wij in Nederland ingevoerd voor 135 millioen, ©en verschil dus van 98 millioen. Bij het lezen ©n groepeeren van die cijfers, staan wij toch wel ©ven te kijken, en bijten ons eens even op de Eppen en vragen ons af, hoe het toch komt, dat wij toch zooveel werkloosheid hebben. Het mag waar zijn, dat onze fabrieken nu ingesteld zijn op toevallige uitvoerproducten, doch met eenige zekerheidsstelling door onze overheid, zijn toch onze fabrieken wel om te bouwen? Evengoed, als er nu eindelijk een embouw begint te komen inden Landbouw, zou dat toch zeker en heel wat geroakkelijker kunnen gebeuren in onze Twentsche industrie? Voor alles is echter noodig samenwerking van zuiver Nederlandsche belangen en moet er door de Regeering geholpen worden, in ©lk geval ©en zekerheid gesteld, datf als er fabrieken worden omgebouwd, die niet direct worden doodgeconeuTTeerd door buitenlandsche producten door middel van dumping, inflatie of koelieloonen. Evengoed als op 15 Maart 1728 door Ridderschap en steden van octrooi voor 15 jaar „gereedelijk werd toegestaan” om ©en aantal ingezetenen van Enschede inde gelegenheid te stellen met succes ©en combinatie op te richten, waardoor een 1500 tot 2000 menschen werk konden vinden, moet thans door onze regeering ©enige steun worden verleend. Doch zooals de cijfers onomstootelijk laten zien, behoeft zulks zeker niet te gaan in de richting; onze bietencultuur ondergeschikt aan de Twentsche katoentjes. Een andere kwestie is onze Indische suikercultuur. Maar is dat niet heel eenvoudig? Japan wil graag afzet van textiel- en andere goederen naar onze koloniën, Japan is een industrieel land geworden en wil die graag uitvoeren. Welnu, Japan mag het, als het tegelijkertijd onze Indische producten afneemt, waar bovendien Japan niet buiten kan. Zelfs een Japansche maag kan geen industrieele producten verteren en heeft dus behoefte aan bodemproducten, ’tls aUeen maar ©en kwestie van waardeering. Voor onze Regeering is zeker de taak weggelegd ook Indië te beschermen, dat d© werkelijke waardevoll© cultuurgronden niet verscharreld worden, waardoor evenals wif, de Indiër tevens ton gronde gaat. Dit tevens in aansluiting met mijn artikel in het nommer van 14 Deo. A. K.

Onderschrift, Dit artikel was bestemd voor het vorige nummer, doch moest wegens plaatsgebrek blijven liggen. Het gevaar voor de bietencultuur schijnt te zijn verminderd. Toch behoudt dit artikel zijn waarde, omdat het er op wijst, hoe groot belang onze industrie heeft bij een grooten binnenlandschen afzet, die weer voor een groot deel bepaald wordt door den bloei van het landbouwbedrijf. Retj_ Nieuws uit de Afdeelingen. BORGER. 27 Jan. vond een goed bezochte jaarvergadering plaats. Uit de uitgebrachte verslagen bleek, dat het ledental van 66 was gestegen tot 136. Het jaarverslag werd goedgekeurd, evenals de rekening van den penningmeester. Verschillende crisismaatregelen werden besproken, terwijl werd besloten per autobus de algem. vergadering te Assen te bezoeken, waarvoor alle leden werden opgewekt. Besloten werd een adres met verschillende wenschen aan het hoofdbestuur te richten. WITMARSUM, 31 Jan. In Hotel Hofstra werd hedenavond, gezien de buitengewoon slechte weersomstandigheden, voor een goedgevulde zaal een propaganda-avond georganiseerd, on der voorzitterschap van den heer W. K. Postma van Eimswerd. Als eerste spreker trad ©p de heer G. J. Ruiter te Knijpe met als onderwerp „Rjucht”. Deze in het Frigsch uitgesproken voordracht, waarin vele voor het platteland belangrijke onderwerpen, zooals de strijd tusschen de steden en het platteland, de monopolies, de gilden, het vrijhandelsstelsel, het ontstaan en de groei van het socialisme, vrijhandel, contingenteering, autarkie enz. werden behandeld, vond veel bijval en werd vooral voor de weidestreken deze spreker als een uitstekende propagandist voor onze beweging gekenschetst. Als tweede spreker trad onze nationale propagandist, de heer De Lange, voor het voetlicht, die ineen gloedvol uitgesproken rede sprak over; „Is onze strijd geoorloofd, zoo ja, strijd dan mee.” Na het einde was een daverend applaus zijn belooning. Gezien de buitengewone propagandiakwaliteit van dezen spreker, gingen er stemmen op om hem te vierendeelen en aldus op vier plaatsen tegelijk te Laten optreden. (Figuurlijk gesproken.) Hoe het ook zij, wij hopen hem hier zeer spoedig weer eens in het Noorden te hooren. Hij kan op een warm onthaal van de Friezen rekenen. MEEDEN, 16 Jan. Onze afd. hield hedenavond een propaganda-avond in hotel Bulthuis, met als spreker den heer De Lange. Na een gloedvolle rede gaven zich verschillende personen als lid der afd. op, werden talrijke kalenders besteld en werd flink ep de lijst voor het propagandafonds geteekend. De avond is scMtterend geslaagd. TRIPSCOMPAGNIE. Op 15 Jan. vond een goedbezochte vergadering onzer afd. plaats in café Talens. De secr. werd bereid gevonden het agentschap voor ons orgaan waar te nemen. De penningmeester werd gedéchargeerd. Uit het jaarverslag blijkt, dat de afd. momenteel 33 leden telt. De beer J. van Dam werd herkozen als best.lid. Bij de teekening op de lijst voor het propagandafonds wordt 10 cent per H.A. als basis genomen. Het was een geanimeerde vergadering. HARKSTEDE. In café Staalstra alhier werd op 29 Jan. een propagandavergadering gehouden van onze afdeeling. De groote bovenzaal was goed gevuld. Naast leden en belangstellenden, waren ook besturen van omliggende afdeelingen tegenwoordig, benevens een achttal dames, wier tegenwoordigheid op hoogen prijs werd gesteld. De schitterende propagandarad© van den heer De Lange, viel buitengewoon inden smaak en had tot gevolg, dat een tiental nieuwe leden zich opgaf, alsmede eenige nieuwe abonné’s op ons orgaan. Voor het propagandafonds werd 50 gld. geteekend; de afwezigen zullen worden bezocht. ’t ZANDT. Op 10 Jan. vergaderde onze afd. Gr.8.8. Na afloop der huishoudelijke vergadering sprak de heer De Lange een keurige rede uit, waarin hij aan het slot de aanwezigen opwekte tot aanschaffing vaneen bondskalender en tot teekening voor het propagandafonds. Een bartelijk applaus beloonde den spreker, terwijl vrijwel alle aanwezigen gehoor gaven aan de opwekking. . NIEUWE PEKELA, 15 Jan. Hedavond sprak voor onze afdeeling de heer De Lange van Wijster ten huize van H. Pybes. Twee jaar geleden sprak deze vurige verdediger der plattelandsbeïangen voor bet eerst in onze provincie in deze zelfde zaal. Ook thans oogstte hij een uitbundig applaus, terwijl de vergadering door bijna flOO te teekenen voor het propagandafonds, toonde dat de rede doel had getroffen. ANNEN, 19 Jan. In hotel Luth vergaderde onze afd. Dr. 8.8. Uit de verschillende uitgebrachte verslagen bleek, dat het Ledental 124 bedroeg en dat de kas sloot met een saldo (saldo vorig boekjaar inbegrepen) van f30.75. Den penningmeester werd décharge verleend, De aftredende best.leden, de hoeren R. Houwing Nz. en G. Dekker, werden herkozen. Bij de bespreking der steunmaatregelen werd algemeen aangedrongen op betere en vluggere afwerking der betalingen. Besloten werdi bij het hoofdbestuur aan te dringen op het voeren van actie voor hoogeren richtprijs der rogge, steun voor haver en bekendmaking van eventueele plannen, opdat vroegtijdig bet bouwplan zal kunnen worden opgemaakt. Aangedrongen werd voorts op bet houden vaneen landdag in he voorjaar, om daar nog eens den nood ia den landbouw kenbaar te maken, aangezien de steunmaatregelen onvoldoende zijn. ERICA, Op 2 Febr. hield onze afd. haar jaarvergadering in café Hof. Bij den aanvang deelde de voorz. mede, dat de heer De Lange op 6 Maart zou komen spreken, in plaats van dezen avond, omdat hij op een andere plaats moest zijn voor bet stichten vaneen nieuwe afd. De kas sloot met een batig saldo van f 17.93, hetgeen voor den secr.-penmngm. aanleiding was, alle leden aan te sporen een nieuw Ed aan te brengen. De aftredende bestuursleden A. R. Bartelds en E. Germs werden herkozen. Besloten werd op 6 Maart naast den heer D© Lange, ook den beer Van de Bospoort uit t© noodigen. . Bij d© rondvraag werd besloten aan net hoofdbestuur te verzoeken nogmaals iets te doen voor den. rogge* en aardappelsteuöj ©nz.

BALKBRUG. Inde op 23 Jan. gehouden jaarvergadering onzer afd. bleek uit het door den secr. uitgebrachte jaarverslag, dat de afd:. momenteel 275 leden telt, terwijl het verslag van den penningmeester een batig saldo aanwens. Bij de bespreking over de waterleiding werd de wenschelijkheid betoogd, stappen te doen om van verplichte aansluiting gevrijwaard te worden. Het H.8.-lid van den 0.8.8., de heer J. ter Haar Wz., hield een interessante inleiding over den landbouw van voor den oorlog en dien van thans. Benige nieuwe leden werden nog geboekt. BERGENTHEIM. Alhier vergaderde de afd, 0.8.8. Na een kort openingswoord van den voorz., waarbij hij wees op den groei der beweging en op de noodzakelijkheid daarvan, sprak de heer Weerts over:,,Waarom lid van den Boerenbond”, waarmede de spr. veel bijval oogstte. Bij de rondvraag kwam de Varkens-Centrale ter sprake, waarover veel ontevredenheid bleek te bestaan. Besloten werd het hoofdbestuur met een en ander in kennis te stellen. 14 nieuwe leden konden worden geboekt. OLST. In het koffiehuis de Boone op Eikelhof sprak voor onze afd. 0.8.8. de heer J. A. Verhoef te Diepenveen. Spr. behandelde op duidelijke wijze achtereenvolgens de moeilijke positie van den'boer in dezen tijd en de Landbouwcrisiswet en zette daarbij het program van) Landbouw en Maatschappij in het kort uiteen. Tenslotte besprak spr. nog de opheffing van( het station Eikelhof, waartegen hij gegronde motieven aanvoerde. Een geanimeerde bespreking volgde op deze met aandacht gevolgde rede. De heer J. B, van de Sluis sprak nog over de bezwaren tegen verplichte aansluiting bij de waterleiding. Talrijke aanwezigen traden toe als lid der ald. en als abonné op ons orgaan, GASTEREN, 27 Jan. In café van Rein sprak voor ©en uitstekend bezette zaal de heer Da Lange uit Wijster. Verschillende gestelde vrawerden duidelijk beantwoord. De voorz. was aller tolk, toen hij den spr. een woord van( hartelijken dank bracht voor zijn gloedvol© rede. UFFELTE. 22 Jan. Onder voorzitterschap, van den heer R. Buiten hield onze afd. een propaganda-avond in café Soer, die zeer druk was bezocht. Tal van leden der plaatselijke afdi, van den Bond van Boerinnen e.a. Plattelandsvrouwen hadden gehoor gegeven aan de tot haar gerichte uitnoodiging. Op buitengewoon leerzame wijze Meld onze propagandist De Lange een rede, welke met daverend applaus werd beantwoord. De heer H. Tiemes, H.8.-lid' Dr. 8.8., sprak daarna nog ©en kort opwekkend woord en besprak in het kort de genomen crisismaatregelen. De voorzitster der afd. Boei rinnenbond dankte voor de uitnoodiging en hoopte dat ©en volgende vergadering alle leden present waren. De afd. boekte 4 nieuwe leden» OMMELANDERWIJK. Vrijdag 5 Jan. Meld onze afdeeling haar jaarvergadering in hotel „de Ommelanden”, waar de voorzitter een overzicht gaf van hetgeen door de Boerenbonden is bereikt. De afdeeling telt 41 ledenjj waarvan 39 geabonneerd zijn op „L. en M.” De kas sloot met een voordeelig saldo van f 14,1 Het aftredend bestuurslid H. Kanning van No, Dertien werd herkozen. Op de lijsten voor hef Nat. Propagandafonds werd voor f5O getcekend. Tevens werden 58 scheurkalenders kocht. * OOSTERHESSELEN, Vrijdag 2 Febr, Meld: de heer v.d. Bospoort te Emmen voor een1 flink bezette zaal in café Bussemaker te Gees ©en gloedvolle rede over: „De beteekenis van een gezond platteland.” Ongetwijfeld hebben de aanwezigen zeer genoten van de nieuwe denkbeelden van dezen zeer begaafden spreker, die alle plattelanders opwekte, zich aan te sluiten bij „L. en M.”- Ook het propagandafonds werd door spr.. mei; kracht aanbevolen. De voorz., de heer R. Tietema, dankte spr. voor zijn mooie rede. ROODESCHOOL, 11 Jan. Hedenavond trad voor de afd. Roodescbool van den Gron. Boerenbond op de heer De Lange te Wijster. Ook was aanwezig de heer Van Bruggen, voorzitter van den prov. Bond. Er was een talrijk publiek opgekomen. Ook vele dames waren aanwezig. Met greote aandacht werd geluisterd naar den begaafden redenaar. Aan heil slot van zijn rede had de heer De Lange een enthousiast applaus in ontvangst te nemen. Ook de heer v. Bruggen sprak een opwekkend woord. Staande de vergadering werden 121 nieuwe leden ingeschreven, onder wie vele dames. Voor bet propagandafonds werd flink geteekend. De afdeeling Roodescbool kan op een schitterend geslaagde propaganda-avond terugzien. Willen de leden hun programma’s ter lezing geven aan niet-leden, en zoodoende actief aan) de propaganda deel nemen? URETERP—SIEGERSWOUDE. Op 24 Januari werd door onze afd. een propagandavergadering gehouden in café Gorter te üreteirp. Door) onzen ijverigen propagandist, den heer De Lange, werd onder ademlooze stilte een gloedvolle rede gehouden, die met daverend applaus werd beloond. Benige gestelde vragen werden uitvoerig beantwoord. VLAGTWEDDE, 18 Jan. Hedenavond vond een propagandavergadering plaats van de afd, Gr.8.8. in hotel Schober. De vergadering was minder druk bezocht dan anders, hetgeen zijn oorzaak vond in het feit, dat vergaderingeni in omliggende afd. door tal van leden waren) bezocht. De spreker, de heer De Lange, Meld een gloedvolle toespraak. Na afloop daarvan werden de lijsten voor het propagandafonds gepresenteerd, waarop uitstekend geteekend werd. DWINGELOO. Op 2 Febr. vond alhier onder voorzitterschap van den heer J. Doorten Hz, een groote vergadering plaats van leden der Ned. Rundvee-Centrale. De hoofdgrief werd zeer breedvoerig behandeld, n.l. dat bij de telling inden vorigen zomer, drachtige vaarzen door het eene lid der pl. commissie bij de molken kalikoeien waren gerangschikt en door eeni ander lid dier commissie bij jongvee. Hierdoor werd aan den eenen boer f 5 per vaars uitbetaald, terwijl de andere niets kreeg. Dat was meten met twee maten, waardoor veel discussies ontstonden. Tenslotte werd besloten dat de pl. commissie alles in het werk zal stéllen om de gemaakt© onbillijkheden in ’t reine t© brengen. Mocht dit niet gelukken, dan zal de afd. Dr. 8.8. medewerking verleenen.