No 23 56e JAARGANG 6 JUNI 1950 VERSCHIJNT WEKELIJKS

Uit de geschiedenis DER ZUIVELBEREIDING

Reeds eeuwen is men met de zuivelbereiding op de hoogte. De Germaanse volksstammen waren vroeger al bekend met de melkverwerking en de veehouderij. Bij opgravingen in Perzië, ineen gebied bij de uitmonding van de Tigris en de Eufraat, heeft men enige stenen gevonden waarop de zuivelbereiding en de veehouderij afgebeeld staan. In Nederland is de zuivelbereiding steeds van grote betekenis geweest. Tengevolge van het gunstige klimaat en de aanwezigheid van natuurlijke weiden, is de melkerij reeds vroeg op de voorgrond getreden. Dat de melkerij vroeger reeds van belangwas blijkt uit het feit, dat Floris Vin 1266 aan Haarlem een zuivelmarkt schonk. In 1303 volgde Leiden, en in 1356 gaf Hertog Albrecht van Beieren aan Hoorn een waag als grafelijk domein. Leeuwarden volgde in 1386 met haar stadswaag. De ontwikkeling van het handelsverkeer bevorderde op haar beurt de ontwikkeling van de zuivelbereiding, en de zuivelproductie en -prijzen stonden in nauw verband met de bloei van het handelsen scheepvaartverkeer. Het vervoer van boter en kaas naar het buitenland geschiedde per schip. Dienden deze schepen in vredestijd voor het vervoer van zuivelproducten, in tijd van oorlog werden ze voor andere doeleinden gebruikt.

Toen Albrecht, Graaf van Holland, in 1396 een aanval deed op Friesland, vervoerde hij zijn krijgsvolk met 1500 van deze schepen. Hieruit blijkt dus, dat we toen reeds een flinke vloot hadden en de scheepvaart een belangrijke tak der welvaart was. * * * Natuurlijk had Nederland vroeger ook zijn concurrenten en men begon de zuivelbereiding te bestuderen. In 1877 vertrok Wouter Sluis naar Engeland om er de fabriekmatige zuivelbereiding te bestuderen. Na zijn terugkeer in Nederland gaf hij aan de boeren les in kaasbereiding. Daar men in Denemarken en Zweden al ver gevorderd was met de toepassing van nieuwere methoden, werd door de Friese Maatschappij van Landbouw een commissie ingesteld, om in deze beide landen de zuivelinrichtingen te bestuderen. In Juni 1878 gingen drie deskundigen op reis en keerden een maand later terug. Hun bevindingen werden ineen uitvoerig rapport vastgelegd. Niet alleen de studiereizen, doch ook de grote zuiveltentoonstellingen droegen veel tot de verbetering bij. Op tentoonstellingen als te Amsterdam, Bremen, Hamburg, Londen en Parijs werden vele ervaringen opgedaan. Helaas werd er vroeger nogal eens geknoeid met de boter. Er werden pogingen gedaan om boter van mindere kwaliteit met goede

te vermengen en te verkopen. Deze knoeierijen werden zó erg, dat men in 1885 gedwongen werd tot de oprichting van de „Vereniging tot Bestrijding van knoeierijen inden Boterhandel”. Vooral in Brabant bloeide de boterknoeierij. Men voerde boter in uit Galicië en Silezië, vermengde deze met kunstboter en dikwijls ook nog met water. Na deze bewerking werd zij als Nederlandse boter uitgevoerd. Niet alleen Nederland, doch ook andere landen knoeiden met boter. Door lerland werden in 1683 ledige Friese botervaten opgekocht, naar lerland uitgevoerd en daar met boter gevuld. Zo werd de lerse boter in Friese vaten op de Nederlandse markt verkocht. Een oorkonde die in het stedelijk archief van Leeuwarden aanwezig is, meldt over deze knoeierijen: „Sybren Wypckes Backer, Burgemeyster binnen Sneeck ende IJde Renses wonende inden dorpe Rosahuysum, attesteren ende verklaren ter requisitie van de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland ende haer Ed. Mog. Commissarissen ad actum de Heeren Tinco van Andringa ende Pytter Ondeans, dat wij attestanten ter oïrsaeke van onsen koophandel inde Provincie van Zeeland wesende, aldaer meermalen gehoord hebben ende onderreght zijn, dat ongeveer vier a vijffhondert fryssche buttervaten ledigh ineen lers schip zijn geëmbarqueerd ende geladen tot genen anderen einde (gelijk gepraesumeert ende voor vastgesteld wordt) als dat deselve aldaer werden gevult met lersche boter ende allsoo vol weder inde provincie voornaementlijk in die (Zie vervolg pag. 460)

Abonnementsprijs ƒ 2,50 per kwartaal -f- 15 ct incassokosten, voor België 46 -f- 8 trs, Postcheck 308.163 (Brussel) Losse nummers 25 ct Advertentieprijs 18 ct per mm Tel. Redactie en Administratie 341

459