i

No. 20 3e Jaarg. 1934.

Donderdag 20 Deo,

Maakf regeering en I volksvertegenwoordiging Uw nooden kenbaar

OFFICIEEL ORGAAN VAN DE NATIONALE BOND LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ ————Weekblad onder redactie van het Dagelijkseh Bestuur. Alle stukken voor de redactie, alle abonnementen, enz. te zenden aan BUREAU LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ – Tel. 17 – Ruinerwold (Dr.) Alle advertenties aan Qrukkenj J- A. Boom 2c Zn. te Meppel Abonnementsprijs voor leden f 1.50 p. jaar, Niet-leden f 2.50

Leert economen en politici den landbouw beten begrijpen

lANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ

Democratie en wereld huishouding zijn onvereenlgbaar, omdat de democratie de beslissing legt inde handen der massa en deze de ingewikkelde problemen, welke de wereldhuishouding schept, niet kan doorzien.

Dit nummer bestaat uit zes bladzijden.

EERSTE BLAD. INGEZONDEN MEDEDEELING. H. F. KOSTER, Ijzerhandel Wildervank. Uw zaak voor kwaliteits-artikelen en lage prijzen. De heer De Lange spreekt: 22 Dec. in café Udema te Dalen. 24 Dec. te Odoorn. 28 Dec. te Edam. 2 Jan. te Veele. 3 Jan. te Muntendam. 4 Jan. te Meeden. 5 Jan. te Den Hulst. Door omstandigheden is de spreekbeurt •op 27 Dec. komen te vervallen. Aangezien de heer De Lange reeds bezet is tot ïn Febr. '35 bestaat de mogelijkheid, dat er nog afdeelingen zijn, die het klaar kunnen spelen op 27 Dec. een propagandavergadering te houden ondanks de korte voorbereiding. Zij, die hiertoe in principe besluiten, zonden wij met aandrang •'villen verzoeken, zich ooimlddellijk met Öcn heer De Lange, Tel. 27, Ruhierwokl, hi verbinding te stellen. Wie het eerst tornt, het eerst maalt! Wij wijden er op, dat bestellingen op .conomische Opstellen, tooneelboekjes, brochures, kalenders, proefnummers orgaan, enz., dienen te worden gericht aan Bureau Landbouw en Maatschappij te Buinerwold. Voor omgaande toezending zal zooveel mogelijk worden gezorgd. Officieele mededeelingeo. Friesche Agrarische Bond. Inde op 14 Dec. gehouden bestuursvergadering werden dé propaganda-aangelegenheden weder ter dege onder de loupe genomen. De behoefte kwam naar voren over meer geschoolde propagandisten te beschikken, welke op de vergaderingen inleidingen kunnen houden, ken enkele propagandist, van wien het bestuur meent, dat hij de geschiktheid *°u bezitten voor vergaderingen op te kunnen treden, zal nader met het bestuur Ju contact treden. Ten opzichte der a.s. Prov. Statenverkiezingen werd besloten er de besturen der politieke partijen in Friesland1 op te " ijzen, dat den leden zal worden geadviseerd hun stem slechts uitte brengen op die partijen, welke door de samenstelling der candidatenlijsten er toe medewerken', dat het Agrarische element inde Staten Voldoende zal worden vertegenwoordigd. Het ingediende rapport vaneen belangstellenden persman over de cultureele keteekenis van onze beweging werd aan een bespreking onderworpen, waarna met den indiener een onderhoud plaats vond. Algemeen was men van gevoelen, dat do verschillende richtlijnen in dit rap-Pprt vastgelegd, nader moesten worden uitgewerkt en middelen worden beraamd °m één en ander aan de praktijk te toetsen. : Een ingestelde commissie, bestaande uit dén rapporteur en twee bestuursleden, ZM de plannen voor verwezenlijking nader uit werken. Zuidelijke Agrarische Bond. Op 13 en i7 Dec Werd resp. te Beesd en Oeldermalsen een rede uitgesproken door en heer De Lange over het onderwerp: ««maatregelen of onrecht. Beide vergaringen werden gepresideerd door den heer euff te Deil, die met een hartelijk en tochtig woord opende. Hierbij wees hij op et onvermoeide pogen van den heer De za nge om ,de menschen op te wekken gemenlijk één lijn te trekken voor het ver-Ügen van betere bestaansmogelijkheden z ®r het platteland. Beide avonden waren de leti goed hezet en mochten eenige nieuwe de Worden geboekt. Laten we hopen, dat door den heer De L. gelegde kiem ook bij zpifukterblijvers zal uitgroeien en dat deze Ge i Spoedi's komen aanmelden bij den secr. .sterkt inden strijd gingen de leden weer «Waarts. De avonden zijn uitstekend gedaSd.

Enkele hoofdpunten inzake de landbouw-alsispolifiek. i. »* ** Men mag met recht beweren, dat er een crisis is in onze landbonwcrisispolitiek. Aan den eenen kant is deze er nog niet in geslaagd, de prijzen der landbouwproducten te brengen op een peil, dat het mogelijk maakt, den landbou war beid te beloonen op een wijze, die ineen redelijke verhouding staat tot de belooning van anderen arbeid1. En aan den anderen kant wordt door de niet-landbouwende bevolking betoogd, dat de prijzen der landbouwproducten zoo hoog zijn, dat zij ze niet meer kan betalen. Ten einde tot de oplossing van het zoodoende ontstane conflict te komen, is het vooral noodig zich le bezinnen inzake enkele kardinale punten. Daarvoor komen inde eerste plaats in aanmerking de bekende cijfers 80- 140-175 Tegen het gebruik van deze cijfers is van vrijzinnigdemocratische en sociaaldemocratische zijde opgekomen. Hier worden, zei men, ongelijksoortige grootheden vergeleken. Als wij beweren, dat de prijzen der landbouwproducten, ondanks den landbouwsteun, het nog niet verder hebben kunnen brengen dan een gemiddelde van 80 pet. *) van den voOroorlogschen prijs, dan gaat het daarbij om groolhandelsprijzen, terwijl het bij de kosten van het leven gaat om kleinhanid elsprijizen en om de belooning van allerlei diensten, die met de prijzen der levensmiddelen niets te maken hebben. Deze opmerking is volkomen onjuist. Wij vergelijken niet de groothandelsprijzen met de kleinhandelsprijzen, maar den loop der groothandelsprijzen met den loop der kleinhandel s pr ij ze n. En nu is de toestand zoo, dat de groothandelsprijzen der landbouwproducten zijn gedaald tot 80 pet. van het vooroorlogscbe peil. Als de kleinhandelsprijzen denzelfden loop hadden genomen, zouden deze ook op 80 pet. van het vooroorlogscbe peil moeten staan. Zij staan echter, naar wij meenen, op 120 pet. a 130 pet., ten gevolge van het feit, dat zij, die staan tusschen den boer en den consument, voor hun diensten pl.tn. 75 pet. meer ontvangen dan voor den oorlog. Met hetzelfde percentage zijn echter ook gemiddeld gestegen de prijzen van de diensten van allerlei andere personen: geneesheer, advocaat, tramconducteur, ambtenaar, timmerman, smid, enz. Het gevolg daarvan is, dat de kosten van het leven nog meer zijn gestegen dan de kleinhandelsprijzen der levensmiddelen, n.l. tot 140 pet. van het peil van voor den oorlog. De landbouwende bevolking moet nu met de 80 pet., welke zij ontvangt, de 175 pet. betalen, welke anderen ontvangen. Dit gaat echter niet en zoo komen wij tot het groote algemeene belang, dat door deze verhouding in het gedrang wordt gebracht. Men kan onze maatschappij vergelijken met een tweewielige kar. Het eene wiel wordt gevormd door de groothandelsprijzen en het andere door het algemeene loonpeil. Vóór den oorlog had de kar twee kleine, maar bij elkander passende wielen en kon men er mee rijden. Gedurende en inde periode onmiddellijk na den oorlog werden de twee kleine wielen vervangen door twee groo*) Volgens de laatste opgave staan zij daar thans belangrijk beneden, n.l. op 75.

te. Ook toen kon mèn met de kar rijden. Misschien ging het- zelfs nog gemakkelijker dan vroeger met de kleine wielen. Sedert is echter het eene groote wiel, dat der groothandelsprijzen van de levensmiddelen, vervangen dooreen klein wiel, terwijl men het andere groote wiel heeft behouden. Het is nu met de kar zoo gesteld, dat zij alleen voor omvallen kan wonden behoedl, indien men haar laat stilstaan en steunt. ZoOdra men er mee wil rijden en de steunselen wegneemt, valt zij om. Nu willen de leiders der arboi. lersbeweging het groote en het kleine wel beide behouden. Men begrijpt, dat dit niet gaat. Ia de kringen dier exportindustrie wil men het groote wiel verkleinen door eerst het kleine wiel kleiner té maken. Men begrijpt, dat daardoor de wanverhouding tusschen de grootte van beide wielen blijft bestaan. Wil men tot een deugdelijke oplossing komen, dan kan men dit slechts door één van de volgende wegen te kiezen. Men kan het kleine wiel vervangen door een groot, d.w.z. de prijzen der landbouwproducten hx overeenstemming brengen met de loónen. Men kan ook het groote wiel vervangen dooreen klein, d.w.z. de loonen doen dalen tot zij in overeenstemming zijn met de prijzen der landbouwproducten. En men kan tenslotte ook beide wielen vervangen door twee andere, die het midden houden tusschen het groote én het kleine of met andere woorden, men kan de prijzen der landbouwproducten doen rijzen en de Loonen doen dalen tot het punt, waarop zij geacht kunnen worden met elkander in overeenstemming te zijn. Men is echter huiverig eender drie wegen te kiezen met het oog op de belangen der consumenten. Als men de loonen verlaagt of de prijzen der landbouwproducten verhoogt, of wel beide doet, zullen, zegt men, de consumenten de prijzen niet kunnen betalen en zullen de landbouwers nog meer in het gedrang komen dan thans. Zelfs in landbouwkringen zijn er, die geneigd zijn te zwichten voor dit argument. Hun zouden wijl aanraden bij Uilenspiegel ter schol© te gaan. Onze lezers kennen ongetwijfeld het verhaal van Uilenspiegel en den voerman. Uilenspiegel werd bij een wandeling achterop gereden dooreen voerman, die hem vroeg, hoe ver het nog rijden was tot de nabijzijnde stad. Als gij langzaam rijdt, zei Uilenspiegel, zult gij het in twee uur kunnen doen, doch als gij snel rijdt, zult gij vier uur noodiig hebben. De voerman dacht te doen te hebben met iemand, die niet wel bij het hoofd was en hij zette zijn paarden nog extra tot spoed aan. Door het woeste rijden geraakte echter de wagen defect en de man begreep nu, dat Uilenspiegel toch gelijk had gehad. Nu is Uilenspiegel helaas overleden. Als hij nog leefde, zouden wij hem echter gaarne eens deze vraag willen stellen: Wat moet er gebeuren om de consumenten in staat te stellen de landbouwproducten in voldoende mate te koopen? En wij twijfelen niet, of zijn antwoord zou luiden; Daarvoor moet gij de prijzen der landbouwproducten verhoogen en/of de loonen tl oen dalen. Menigeen zal dit antwoord vreemd vinden evenals de voerman het door Uilenspiegel op zijn vraag gegeven antwoord vreemd vond. .Wie nadenkt, bespeurt echter achter dit op het eerste gezicht dwaze antwoord een diepen zin. Evenals de wagen van den voerman door liet harde rijden defect werd, zoo wordt ook de maatschappij ontredderd door de verkeerde verhouding tusschen prijzen en 100-

nen. Toen voor den oorlog de prijzen der landbouwproidiucten en de stedelijke Iconen beide op 100 stonden, kon de landbouwer de stedelijke producten betalen en de stedeling kon de landbouwproducten betalen. Nu de prijzen der landbouwproducten op 80 en de loonen en helooniugein van de niet-landbouwende bevolking op 175 staan, kan de landbouwende bevolking de producten en diensten der andere bevolkingsgroepen niet betalen en de andere bevolkingsgroepen zullen daardoor voor de hoog gehouden loonen en belooningen geen werk kunnen vinden. Toenemende werkloosheid zal het eind van het lied zijn. En deze zal . er ten slotte toe leiden, dat de consu: menton de Landbouwproducten alleen kunnen verkrijgen, indien zij gratis be; schikbaar worden gesteld. De overheid zal dit echter alleen kunnen doen door de consumenten te verplichten gratis voor ; haar te werken. Wij belanden zoodoende dus bij het communisme, evenals langs den in ons vorig nummer besproken, door den heer Zaalberg aanbevolen weg. Kerstmis. Bij het verschijnen van dit nummer scheiden ons nog slechts enkele dagen van Kerstmis, Dan zullen der kerken klokken galmen over stad en land, oproepende de scharen ter viering van het feest des Nieuwen Lichts. Vredeszangen zullen klinken en oud en jong zullen zich scharen om den Kerstboom, die met zijn talrijke kaarsjes dit Nieuwe Licht symboliseert. Het oude Kerstverhaal, hoe vaak ook gehooid, zal in al zijn eenvoud weer boeien en het Vrede op Aarde zal uit duizenden kelen omhoog stijgen. Vrede op Aarde! En ondertusscheneen wereld vol wee, het contrast vaneen menschheidsbond. Aan den eenen kant een vernietiging op groote schaal van vele levensmiddelen, aan den anderen kant millioenen nienschen, die sterven van honger. Vrede op Aarde! En tegelijk een race tusschen de regeeringen van verschillende landen naar sterker bewapening. Het dezer dagen spreken vaneen collectieve Volkenboudsactie In het belang van dén wereldvrede doet aan bovengenoemde feiten niets af. Vrede op Aarde, liefde van mensch tot mensch, van volk tot volk, In werkelijkheid aan de grenzen steeds liooger schutsmuren, waardoor verkeer en goederenrnil in hooge mate worden belemmerd. Vrede op Aarde! Tegelijk eigen volk verdeeld in groepen, die elkaar bekampen om de broodwaag. Men heet dat alles de weeën van het Nieuwe, dat geboren wordt. De vraag rijst of daardoor de menschheid tot een hooger leven zal worden gewekt. We weten het niet, maar gelukkig zijn we geen pessimist. Gelukkig, omdat n.o.m. nessimisme nooit een bewijs is geweest van levenswijsheid, nooit de wereld vooruit heeft gebracht. Zoo staan we tegenover dat Nieuwe niet bij voorbaat vijandig, ook al ontgaat het ons niet, dat bet gaan van het oude en het komen van het Nieuwe offers vraagt in eigen land, in eigen kring. Juist dat laatste heeft den drang in ons gewekt, deel te nemen aan der boeren strijd, inde voorste gelederen zoo mogelijk, omdat juist hier der geboorte weeën zoo onrechtvaardig pijnlijk zijn. Wie hebben opgewekt tot deelname aan dien strijd. Is dat in tegenstelling met de boodschap, die Kerstmis ons brengt? In alle bescheidenheid meenen we van niet, omdat we slechts het geestelijk zwaard willen aangorden. We willen overtuig en en overreden, uit groepsbelang, zeer zeker, maar wijl die groep vormt het fundament van al het andere, uit nationaal welzijn mede. Wij willen strijden in Kerststemming, met Geloof, met Hoop en in Liefde. Wie gele o yen inden uitslag van ons pogen, omdat we ons doel rechtvaardig achten, en we hop en, dat alle boeren ons geloof doelen en zullen doen, wat hun hand vindt om te doen. .Wie mogen ons daarbij1 niet verontrusten door e enigen tegenstand. Denken we aan de mooie gelijkenis

INGEZONDEN MEDEDEELING. Voor solide en smaakvolle Meubelen en Tapijten „HET WOONHUIS” Dir. K. H. SMIT Marktstraat 9 ASSEN, van: „Een zaaier ging uit om te zaaien.” Als het ware luk-raak werd het zaad gestrooid! Immers het viel niet alleen in goede aarde, maar het kwam ook ter recht tusschen doornen en op een steenrots, ja zelfs aan den weg. Verschillende en toch nog verrassende resultaten. Het zaad in goede aarde gaf honderdvoudig vrucht. Inde eerste plaats dus onze propaganda gericht op hen, wier snaren gelijkgestemd zijn met de onze. Het zaad,, dat tusschen de doornen viel, ontkiemde daar, gaf derhalve blijk van kracht en willen, maai' de dooi'nen wiesen mede op en het zaad verstikte. Hieruit vloeit voort, dat we niet slechts zaaiers, maar ook wieders moeten zijn, d.w.z., dat we degenen, die door onzen eersten sloot zijn getroffen, niet uit het oog mogen verliezen. Het zaad, dat op de steenrots viel, ontkiemde nog, maar verdorde uit gebrek aan vocht Het minst ontvankelijk gemoed, kan nog toegankelijk zijn, maar we moeten er de hand aan houden. Zelfs het zaad aan den weg diende nog tot eenig nut, want de vogelen des hemels pikten het op, derhalve moeten we ons onthouden van te vroege meening, dat we geen, paarlen voor de zwijnen moeten gooien. Zoo is ons arbeidsveld haast onbegrensd. Liefde sta bij dien arbeid voorop! Liefde voor ons mooie bedrijf, liefdevoor onzen stand, liefde voor land en volk! Met zulke voornemens mogen we, dunkt ons, deelnemen aan het Kerstfeest. Hij, wiens volgelingen wie ons zoo gaarne noemen, was een leven vol strijd, niet gevoerd met slinger of zwaard, maar met precies© woorden op den juisteax tijd en ter juister plaatse. Zij n doel was een Menschheidshond, allen kind’rcn van één vader. Nog verre zijn we daarvan af. Veel reeds zou gewonnen wezen, als we gevoelden één volk te zijn, als we ons wisten één gezin. Zoo min daar van stiefkind sprake is, zoo min mag dat in onze samenleving. En wij gevoelen ons verstooten. Met kracht van argumenten willen we andere huisgenooten van de waarheid hiervan overtuigen en hierin ligt de rechtvaardigheid van onzen strijd, want dan pas kan gesproken worden vaneen harmonisch geheel, zooals ons inden Kerstboom wordt verzinnebeeld. K. J- W. De landbouw is hét fondament van de Maatschappij. Dat is de werkelijkheid. Zoo staat het onder op onzen wandkalender 1935 en zoo is ook in vierkleurendruk symbolisch op dezen kalender de waarheid van dit gezegde in beeld gebracht. Aan die waarheid wordt in vele stedelijke kringen dikwijls getwijfeld, soms helaas ook in gezinnen te plattelande. Men baseert zich dan op het aantal personen dat uitsluitend werkzaam is in het landbouwbedrijf, maar men vergeet dat het boerenbedrijf niet ophoudt bij de poort, welke toegang geeft tot dat bedrijf. Men vergeet dat tal van fabrieken en werkplaatsen In dorpen en steden slechts een voortzetting zijn van het boerenbedrijf, dat handel en verkeer daartusschen ook op het landbouwfundament rusten en dat een groot deel der binnenlandsche industrie als gevolg van de productie op het ; boerenbedrijf af zet kan vinden op de bin' nenlandsche markt. Wie zoo de zaak ziet en weet dat ongeveer de helft van het Nederlandsche volk afhankelijk is van de intensieve bodemexploitatie, wete dat economisch de landbouw van fundamenteele bcteekenis is en voelt dat veel werkloosheid is ontstaan door verwaarloozing van het landbouwfundament. Maar niet enkel uit economische overwegingen alleen is de landbouw het fundament , der maatschappij. Er zijn niet minder belangrijke, cultureele en sociale motieven aan te wijzen, waarop de buitengewone beteekenis vaneen gezonde boerenstand als middelpunt vaneen welvarend platteland rusi ten. Prof. Schermhorn noemt het boereu-