E&g^WETENSWAARPIGS

De electropasteur In ons land heeft het vernietigen van de bacteriën inde melk door middel van de electrische stroom tot dusver, voor zover ons bekend, geen ingang gevonden. In Amerika zijnde electropasteurs verder verbeterd. Volgens Ann. State College of Washington Proc. 17 is van deze apparaten de uurcapaciteit verhoogd (tot 5.000 1) en bezitten ze thans een automatische temperatuurregeling. Ze zouden zodanig werken, dat alle melkdeeltjes gelijkmatig verhit worden, terwijl er geen kooksmaak optreedt. De toestellen zijn niet alleen geschikt voor het Verwerken van melk en room, maar ook van roomijs-mix, chocolademelk, enz. Men kan pasteuriseren op een temperatuur gelegen tussen 71 en 85 °C. Uit elk deel van het apparaat, met inbegrip van het regeneratief, kan men naar verkiezing melk voor bepaalde doeleinden (bijv. bij 57 °C voor het homogeniseren) aftappen. De electropasteur zou volgens dit rapport een melk leveren, welke meerde eigenschappen van rauwe melk heeft behouden dan de op de gewone wijze gepasteuriseerde. Het oproomvermogen blijft geheel behouden, het vitamine-C-gehalte is slechts weinig verminderd. Het bacteriëngehalte van electrisch gepasteuriseerde melk zou belangrijk lager zijn dan dat van de „gewone”. Wetenschap en techniek zoeken steeds naar nieuwe mogelijkheden. Het ligt inde lijn der ontwikkeling, dat er inde toekomst nog heel andere apparaten in het zuivelbedrijf zullen worden opgesteld dan wij thans kennen. Wordt een gedeelte van de melk onder het melken gevormd? Een nieuw inzicht Toen we dat artikel gelezen hadden hebben we onze ogen even uitgewreven. Er wordt algemeen aangenomen, dat een gedeelte van

de melk onder het melken gevormd wordt, en nu komen de heren L. Eisenreich en U. Mennicke in „Milchwissenschaft” van Mei 1950 vertellen, dat dat niet waar is. Wat heden de wijzen als waarheid verkonden, straks komt een wijzer die het wegredeneert Eisenreich en Mennicke verrichtten zeer nauwkeurige proeven. Zij kwamen daarbij tot de gevolgtrekking, dat de gemolken melk volledig gevormd wordt tussen twee melktijden. Er wordt in die tussenperiode per uur steeds vrijwel evenveel melk gevormd; de melkvorming gebeurt constant. De druk, welke de aanwezige melk op de uier uitoefent, remt de melkvorming niet of slechts zeer weinig. (Blijft de vulling van de uier echter voortdurend zeer groot, dan treden storingen of uierziekten op, welke een ongunstige invloed hebben op de melkproductie). * ♦ ♦ Eisenreich en Mennicke deden hun proeven met 9 koeien. Dat is toch eigenlijk wat weinig voor een deugdelijk opgezet onderzoek. Maar aan de andere kant valt het moeilijk aan te nemen, dat deze 9 koeien stuk voor stuk een uitzondering vormden op de geldende regel. Hoe dan ook, het lijkt wenselijk, dat een nader onderzoek wordt ingestéld, voordat het door deze, aan het Zuid-Duitse Zuivelproefstation te Weihenstephan verbonden, geleerden te berde gebrachte, als vaststaand wordt aangenomen. Bij het onderzoek werden dezelfde resultaten bereikt, onverschillig of er met de hand of met de machine werd gemolken. Colibacteriën in gepasteuriseerde melk Zoals bekend, schrijft het Melkbesluit voor, dat gepasteuriseerde melk geen kweekbare coli en/of coli-achtige bacillen mag bevatten. Het vóórkomen van deze bacteriën inde gepasteuriseerde melk wordt

beschouwd als een aanwijzing, dat de pasteurisatie niet deugdelijk is geweest, dan wel dat er bij de behandeling van deze melk na het pasteuriseren met de zindelijkheid iets niet in orde was. Inderdaad is het zo gesteld, dat bij een goede wijze van pasteuriseren de colibacteriën vernietigd worden. Met een heel enkele uitzondering. Er is n.I. sporadisch een stam gevonden, welke het vertikt dan het bijltje er bij neer te leggen. Tot onze geruststelling kan echter worden opgemerkt, dat deze stam niet in ons land is aangetroffen, maar in Amerika. * ♦ ♦ Bij het onderzoek te New York van 10.000 monsters melk, zoals de melkinrichtingen die afleverden, werd volgens Milk Plant Monthly, vaker melk met colibacteriën in het warme dan in het koude jaargetijde aangetroffen. Dit verschijnsel is meer waargenomen, ook op andere plaatsen. Het wordt toegeschreven aan het meer voorkomen van insecten, het hogere stofgehalte van de lucht, en het meer open houden van de ramen. (De ontwikkeling van colibacteriën is bij lagere temperatuur betrekkehjk groter dan van andere micro-organismen). Het weerstandsvermogen tegen verhitting is afhankelijk van verschillende factoren: in roomijsmix is het ongeveer dubbel zo groot als in melk. Verder ontwikkelen deze bacteriën zich sterker in room dan in melk. Volgens de gegevens verkregen in Amerikaanse melkinrichtingen, is in goed geleide bedrijven minder dan 1 % der monsters gepasteuriseerde melk coli-positief. De Canadese zuivelexport in 1949 In „Landbouwwereldnieuws” wordt een overzicht gegeven van de export vanuit Canada van enige belangrijke landbouwproducten in 1949, vergeleken met 1948. Aan kaas werd 26.770 ton geëxporteerd (1948: 20.233 ton), waarvan naar Ver. Koninkrijk 25.463 ton (1948: 18.990 t.). Volle melkpoeder 3.076 ton (3.785 t.), waarvan naar Brits

485