Handelsverkeer met Engeland minstens op niveau 1949, ook inde Agrarische Sector

Latere onderhandelingen over leveranties van kaas en eieren

Na verschillende onderbrekingen zijnde in Londen gehouden handelsbesprekingen tussen een Engelse en een Nederlandse delegatie kortelings beëindigd. Deze besprekingen hebben tot een nieuw accoord geleid, regelende het handelsverkeer over de periode van 1 Januari tot 31 December 1950. Naar bekend, konden de indertijd geopende besprekingen niet tot een vergelijk tussen de Nederlandse en Engelse autoriteiten leiden, daar moeilijkheden rezen ten aanzien van de artikelen eieren en zuivelproducten, waarbij onder meer prijsproblemen een obstakel vormden. Teneinde, hangende de besprekingen, het handelsverkeer niet te stagneren; werd wederzijds overeengekomen, de handel op basis van 1949 voortgang te doen vinden. De ontwikkeling van het handelsverkeer maakte inmiddels voor beide partijen het totstandkomen vaneen nieuw verdrag wenselijk. Voortgezet overleg heeft tenslotte tot een accoord geleid, waarbij rekening houdende met de over en weer getroffen vrijmaking van kwantitatieve invoerrestricties het handelsverkeer als geheel beschouwd, ondanks partiële wijzigingen inde contingenten, op eenzelfde niveau als in 1949 komt te liggen. De sedert 1 Januari af gegeven vergunningen worden op de nieuwe contingenten in mindering gebracht. Van de niet-geliberaliseerde Ne-j derlandse invoer uit Groot-Brittannië is evenals het vorige jaar een gedeelte niet in contingenten vastgelegd. Het betreft hier producten, die Nederland ook zonder handelsovereenkomst zou hebben willen invoeren. Vóór de kolen-import, welke voor het grootste deel op industrie-kolen betrekking heeft, is voor 1950 een hoeveelheid van 1 millioen ton (voor 1949 op 800.000 ton gesteld)

door de Engelsen ter beschikking gesteld. Ook de mogelijkheid tot import van blik geeft ten opzichte van 1949 een geringe verbetering te zien, namelijk 7000 ton tegen 6200 ton vorig jaar. De vooruitzichten voor de invoer van staal uit het Verenigd Koninkrijk zijn eveneens gunstiger dan in 1949. De agrarische aspecten In het nieuwe handelsverdrag neemt de agrarische sector voor ongeveer drie-kwart in het totaal van de Nederlandse uitvoer naar Engeland deel. Hieronder volgt een beschouwing over de uitvoer- en invoercontingenten voor 1950, waarbij voor een goed begrip het onderscheid tussen producten, welke door het Engelse Ministerie van Voedselvoorziening worden gekocht en producten, welke met de Engelse particuliere handel mogen worden gecontracteerd, in acht moet worden genomen. De Engelse regeringsaankopen Overeenkomstig het in 1949 afgesloten longterm-contract voor, bacon zal dein 1950 te leveren hoeveelheid minimaal 25.000 ton bedragen. In September van dit jaar zullen opnieuw besprekingen voor de Nederlandse leveranties van eieren wprden gevoerd, aangezien geen overeenstemming ten aanzien van de prijs kon worden bereikt. Behalve de prijskwestie voor de leveranties in het volgende jaar zal ook de levering van eieren in het a.s. winterseizoen onder ogen worden gezien. Momenteel worden derhalve geen eieren naar het Verenigd Koninkrijk geëxporteerd. In tegenstelling tot de aanmerkelijk grotere baconleveranties is de uitvoer van melkproducten en kaas voor 1950 belangrijk verlaagd. De artikelen gecondenseerde melk, blokmelk en

weiproducten, welke in het vorige verdrag voor grote contingenten waren opgenomen, komen in 1950 slechts als pro-memoriepost op de lijst voor, hetgeen enerzijds met een sterk verminderde vraag van Engelse zijde verband houdt, o.m. voortkomende uiteen belangrijk opgevoerde eigen productie, anderzijds te wijten valt aan de aanwezigheid van grote regeringsvoorraden dezer artikelen. Het is evenwel niet onmogelijk, dat het Ministry of Food in het najaar wederom als koper zal optreden. Van magere melkpoeder kan 2500 ton naar Engeland worden uitgevoerd, welke hoeveelheid vóór 1 Augustus 1950 dient te worden geleverd. Daar Engeland niet beschikt over voldoende geschikte opslag en de typische ervaring in het bewaren van Hollandse kaas, is de vraag naar zgn. Cheddar-kaas momenteel boven de, vraag naar Hollandse kaas uitgegaan. De Nederlandse kaasindustrie doet goed, zich te bezinnen op de productie, resp. vergroting van de productie van Cheddar-kaas, waarvan een kleine post in het verdrag is opgenomen. Over de eventuele leverantie van Goudse en Edammer kaas wordt thans nog nader onderhandeld. De levering van boter zal spoedig worden hervat; de hoeveelheid bedraagt minimaal 15.000 ton, welke eventueel. op Nederlands verzoek met 10.000 ton kan worden verhoogd. Overheidsmaatregelen Verordeningen en besluiten B.Z. In het Voedselvoorzieningsblad no 40 van 10 Juni 1950 zijn gepubliceerd : Uitvoeringsbesluit B.Z. 1950, Sectorindeling voor Scherpenzeel met bijlage. Uitvoeringsbesluit B.Z. 1950, Sectorindeling voor Sneek met bijlage. Uitvoeringsbesluit B.Z. 1950, Sectorindeling voor Weerdinge en Nieuw-Weerdinge met bijlage. Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit B.Z. 1949, Sectorindeling voor Velsen-IJmuiden.

507