No. 39 4e üaarg. 1936 gl

Donderdag 23 April

Maakt regeering en officieel orgaan van de nationale bond landbouw en maatschappii Leert economen en ‘Volksverfëgenwoordiqinq Weekblad onder redactie van liet Uagelijkseh Bestuur nnl it Irl rlon Innrihni i\ i Uw nooden kpnhnnr Alle stukken voor de redactie, alle abonnementen, enz. te zenden aan BUREAU LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ-Teil 7- Ruinerwold (Dr.) PUIIi.U UCII lUriüüUUW _ fllle advertenties aai IruMeri J A. Boom & Zn. te Meppel – Qiro-nr, 6864 – Abonnementsprijs voor leden f 1.50 p. |aar. Niet-leden f 2.50 OOtOP DOQPIJpOn '—‘

%eleid inde Hoogeschool der natuur, weet de boer zich afhankelijk van de Voorzienigheid, Die het Al leidt en bestuurt, in Wier handende oogst zijner velden rust. <« es.-:isss

Dit nummer bestaat! Uit tien bladzijden. BLAD, Attentie! Wie op de hoogte wil komen met: le, Het door Landbouw en Maatschappij gepropageerde systeem; 2e. De zienswijze van L. & M. t. o. v. de Koopkrachttheorie; 3e, Het oordeel van den heer Smid over het S.D.A.P. Plan van den Arbeid, vrage aan Bureau Landbouw en Maatschappij te Ruinerwold om de brochures 6, 8 en 10. De kosten zijn resp. 10, S en 5 ct. franco Per post. Betaling kan geschieden op gironummer 192357 ten name van Jac. ter Haar Ruinerwold. Bij bestelling van grootere hoeveelheden speciaal tarief. Naast deze brochures zijn verkrijgbaar Verschillende andere uitgaven, w.o. het BEGINSELPROGRAM, prijs 15 cent. Voorts ons BONDSINSIGNE, waarvan U Voor 35 ct. eigenaar kunt worden. Maakt propaganda met deze uitgaven! N.V. De Agrarische Pers. De buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders. Zaterdagmiddag werd ta café Bioksma te Meppel de aangekondigd© buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders van 'de N.V. De Agrarische Pers gehouden, Wegens ongesteldheid van den president-commis-Saris, den heer E. Z. Oldenbanning, werd de Vergadering geleid door den vice-president, den heer A. van Bruggen uit Warffum. I>e door den Raad van Commissarissen 'Voorgestelde statutenwijziging werd door de Vergadering goedgekeurd. Het maatschappelijk kapitaal der N.V. is dientengevolge verhoogd Van f 100.000 tot f150.000, het bedrag, dat bij de oprichting der N.V. Is genoemd als te zijn benoodigd voor het persbedrijf annex handelsdrukkerij. Met de plaatsing van de nieuwe 150.000 aandeelen zal zoodra mogelijk een aanvang worden gemaakt Men leze hieromtrent de verdere mededeelingen In dit mmtoer. Als commissarissen werden herkozen met bijna algemeene stemmen de heeren: E. Z. Oldenbanning, De Wijk; A. van Bruggen, Warffum; G. J, Ruiter, Knijpe; J. B. v.d. Sluis, Olst; J. van Twisk, Purmer en J. Knolr kma, Slodderen. De heer A. Evers te Rheden ■ Vienschte niet voor een eventueel© herbenoeming in aanmerking te komen, doordat hij thans als officieel propagandist van den Nat. Sond L. en M. optreedt. In zijn plaats werd gekozen de heer A. R. den Hartog te Opfaeusden (Geld.), Besloten werd het aantal commissarissen met één uitte breiden, zulks naar Aanleiding van de wijziging der statuten. De tiieuwe statuten spreken In plaats van twee, Van drie bestuursleden. Wensch©- – lijk werd het geacht, als derde lid een aan- , deelhouder aan te wijzen, die dicht bij het ' bedrijf der N.V. woont en in staat is een deel Van het werk van den P.C. en den Secr., die °aiden reeds druk bezet zijn met andere Vierkzaamheden, over te nemen. Met het oog 1 kerop stelde de R. v. C. voor, als commissa- ' te benoemen den heer J. Lier te Meppel, i kat welk voorstel de vergadering, blijkens de ! gehouden stemming, accoord ging. Ge voorz. zegde den heer Evers dank voor ; et vele, dat deze als commissaris in hel be- , an8 der N.V. heeft verricht ( de rondvraag werden verschillende vra- ( beantwoord en mededeelingen gedaan om“étit den gang van zaken bij het bedrijf. Uit *6ll en ander bleek, dat de onderneming zich gunstige richting ontwikkelt De medewer„aB van vele zijden is groot, zoodat de ban- steeds volop werk heeft. Het 1 achinepark wordt geregeld uitgebreid. Spoel £ zal de groote rotatiepers uit Augsburg ] zoodat dan de afdeeüng persbedrijf < in werking kan worden gesteld. } j

De brochure van het Comité van Graanhandelaren te Rotterdam. ui. ♦ * ** ‘Wij willen in dit laatste artikel nog eens enkele passages uit de brochure de revue laten passeeren, die duidelijk aangeven, in welke onjuiste gedachtensfeer de samenstellers gevangen zitten. le. Op hl. 14 wordt gesproken van een aan de Nederlandsche bevolking opgelegden last, die door ons systeem onverdedigbaar zou worden. De zaken worden hier precies op den kop gezet. Niet aan de Nederlandsche bevolking wordt een last opgelegd ten bate van den landbouw, maar omgekeerd heeft een verkeerde politiek (vrijhandelsge.dachte gecombineerd met bepaalde sociale opvattingen) op de landbouwende bevolking den last gelegd, het Nederlandsche volk van landbouwproducten te voorzien tegen een belooning, die schril afsteekt tegen de belooning, waarmede de landbouwende bevolking de diensten van anderen betaalt. .Wat Landbouw en Maatschappij wil, is niets meer en niets minder dan een * **- gelijkwaardige belooning voor gelijkwaardigen arbeid. Als die gelijkwaardigheid bestaat, is er van het opleggen vaneen last ten bate van den een en ten koste van den ander geen sprake. Thans bestaat die gelijkwaardigheid niet en daardoor wordt aan de landbouwende bevolking een last opgelegd, 'j ■: 2. Op bl 16 vinden wij vermeld, dat het productievermogen van onzen bodem nu eenmaal de capaciteit van de binnenlandsche markt overtreft. De oorlogsjaren, zoo meenen wij:, hebben wel bet omgekeerde geleerd, De zaak staat dan ook precies andersom. De wijziging der wereldstructuur, die ons dwingt meer van eigen bodem te leven, is juist voor ons volk zoo noodlottig, doordien wij te veel menschen hebben en te weinig grond, of met andere woorden, doordien ons binnenlandsch landbouwfundament te klein is. Wij' moeten daarom alles doen wat mogelijk is, om onze bodemproductie uitte breiden, 3. Op bl. 17 vinden wij deze passage: Beperking van uitvoer leidt tot beperking van invoer en beperking van invoer weer tot beperking van uitvoer. Hier wordt de situatie, waarin wij' verkeeren, toch wel zeer scheef voorgesteld. De zaak staat aldus. Wij' moeten uitvoeren, omdat wijl verschillende goederen, vooral grondstoffen, moeten invoeren. Nu wordt onze uitvoer belemmerd. Om daaraan zooveel mogelijk tegemoet te komen, moeten wij ook den invoer beperklen door te trachten meer zelf voort te brengen, wat wij' tot dusver invoerden. En daarvoor komen wel inde eerste plaats granen in aanmerking. 4. Landbouw en Maatschappij, zoo lezen wijl op bl. 2D, laat zich leiden door de leuze, dat de voeding van mensch en dier zooveel mogelijk van eigen bodem moet worden verkregen. En op bl 25 wordt dit een holle leuze genoemd. Wij herinneren hier weer aan de leer van het landbpuwfundament. Wij willen het huis der Nederlandsche welvaart zooveel mogelijk doen rusten op palen, welke staan op eigen grond. Een ander kan dit gebouw dan niet doen ineenstorten, Het Comité van Graanhandelaren echter wil dit huis meer dan noodig is doen steunen op palen, welke op eens

Gebrek aan vertrouwen in eigen kracht 1 is veelal de oorzaak, dat men niet slaagt. anders grond staan, zoodat de eigenaar van den grond het kan doen instorten. Het wil ons voorkomen, dat onze tijd toch wel zeer geschikt is, om er toe he leiden, aan ons standpunt de voorkeur te geven. 5, Uitbreiding van de graanteelt, zoo wordt op bl 24 gezegd, leidt tot afzeimoeilijkheden voor het graan. Inzonderheid acht men dit het geval te zijn voor rogge, maar ook voor tarwe, ,omdat verhooging van bet percentage binnenlandscbe tarwe voor de broodbereiding ware af te keuren. Wij' merken dienaangaande het volgende op. .Wij' zullen bezwaarlijk zooveel graan kunnen verbouwen als wij voor de voeding van ons volk en de voor eigen behoefte te houden dieren noodig hebben. iWüj1 dienen echter wel te bedenken, dat wijdoor de omstandigheden gedwongen zullen kunnen zijn, niet alleen onze productie zooveel mogelijk aan te passen aan wat de consument wenscht maar dat ook de consument zijn behoeften moet regelen naar de productie, zooals bodem en klimaat die bepalen. Men zal moeten leeren eten, wat de pot opschept. En als de verdwazing, waarin een groot deel van ons volk is vervallen, geen ernstiger gevolgen heeft dan de noodzakelijkheid, om brood te eten, uitsluitend gebakken van inlandsche tarwe, rogge en aardappelmeel dan mag men wel zeer dankbaar zijn, 6. Op bl. 26 vinden wij het in Industrieele kringen veel opgang makend betoog, dat onze toenemende bevolking voor verreweg het grootste deel plaatsing zal dienen te vinden in nijverheid, handel en verkeer. En in dit verband wordt er dan op gewezen, dat volgens de volkstelling van 1930 nog slechts 20.2 pet. van hen, die in Nederland een beroep uitoefenen, konden worden ingedeeld bij de bodemcultuur, terwijl 21.3 pet. behoorden tot de groep Handel en Verkeer en 35.4 pet. tot die van de Nijverheid. Met het oog daarop wordt dan verder betoogd, dat de zoogenaamde steun aan den landbouw de industrie belet, haar taak te vervullen, aan ons bevolkingsoverschot werkgelegenheid te geven. Zij, die aldus redeneeren, vergeten één ding. Namelijk dat niet alleen zij, die in den landbouw werkzaam zijn, maar zeer zeker de helft van onze bevolking tot dusver van onzen landbouw leefde, terwijl er inde toekomst waarschijnlijk een nog grooter deel van zal moeten leven. Van industrie en andere stedelijke bedrijfstakken kan op zich zelf niemand leven. Men kan dit alleen voor zoover men een gedeelte van zijn producten en diensten kan afzetten onder een landbouwende bevolking. De gelegenheid, om dezen afzet in het buitenland te vinden, vermindert. Daarom is het van het hoogste belang, dat de binnenlandsche afzei- ' mogelijkheid wordt uitgebreid. En dit is alleen mogelijk dooreen juistere verhouding te scheppen tusschen de belooning van landbouwarbeid aan den eenen kant en van, industrieelen en stedelijken arbeid aan den anderen kant. Deze juiste verhouding is verbroken door de veel te lage prijzen der landbouwproducten in verhouding tot het stedelijke en industrieels loon- en prijspeil Da te lage

De derde en laatste ronde I Vorig zomer, te midden van den drukken oogsttijd, werd In 3 weken tijds het oprichtingskapitaal ƒ20.000 voor de N.V. De Agrarische Pers bijeengebracht. Daarop volgde inden afgeloopen winter vlot de plaatsing van ƒBO.OOO. Inde aandeelhoudersvergadering van j.l. Zaterdag is besloten thans nog ƒ50.000 aan aandeelen uitte geven. Op deze wijze zal de N.V. de beschikking krijgen over ƒ 150.000, het bedrag dat van meet af aan genoemd is als het beslist noodige kapitaal voor het stevig grondvesten van de onderneming. Gezien de groote sympathie, waarmee in eigen kringen de stichting van het Agrarisch Persbedrijf is begroet, heeft de Raad van Commissarissen zonder eenige aarzeling het voorstel tot de nieuwe uitgifte gedaan, overtuigd als hij is, dat ook deze laatste ƒ50.000 geplaatst zal worden. Dit moet gebeuren ineen korte spanne tijds: in drie maanden, dus vóór 1 Augustus aanstaande. Propagandisten zullen hiertoe den boer optrekken. Dag-in, dag-uit, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Zij zullen de aandeelhouders opnieuw bezoeken en wie in staat is, zijn deelname te verhoogen, hij of zij late het niet na! Wij hebben ons met elkander als doel gesteld: het eigen persbedrijf zal er komen. Het zal het beste middel blijken te zijn, om den boerenstand te _____ verlossen uit de ban van slavernij. Beïnvloeding van de publieke opinie heeft de landbouwende bevolking te lang aan anderen overgelaten, tot groot nadeel van zichzelf en de geheele samenleving. De boerenstand heeft thans begrepen, dat hijzelf het machtige wapen van de pers ter hand moet nemen. Toone hij thans ook voldoende begrip voor het eerst noodige voor een Sp|l persbedrijf: het bijeenbrengen van het kapitaal van ƒ 150.000. Zóó leeft hel persbedrijf in het hart der boerenbevolking, dat eiken dag uit haar midden ' ons vragen bereiken als: wanneer kan het persbedrijf officieel worden Ingewijd en wanneer wordt aan de bestaande eigen pers uitbreiding gegeven?" fHI Aandeelhouders, op deze vragen moet Gij thans zelf een klinkend antwoord geven Vóór 1 Augustus!!!! Als wij op ü kunnen rekenen en dat kunnen wij natuurlijk! kunt gij op óns rekenen. HMet de handelsdrukkerij gaat het zeer naar wensch. Den laatsten tijd !s de hoeveelheid werk zelfs zóó groot, dat nu al eenige weken in twee ploegen ragra gewerkt wordt. Van ’s morgens 5 tot ’s avonds 11 uur, zingen de machines het lied van den arbeid. Zij zingen óók een ander lied: het lied van de vrijmaking van den boer. De machtige concurrenten, die zoo langen tijd in een heerlijk verwarmd, beschut huisje zaten. laten geen middel onbeproefd, om het bedrijf er onder te brengen. Het is vergeefsche moeite: H Het Agrarisch Persbedrijf heeft zijn bestaansrecht bewezen. Het is er en het zal er blijven; het is groeiende en het zal groeiende blijven. Op zijn „agrarisch”, d.w.z. langzaam maar zeker, zooals moeder natuur de I gewassen langzaam maar zeker doet groeien en rijpen. Verzet van welke macht ook, kan dat niet tegenhouden. Evenmin als een ontwakend platteland meer in slaap is te sussen door allerlei leuzen en beloften, die blijkens ervaring toch niet In tastbare werkelijkheden zijn om te zetten. Het platteland wil zichzelf zijn, wil zijn beteekenis voor de gemeenschap toonen, eischt het hem toekomende deel van de volkswelvaart op. Het wil dit inde eerste plaats doen door zijn eigen pers. Daarom maken we met elkander die eigen pers sterk. En zorgen we met elkander voor het eerst noodige „voedsel”: de nog ontbrekende ƒ50.000. Zoo min als een boer kan maaien zonder zeis, zoo min kan het persbedrijf het buiten die nog ontbrekende halve ton stellen. Een „heele” ton vulden we gemakkelijk met elkander; die „halve” ton is thans natuurlijk het werk vaneen oogenbiik! RAAD VAN COMMISSARISSEN EN DIRECTIE VAN DE N.V. DE AGRARISCHE PERS.

gggaagßßßg.au. ■ afdoende waren. Dat men dit iu industrieele en middenstandskringen niet of althans niet voldoende inziet, is het gevolg van het feit, dat men daar met het denken verkeert ineen bezeten wéreld, zoodat men alles op den kop ziet. 7. Op bl. 27 wordt betoogd, dat alleszins ernstige berekeningen er op wijzen, dat voor behoud van den akkerbouw de lasten per h.a. gebruikten grond, die voor het in stand houden der veehouderij aanzienlijk overtreffen. Deze passage toekent wel in hooge mate de verkeerde opvattingen, welke aan de brochure ten grondslag liggen en volgens welke het exploiteeren van den bodem eigenlijk een kwaad is, dat men ten koste van groote uitgaven moet mogelijk maken om de landbouwende be-

prijzen, die de landbouwende bevolking voor haar producten ontvangt, is oorzaak, dat tusschen stad en platteland wordt belemmerd. En deze ruil is de grondslag van het bestaan vaneen zeer groot deel onzer industrieele en middenstandsbevolking. •Wij mogen dan ook veilig beweren, dat 'de maatregelen ten behoeve van den landbouw nog meer aan industrie en middenstand dan aan de landbouwende bevolking zelf ten goede komen. Sleden als Groningen, Leeuwarden en zoo vele andere, evenals de middenstanders in onze dorpen, danken hun bestaan voor een groot deel aan de landbouwcrisismaatregelen. Dit bestaan zou echter heel wat beter zijn, indien de maatregelen ten behoeve van den landbouw: meer