de telers van suikerbieten, voer zoover die bieten cp Nederlandschen bodem zijn geteeld, en aan de Nederlandsche coöperatieve fabrieken of aan de Centrale Suikermaatschappij te Amsterdam ter verwerking tot suiker zijn geleverd. steun verleend. Da uitvoering der steunverlening is aan de Nederlandsche Akkerbouw-Centrale opgedragen. Door de fabrieken zal voor bieten, waarvoor steun wordt verleend (garantiebieten). geleverd cp de gebruikelijke condities aan groot scheepsvaarwater en van gemiddeld suikergehalte flO per 1000 K.G.’ netto worden uitbetaald. De hoeveelheid garantiebieten per teler voor de campagne 1934 zal hoogstens bedragen 90 pet. van de door hem geteelde en geleverde garantiebieten in 1933. Steun aan boonenteelt. f 3.50 per 100 K.G. Inde Staatscourant is een beschikking van den minister van Economische Zaken opgenomen tot steunverleening aan de boenen telers. In deze beschikking wordt onder boonen verstaan hier te lande verbouwde veldboonen van den oogst 1934 met dien verstande, dat daaronder mede begrepen zijnde boonen vermengd met andere peulvruchten, afkomstig van gemengd gewas. Uit het Landbcuw-Crisisfcnds zal aan de telers van boonen steun verleend worden ten bedrage van f3.50 per 100 K.G. gedorschte boonen. Van heinde en verre. In Noord-Erabant en Limburg is een beweging gaande, die ten doel heeft een versterking van ons leger. Niet dat de menseden daar zoo oorlogszuchtig zijn aangelegd, maar ze zijn geschrokken vaneen uitlating vaneen Engeisehen minister, die de Rijn de oostgrens van Engeland noemde. Hieruit maken onze zuidelijke landgenooten op, Üat bij een mogelijken Europeeschen oorlog, deze niet weer in België, gezien de machtige verdedigingswerken, welke dit land aan zijn oostgrens heeft gemaakt, maar in ons Land zal uitgevochten worden, met als natuurlijk gevolg een vernietiging van de fabrieken, enz., enz. Een grooter en sterker leger, zeggen zij nu, zal in staat zijn, die ramp af te wenden, terwijl als nevenvoordeel de fabrieken van wollen stoffen, schoenen, enz. een niet te versmaden werkverruiming zullen krijgen. Ook zullen dan heel wat jongelui, die nu noodgedwongen werkloos en doelloos langs de wegen slenteren, aan orde en tucht gewoon raken (öf nog meer leeren kankeren). Dat alles is volkomen waar, maarde heeren vergeten één ding. Al werd ons leger ook nog zoo sterk, wanneer wij eerst niet zorgen voor onze onafhankelijkheid ten opzichte van onze broodvoorziening, dan zullen wij nog aan ’t kortste eind trekken. Willen wij ons land sterk maken in dat opzicht, dan dienen eerst de prijzen der granen op een zoodanig peil gebracht, dat de boer in slaat is ’t benoodigde graan te produceeren. * ♦ « De eerste uitspraken in ’t loonconflict tus-6oh en landbouwers en arbeiders zijn gevallen. De door den minister van Economische Zaken benoemde arbiter heeft ’t loon der landarbeiders voor Tholen bepaald op 23 cent per uur en voor de arbeiders in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen cp f 2.15 per dag tot 30 September en van 1 Oct. lot 31 Maart op f 2.— per dag. Voor sommige werkzaamheden kan dit bedrag opgevoerd worden tot f2.60. Deze getallen zijn voorzeker niet hoog, maar kunnen ze gedragen worden door den productenprijs, wanneer ook de werkgever nog een zekere ondernemerswinst moet hebben? Laag zijn ze in vergelijking met de stedelijke Iconen, véél te laag zelfs, omdat het hier volwaardige arbeiders betreft, die in hun vak zeker niet minder zijn dan een vakman inde stad. Uit Huis en Hof verdreven. Een greep uit het boerenleven dezer dagen. (Alle rechten voorbehouden.) 11. ' Sloters had zieh de middagpot goed laten smaken. Vooral omdat het Zondag was en er dan een beetje lekkerder opgediend werd dan door de week. Hij voelde zich echter door dien flinken middagmaaltijd wat onbehaaglijk. Het liefst ging hij onder zulke omstandigheden maar weer een eind loopen, het veld wéér in, doch de heete zon, die haar verzengende stralen met al haar kracht naar beneden deed branden, lokte hem niet. Hij sleepte zich een stoel mee naar een koel beschaduwd hoekje «meer een breede linde achter wat lage heesters aan den slootswal. Hij ging gemakkelijk zitten en sloot de oogen. Ofschoon hij trachtte te slapen, lukte hem dat niet, want allerlei dingen kwamen hem inde gedachten en ’t waren meestal geen prettige. Onrustig raakte hij dan ineens klaar wakker uit zijn gedommel, hij werd boos op zichzelf, op zijn vrouw, die hem altijd aan die akeligheden hielp, op de kippen rondom zijn voeten, ja, op de geheele wereld. Toen zijn ergernis wat gekalmeerd was, sloot hij op nieuw de oogen en eindelijk gelukte het heir dan ook den slaap goed te vatten te krijgen • • Hoe lang hij daar geslapen had wist hij niet maar hij moest zich eerst de oogen goed uit wrijven, voordat hij begreep, wat er gaande was. ’t Was Koos, die hem wakker geroeper had met de vraag, wie vanavond melken moest. „Nu, als jij er uit wilt, zal ik vanavond we! melken, er is toch niets bijzonders. Maai waar wil je naar toe?” vroeg Sloters. „Ja, als u melken wilt, dan ga ik met de Berends naar het concours in B.; die paarder mocht ik wel eens zien”, zei Koos. „Goed, maak je maar klaar en ga er heen Ik zal de zaak wel opknappen”. „Hebt u dan wat zakgeld voor me, vader?’ Vroeg ae jongen bescheiden. ..Zakgeld? Alweer de centen op. Jongen

Uit verschillende plaatsen hoort men van conferenties tusschen landbouwers en afgevaardigden van de verschillende landarbeidersbonden om te komen tot ’t afsluiten vaneen collectief looncontract. Dat is natuurlijk een gevolg van het bepaalde in art. 3 van de Crisisorganisatie-besohikking 1934 11, waarin arbitrage bindend wordt voorgeschreven. Toch meen ik, dat hier nog een andere bedoeling voorzit. In feite is ’t niet anders dan een vaststellen van ’t loon inde Werkverschaffing. De minister wil daar beneden ’t geldend loon blijven. Nu is er geen bepaald uurloon te noemen. Zijnde contracten eenmaal vastgesteld, dan zijn er slechts enkele gegoede boeren, die er voor zullen laten werken, omdat dè loonen niet gebaseerd zijn op den productenprijs en dus menige boer niet in staat is dit bedrag, hoe laag het ook voor den arbeider is, te betalen. Waar de landbouw noodgedwongen steeds meer en meer zoekt naar productiekostenverlaging, daar heeft het streven van den minister een avereehtsehe uitwerking. Zagen de landarbeiders maar in, hoe ook zij belang hebben bij een hoogeren productieprijs, hoe vee! te eer zouden wij tot een gezonden toestand komen. » * ♦ In Indië blijft men zitten met de palmolie, die vroeger veel door Amerika werd afgenomen. ’t Plan schijnt nu te bestaan palmolie te verruilen tegen tarwe, die natuurlijk niet naar Indië zal gaan, maar naar Nederland. Wordt van zoodanige tarwe ook invoerrecht geheven? » * * In Roemenië zal de regeering ingrijpen in de tarweprijzen. Deze bedroegen 41000 lei per wagon; door betere kwaliteit steeg de prijs tot 48000 lei en zal nu gebracht worden op 50.000 lei, waarvoor de regeering een voorloopig crediet verleende van 100 milMoen lei. * * * Tsjecho-SJowakije heeft door misgewas een tekort aan koren. Pogingen om in Roemenië graan en mais te koopen, mislukten, omdat dit land niet weet, of ’t wel een overschot heeft. In Joegoslavië kon het 5000 wagon graan koopen, doch dit is nog niet % gedeelte van de totale behoefte. Oogstvooruitzichten in de Vereenigde Staten. Dr. Kerssen uit Byon (Minn.) schrijft aan „De Nieuwe Veldbode'’: De voorspelling van het Landbouwdepartement op 10 Juli was, dat de tarweoogst inde Ver. Staten 483 millioen bushel zou bedragen. Het tekort voor eigen consumptie zal dus bijna 150 millioen bushel beloopcn. Drie vijfden van het overschot van vorige jaren zal dus noodig zijn om de natie te voeden, terwijl in Juli 1935 dus maar een zeer matig overschot van pl.ra. 100 millioen bushel aanwezig zal kunnen zijn. Omtrent de kwaliteit voor broodgraan van de voorradige tarwe is niet veel bekend, doch er is vooral tekort aan zomertarwe, het beste broodgraan van de Ver. Stalen. Men spreekt dan ook al van import van zomertarwe uit Canada. Niettegenstaande deze debacle, welke gepaard gaat met een algemecne verarming van het Midden-Westen, spreken minister Wallace en zijn schooleconomisten van reductie van tarwebouwland. Men laat den tarwehandel vrij en tracht de tarweproductie te regelen, iets dat evenmin doenlijk is als het regelen van storm, zonneschijn en droogte. Het koopen van vee inde droogtestreek door de regeering wordt nog steeds voortgezet; hoewel thans regen is gevallen, heeft de plantengroei zich nog slechts weinig hersteld. De regen kwam twee maanden te laat en er viel lang niet genoeg. Sommige boeren hebben nog CO pet. van hun vee, maar dit graast in andere, Noordelijke countries; ze hebben slechts een paar koeien thuis; deze hebben al het te velde staande graan als weide noodig. Wintervoer is zeer schaarsch, hooi wat zijn jullie tegenwoordig ook wat noodig. Nou, wacht eens,..,. ja, ik heb mijn beurs in den zak”. Slolers grabbelde in zijn portemonnaie rond en deelde Koos twee rijksdaalders uit. „Genoeg ol niet?” „’t Zal wel gaan”, zei Koos, „ik had er ook nog wel wat. Wel bedenkt”. En meteen maakte hij gauw dat hij weg kwam, bang voor de meerdere waarschuwingen en inprentingen, die er gewoonlijk met het ontvangen van zakgeld gepaard gingen. In zijn haast liep Koos bij de keukendeur Annie haast onderstboven, die hem juist bespied had, toen hij bij zijn vader was. „Zoo, mooie jongen, heb je weer flink wat los gekregen? Je bent me voor geweest, hè. Nou behoef ik niet meer te gaan. Fijn is het! Maar waar ga je naar toe?” vroeg zij. „O, wou jij bij pa ook een leening doen?” vroeg Koos, „dan ben ik blij, dat ik er geweest ben. Waar ik heen wil? Wel naar het concours natuurlijk En waar wil jij naar toe, zusje?” „Ik, waar ik naar toe ga? Wel nergens, ik zal wel oppassen zoo zonder centen”, zei Annie. „Weet je wat je doen moet?” vroeg Koos. „Neen. wat dan?” vroeg Annie nieuwsgierig. „Wei. bijtijds een vrijer opzoeken, dan ben je den geheelen avond gratis uit”. „Hé, wat ben jij een vervelende jongen. Ais je anders niets weet. Neen, drink jij dan maar een glaasje minder”, plaagde zij hem. Sloters ving brokstukken op van hun gesprek. Hij begreep, dat, nu Koos bij hem geweest was om zakgeld, Annie niet meer durfde te komen. Zij was niet het vierde deel van Koos noodig en zij was toch ook zijn kind. Hij zou haar helpen en riep: „Annie, zeg, breng me een glas water, ik heb dorst”. Koos verstond het ook en raadde Annie nu van deze mooie gelegenheid gebruik te maken, Annie snelde zoo vlug ze kon naar haar vader met een glas water, dat hij half uitdronk en toen vroeg: „Wanneer ga je weg naar Grietje?” „Och, straks denk ik. Ik zal nog eerst theezetten, want moeder slaapt ook.” „Goed, doe dat,” en zijn beurste voorschijn halende, gaf hij haar een rijksdaalëer en een gulden. „Hier zul je wel genoeg aan hebben, niet? Jk heb ook niet meer kleingeld.”

[ wordt thans reeds geperst ingevoerd. Natuurlijk beseft de doorsneê stadsbewoner niets van dezen toestand; alleen gedurende de zand- en stofstormen begon men inde steden bang te worden. Dit leed is echter geleden en de vacantiekoloniën langs de meeroevers bemerken niets van het oogsttekort. Men leest inde groote Europeesche bladen veel over stakingen inde Ver. Staten, maar het zeer gewichtige tarwetekort vindt men nauwelijks vermeld onder de beursberichten. Credietinflatie, het geneesmiddel van den internationalen geldhandel, wordt nog steeds grondig toegepast, hier zooweel als in Europa. Maar het is daarmede als met alcohol en morphine: het geeft lijdelijke verzachting, maar daarna een afschuwelijke „katzenjammer’. Europa geeft daarvan honderden voorbeelden, maar het helpt niets; het publiek inde steden beschouwt nog maar altijd den bankier en den geldhandelaar als den practischen staathuishoudkundige, die de wereld economisch kan lede r. INGEZONDEN MEDFDEELING. Jf. F. SMID Molenaar ASSEN. Voor maleis denatureeren en alle Veevoeders hef billijkste adres. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur, Hoewel het onderschrift onder het ingezonden stuk van den heer H. D. Louwes in het vorige nummer mijn volle instemming heeft, kan ik toch niet nalaten, mijn diepe verontwaardiging uitte spreken over den inhoud van gemeld stuk. Voor zoover mij bekend, was de heer L. één der weinige candidaten voor ’t lidmaatschap der Tweede Kamer, die schriftelijk verklaarde, geheel in te stemmen met ons beginselprogram en dit wilde verdedigen. Daarin werd toen reeds zij het dan ook inde toelichting het systeem der hoogere graanrechten gelanceerd. In die dagen hoorden wij nooit van den heer L. dat hij het daar niet mee eens was en zagen wij hem op verkiezingsvergaderingen soms met het program der boerenbonden inde hand verschijnen. Vooral ergerde ik mij aan dat gedeelte, waar hij onzen voorzitter er een verwijt van maakt, omdat hij niet reageerde op het gezegde van den heer De Leeuw, dat de toewijzingskaarten voor kalveren aan het bureau van Landbouw en Maatschappij wel ingeleverd konden worden —«mits ons systeem werd aanvaard! De schertsende toon waarop de heer De Leeuw dit naar voren bracht, werd helaas door den heer Louwes voor ernst opgevat. Genoemde heer gaf daarmede geen blijk, de Drentsche humor goed te verstaan. Het spijt mij zeer. dat wij inde verwachtingen van den heer L. zijn teleurgesteld. Hoewel we partijgenooten zijn, kan ik den heer L. wél verzekeren, dat onze partij in Drenthe de duizenden stemmen die ze met de verkiezingen is vooruitgegaan, niet alleen kans loopt te verliezen, maar nog wel enkele duizenden meer ook! Uit de stemming onder den Drenlschen boerenstand o.a. tegen het artikel van den heer L., is dat duidelijk merkbaar. leder lid in onze provincie weet, hoe ons bestuur steeds kalmeerend optrad, steeds in de Regeeringsmaatregelen ’t goede trachtte te zien en zelfs nu, waar corruptie op allerlei gebied een gevolg van die regeeringsbemoeiïngen is, houdt dat bestuur ’t hoofd koel. Het verwijt dat de heer L. dan ook heeft gemaakt, raakt kant noch wal. Ik geloof graag, dat ’t geluid, dat de heer De Leeuw liet hooren, niet inde smaak viel van den heer L. Vooral zijn gezegde, dat het voor land en volk beter was, als de regeering haar licht eens opstak bij de gewone boertjes, inplaats van bij hen, die zoogenaamd den landbouw vertegenwoordigen, zal ss=s=i=s=ssa9s^ss= „O, vader, dank u wel. Wat is u toch een beste pa,” sprak Annie dankbaar. „Ja, kind, ’tis goed. Maar ik wist dat je nu eigenlijk me niet meer durfde te vragen, omdat Koos je juist voor geweest is. Nou en veel plezier hoor, als je heen gaat.” Blij als een vogeltje liep Annie weer op het huis af. „Die weten nog van geen zorgen of kommer,” dacht Sloters. „Ze kunnen het altijd nog vroeg genoeg gewaar worden. Als ze eens wisten, hoe ze er voorstaan.” Maar Sloters werd boos op zichzelf, dat zijn gedachten weer dien somberen kant opgingen. Geërgerd sprong hij op en sprak halfluid; „Als ze wat wisten?” „Neen, niets weten ze, maar hij ook niet en de heele wereld niet, laat dus staan: zijn vrouw. Men wist niets en kon vooruit niets weten. Heden was het geen November en November was geen volgend jaar. Er kon nog zooveel ten goede veranderen. En was het nu al verkeken? Daar leek het toch niet naar? Elk had wel eens schulden, die ongelegen kwamen ter afbetaling. Met dergelijke argumenten trachtte Sloters zijn steeds wederkeerende zorg te verzwakken. Vol ergernis liep hij de tuin maar eens in. Het was geen gezellig zitje bij de thee die Sloters en zijn vrouw dronken op dezelfde plek, waar ze de koffie genoten hadden. Hij trachtte zich te verdiepen inde courant en zij zat stil naar den weg te kijken, waarop enkele voorbijgangers haar aandacht gaande hielden. Twee fietsers, waarnaar zij zoo getuurd had, draaiden eensklaps van den weg af en den inrij naar hun woning op. „’k Dacht het ai! Zeg, man, daar komen Harm en Mina nog op bezoek.” Sloters deed de courant weg en keek verrast den inrij op. Hij was blij met een bezoek, want hij moest afleiding hebben. Hij had het echt te pakken dezen middag, vond hij zelf. „Wel, wel! dat is een verrassing. Hoe kregen jullie dat in het hoofd om zoo op een middag, zoo zonder bericht of wat ook, over te komen?” vroeg vrouw Sloters, toen allen na een hartelijk begroeten gezeten waren, „’t Is toch een eind, eigenlijk geen reis voor een namiddag.” „Och, wat zal ik zeggen, moe,” sprak Harm,

hem zeer zeker minder aangenaam inde ooren hebben geklonken. De landbouwweek in Wageningen was er anders een treffend voorbeeld van, hoe juist ’t gezegde van den spreker was. ’t Systeem van den heer L. schijnt te zijn: Mondhouden; ook al ziet ge, dat het verkeerd gaat! Mijnheer de Redacteur, ik wil er verder ’t zwijgen toe doen. Toch hoop ik, dat ons Dag. Bestuur den heer L. duidelijk tracht te maken, wat zijn plicht is; wij kennen de onze wèl! Achtend, Een Drentsche Vrijheidsbonder-Boerenbonder. Wij ontvingen naar aanleiding van het artikel van den heer Louwes verschillende artikelen en brieven, die wij niet alle kunnen plaatsen. Wij maken er echter uit op, dat onze leden evenals wij, het hoofdbezwaar tegen het artikel van den heer L. gelegen vonden in zijn waarschuwing aangaande wat hij den „breeden weg” noemt. Korte Berichten Ook saneering der boomkweekerij. Werd de bccmkweekerij tot nu toe gesteund met een crediet van 3V* millioen gulden uit het Landbouwcrisisfonds, thans zal ook een teeltregeling voor de boomkweekerij worden ingesteld. Verder bestaat de mogelijkheid dat ook nog f 250.000 beschikbaar zal worden gesteld voor opkoop van producten van de boomkweekerij, welk© zullen worden aangewend voor aanplanting hier en daar, teneinde het natuurschoon te vergrooten. Naar verluidt zal door de kweekers zelf voor 20«/ o in dit crediet worden deelgenomen. Geen Rijkssubsidie voor het korensnijden met de hand. Op verzoek van enkele werkgeversorganisaties in Noord-Brabant om rijkssubsidie te mogen ontvangen voor het laten korensnijden met de hand, teneinde de werkloosheid daardoor ©enigermate te verminderen, is door den minister afwijzend beschikt. Motief voor deze weigering was, dat men eerst de resultaten der proefnemingen in ©en aantal gemeenten, met het cpnemen van workloozen inde land- en tuinbouwbedrijven wilde afwachten. Vooruitzichten wereld tarwe-oogst. Dat de wereldtauweoogst dit jaar door weersinvloeden belangrijk slechter zou zijn dan vorige jatren, was reeds eenigen tijd bekend. Thans bericht het Intern. Landbouw Instituut te Rome, dat de Europeesche tarwe-productie dit jaar de 40 millioen ton niet zal bereiken, terwijl deze opbrengst verleden jaar neg 47 millioen ton bedroeg. Rusland zal waarschijnlijk weer iels kunnen uitveeren. In Amerika en Canada, waar de tarweoogst oorspronkelijk op 22 millioen werd geraamd, zal deze deer de laatste aanhoudende droogte wel geweldig tegenvallen. Inde Aziatische landen alsmede inde landen van Fransch Noord Afrika wordt een overvloedige oogst verwacht. Over het geheel genomen zal de tarweoogst van dit jaar aanmerkelijk kleiner zijp dan in 1933 en raag worden verondersteld, dat de voorraden van vroegere oogsten zullen moeten worden aangesproken om inde behoeften te kunnen voorzien. Eén der gevolgen is hiervan al weer de zeer belangrijke prijsschcmmelingen op de Amerikaansch© graanmarkten. De industriesteun. Schrik niet lezer, het gaat niet over den landbouwsteun, maar werkelijk over den industriesteun. Voor steeds meer takken van industrie, zooals nu weer voor den mijnbouw moeten steunmaatregelen inden vorm van contingenteering van den invoer worden genomen, zoodat wij zeker niet ver meer van het tijdstip af zijn dat de industrie op alle gebied, al is het dan indirect, steun ontvangt. Wij mogen daarom verwachten, dat binnenkort de heeren van Eocnomisch-Statisüsch© Berichten met juiste berekeningen zullen komen, wat de steun aan de nijverheid gaat beteekenen. Misschien dat dan de steun aan den Landbouw bij de heeren ©enige rechtvaardiging begint te krijgen. „ik zei tegen Mina, we konden wel eens gaan, ’tis mooi weer en inde week is het toch steeds druk.” „Ja, jongen, ’tis mooi, dat jullie zoo aan ons denken. Maar op het heetst van den dag moesten jullie toch wel twee en een half uur fietsen, is ’t niet?” „Nou, twee en ©en half uur is het niet, moe. Reken maar van twee uur.” „Wat zou het ook,” zei Sloters tegen zijn vrouw, „ze zijn jong, ze kunnen zoo’n rit best doen. Tegen den avond is het het allermooiste weer om voor je plezier te fietsen.” Bij thee met koekjes en onder de wolken rook, die de mannen van de sigaren aftrokken, ging het gesprek over en weer over de vruchten op het veld, over de beesten en varkens, kippen en kuikens en over huishoudedelijke beslommeringen. De tijd vloog om en voordat Sloters er op bedacht was, was het uur van melken aangebroken. Hij vroeg of allen lust hadden mede te gaan, dan zou hij zich even verkleeden. Toen Sloters het juk over de schouders hing en de emmers er aan bevestigde, stonden allen al gereed om met hem mede te gaan. Inde zon gekomen was het nog heet en de vliegen waren kwaadaardig. De koeien zouden wel weer lastig staan met het melken. Men liep niet vlug in het mulle zand en voorbij een roggeveld, waarachter het smoorheet was, hadden de beide vrouwen er genoeg van. drong er bij Mina sterk op aan, terug te gaan. Ze moest toch vooral niet te veel vergen van Vooral vrouw Sloters drong er bij Mina sterk op aan, terug te gaan. Ze moest toch vooral niet te veel vergen van zich zelf, zooals zij nu was en hiervoor zwichtte Mina dan ook. In vlugger tempo vervolgden de mannen hun weg. Op den dijk die tot de „Strengen” leidde, waren meerdere melkers gaande, de eene zooals Sloters met het juk, andere met kar en hond, zelfs was er iemand die er een paard voor aanspande. Met een ieder werd even een kort woord gesproken, hard en luid, zooals lui van het veld dat kunnen, ’t Waren maar enkele woordjes over het weer, o! over de visite, of speciaal aan Harm gerichte woorden, over zijn nieuwe woonplaats. Eindelijk had Sloters zijn doel bereikt en legde hij zijn juk af. De koeien hadden hem

Leerzame cijfers, De Coöp. Centrale Landbouwboekhouding te Leeuwarden publiceerde onlangs een overzicht der resultaten van de bij haar aangesloten bedrijven. Doordat echter voor eigen land, eigen bedrijf en eigen geld, geen er lei huur en rente in aanmerking is genomen, geven de gepubliceerde cijfers natuurlijk geen zuiver beeld weer. * De gemiddelde winst van 1015 aangesloten bedrijven bedroeg 1952.00. Voor de weidebedrijven bedroeg dit gemiddeld f 651.00 en voor de gemengde bedrijven f 1450.00. „Friso” berekent in het Friesch Landbouwblad van 11 Aug., dal bovenstaande verwaarloozing mag worden geschat op f600 00 per bedrijf, zoedat dus de zuivere gemiddelde winst bedroeg f 952,00-f 600,00 is f352.00. Voor de gemengd* bedrijven f 1450,00—f 600.00 is f850.00 en voor de zuivere weidebedrijven ƒ 651.00— f 600.00 is f51.00 in een geheel jaar. De bouwheer had dus een a rbe i de rs kik omen, maar wat had de weideboer? En wat zeggen de heer en, die zoo sterk ageeren tegen den landbouwsteun, van deze cijfers? Rijke Nederlandsche boeren. In een Engelsch blad wordt medegedeeld dat op het vasteland het publiek veel meer gebruik van het luchtverkeer maakt, dan in' Engeland. Zoo gaan b.v. in Nederland do boeren per vliegmachine naar de markt en snelheden van 160 K M. per uur vinden bij de boeren in Nederland geen voldoening moer, Een wonder dat er nog niet bij staat alle boeren. Komt die rijkdom misschien van de natuurboter, welke de Nederlandsche boer voor. 40 ets. per kg. aan Engeland moet Slijten? Of worden de f51.00 die hij per jaar in zijn bedrijf verdient aan het maken van vliegtochten besteed? Gunstiger cijfers bij de crisispachtwet. De gepubliceerde cijfers over cta Crisispachtwet laten zich belangrijk gunstiger aanzien dan in het begin. Krachtens deze wet, dia 1 Juli 1932 in werking trad, werden de eerstel 10 maanden 20103 verzoekschriften ingediend. Van 1 Juli 1933 tot Maart 1934 was dit aantal..... 3913. Ook de preventieve werking zal aan deze vermindering niet vreemd zijn. De pachtreduclies schommelden tusseben de 25 en 50 pet. Te hooge kosten bij hypotheek transacties. Dat het bovenstaande inderdaad juist is, zal ieder conslateeren, wanneer hij ©en Notarisrekening toegezonden krijgt. Waar diverse instellingen, (ook de Staat) bezig zijn voor hun uitslaande leeningen betere rentevoorwaardeni te krijgen en vele verpachters en hypotheek,- gevers met pacht of rente schikken, constateeren wij dat de banken veelal nog het vollal . pond eischen en deze ook vaak het doodende sein tot de executie geven, Eén van de medeoorzaken, dat de rente in sommige gevallen niet kan worden verlaagd, zijn de hooge overschrijvingskosten. Vaak zijn deze zoo hoog, dat de voordeelen van een lagere rente over meerdere ja ren daarmee gemoeid zijn, terwijl bovendien deze kosten terstond moeten worden betaald. Vooral de Staat, aan wien de Notaris een groot deel der onkosten moet afstaan, eis ebt zijn onverminderd deel nog steeds op. Verlaging der publiekpechteiijke vaste lasten zij dus het gemeenschappelijk doel van belanghebbenden. Uitzonderingen bevestigen den regel. Men meldt uit Koewacht in Zecuwsch-Vlaanderen, dat het klompmakers,bedrijf, dat in deze streek veel wordt beoefend, talrijke werkloozen telt, doch dat deze thans allen in het landbouwbedrijf werkzaam zijn. De landbouwers gebruiken daar nog weinig machines. Men kwam zelfs in deze oogstperiode handen te kort en uit naburige gemeenten moesten werkkrachten worden gezocht. Gelukkig Gemeentebestuur, Wij kennen in het Noorden minder gelukkige toestanden. al zien komen en verdrongen zich bij den dam om het eerst de beurt te hebben. „Zal ik u helpen,” vroeg Harm. „Neen, jongen, laat dat. Met je Zondagsche goed aan, maak jij je maar vuil.” „Daar is wat van aan. Dan zal ik de beesten de vliegen maar verjagen.” Harm ging slaan naast de koe, waaronder zijn vader zat te melken. Krachtig ruischten de stralen uit den uier in den emmer. Vooral die eerste stralen klonken als muziek tegen het metaal. Het ging vlug in zijn werk. Sloters was een ervaren, vlugge melker en voordat er een half uur gepasseerd was, had hij de emmers vol en bovendien de drinkvaten nog gevuld. Toen ze het land wilden verlaten, kwam het doel van Harm’s reis voor den dag. „Zeg, vader, u zult me straks wel helpen moeten.” 1 „Ja, wat is er dan jongen?” vroeg Sloters verwonderd, stilstaan blijvend. Nu vertelde Harm hem, dat hij dit voorjaar bij de landbouwvereeniging, waarbij hij aangesloten was, zijn benoodigde kalizout besteld had, ’t Was nu nog wel niet zoo ver, doch straks en stellig in Augustus, zou hij het ontvangen en dan moest hij het ook betalen. Hij kon het beetje geld, dat hij nu nog had, noode missen en vroeg daarom of zijn vader hem vier o£ vijfhonderd gulden kon leenen. Met de kali zou ook wel slakken en mergel volgen. Hij wou er zijn schoonvader niet gaarne om vragen, daar hij dacht, dat zijn vader het wel zou doen. Zelfs zijn vrouw had hij er nog niet over gesproken, ofschoon deze wel al begreep, dat hij het geld ergens moest leenen. Sloters hoorde alles aan en begreep heel best de situatie van zijn zoon. Hij wist wel dat deze het geld niet onnoodig uitgaf, maar hij wist ook, dat zijn zoon zich groot en hoog hield tegenover de buurt, net als hij zelf. Hij wist ook, dat hij zijn zoon op een te groot bedrijf geplaatst had, nu alle producten zoo in prijs gedaald waren, dat niemand ook maar het geringste kon overleggen voor de uitgaven voor een volgend jaar, al was dat nog zoo beslist noodig. (Wordt vervolgd.)

Of we geen op- en aanmerkingen hebben? Ot fouten vonden? Zeker! Maarde grootste fout lijkt ons, dat er slechts 1000 exemplaren van zijn gedrukt. Dat lijkt ons veel te weinig en het gevolg zai wel zijn, dat degenen, die niet heel spoedig bestellen, moeten worden teleurgesteld.