De grote Nationale Zuiveltentoonstelling „De Melkweg"

r\eze tentoonstelling werd 20 Juni jl. geopend door de heer J. A. Geluk, de voorzitter van het Nederlands Zuivelbureau, die de aanwezigen welkom heette namens dit Bureau. Deze eerste speciale zuiveltentoonstelling in Nederland werd georganiseerd en gefinancieerd door het Bestuur van het Nederlands Zuivelbureau ter gelegenheid van het 13e Internationale Zuivelcongres en het 50- jarig bestaan van de Internationale Zuivelbond. Het verzoek tot de inrichting van deze tentoonstelling ging uit van de Congresleiding. Zo zouden wijde buitenlandse gasten, aldus de heer Geluk, immers kunnen tonen wat wij presteren. Onze zuivelindustrie is ± 50 jaar oud. Deze tentoonstelling is vooral ingesteld op bezoek van het publiek. Het lag eerst inde bedoeling, dat alleen zuivelproducten gekeurd en geëxposeerd zouden worden. Maar hierbij bleef het niet. Men krijgt nu een algemeen en volledig beeld van onze veehouderij en zuivelindustrie. Van de gebruikelijke weg om een tentoonstelling te organiseren werd ditmaal afgeweken. Er werden geen inzenders of standhouders gevonden, De tentoonstelling is als een vloeiend geheel opgezet. Inde eerste plaats, zo vervolgde Geluk, wordt getracht om een beeld te geven van de eigenaardigheid van onze bodem. Een groot gedeelte bevindt zich n.l. beneden de zeespiegel, Waardoor hij zich gunstig kon ontwikkelen. Aan de andere kant bracht dit feit zorgen en kosten met zich mede. Deze lage landen staan immers aan veel gevaren bloot, terwijl er veel kosten gemoeid zijn om ze voor overstromingen té behoeden. Inde tweede plaats ziet men hoe de productiviteit opgevoerd en de gezondheid van het vee bevorderd kan worden. Een stal met modelkoeien is dan ook aanwezig. Als de melk gewonnen is, moet ze verwerkt worden, hetgeen te zien is op de industriële afdeling. Deze geeft een beeld van de betekenis van onze zuivelindustrie na de 2e wereldoorlog. Inde derde plaats krijgt men de afzet van de zuivelproducten te zien. De Nederlandse zuivel- en melkproducten worden naar bijna alle delen van de wereld gezonden. Nederland heeft op dit gebied een uitstekende naam. Deze berust op ons vakmanschap, dat voor een deel zijn oorsprong vindt in het enorme researchwerk dat verricht wordt en op de Waarborgen d.m.v. diverse contróles. Deze zijn in handen van privaat-

rechtelijke verenigingen, terwijl de overheid toezicht houdt. Het verenigingsleven speelt een belangrijke rol inde zuivelindustrie, zodat aan het bedrijfsleven veel werk is overgelaten. Vervolgens maakt het publiek kennis met het dagelijkse werk dat inde fabrieken gebeurt. Zo is een kaasmakerij inde fabriek en op de boerderijen in werking te bezichtigen. Van 480 inzenders werden producten gekeurd op de dag voor de opening. Deze bevinden zich inde gekoelde toren inde zuiveltuin. Inde bioscoop kan de nationale zuivelfilm bekeken worden. De diverse onderdelen werden voorbereid door commissies van deskundigen. Het geheel is tot stand gekomen door de veehouderij, de zuivelindustrie en de groot- en kleinhandel, die allen samenwerken in het Zulvelbureau. Ook moet de samenwerking met verschillende departementen genoemd worden. De kosten zijn gedragen door het Nederlandse Zuivelbureau uit de heffing op melk door het Bedrijfschap voor Zuivel. De heer Geluk besloot zijn rede met een woord van dank uitte brengen aan alle organisatoren van deze tentoonstelling. * Minister Mansholt, die hierna het woord voerde, zei dat Nederland momenteel in het teken van de zuivel staat. Immers, 22 Juni zou het Internationaal Zulvelcongres geopend worden en 19 Juni was de Zuivelbeurs geopend. Deze tentoonstelling moet vooral zich richten tot het niet melkdrinkend publiek. Het doel moet zijn, dat er meer melk en zuivelproducten geconsumeerd worden. De melk moet van de producent naar de consument, of van de koe naar het kind gaan. De producent, de zuivelindustrie, is Nederlands grootste industrie: 300.000 gezinnen kunnen in deze industrie hun dagelijks brood verdienen; 600 fabrieken en 1000 handelsondernemingen zijn ingeschakeld. De totale jaarlijkse productie bedraagt ƒ 2 milliard. De grote betekenis van deze industrie blijkt wel uit het feit, dat voor ƒ 850 millioen wordt geëxporteerd. Ook allerlei andere bedrijven worden aan het werk gezet: machines moeten gemaakt en laboratoria ingericht worden, tevens ontstaat er een enorm verkeer. Hoofdzaak is echter het gebruik van de melk. De laatste jaren staat melk meer inde belangstelling van de voedingsdeskundigen dan vroeger. Melk is een onmisbaar onderdeel van ons diëet,

zij is ook onvervangbaar. Het gebruik in ons land bedraagt 190 1 per persoon per hoofd der bevolking per jaar. In Finland en Zweden bedraagt dit veel meer, n.l. 220—240 1, terwijl een enkel land zelfs komt tot 2501 per persoon per jaar. Het afgelopen jaar was het gebruik iets groter dan momenteel. Juist daarom is het zo belangrijk, dat het publiek d.m.v. deze tentoonstelling gewezen wordt op de waarde van het zuivelproduct. Het gaat er voor Nederland niet alleen om om melk en kaas te produceren, maar wij moeten vooral goede melk en goede kaas kunnen leveren. Het Nederlandse bedrijfsleven moet zich tot het uiterste inspannen en naar verbetering streven. De uitbetaling van de melk naar kwaliteit zal voor de boer een prikkel zijn om deze kwaliteit zo hoog mogelijk op te voeren. Binnenkort hopen wij hierover tot een beslissing te komen. Heel Nederland moet door middel van pers en radio opgeroepen worden om gebruik te maken van deze unieke gelegenheid. Deze tentoonstelling toont de Nederlanders dat Nederland een zuivelland bij uitstek is. Hiermede beëindigde de minister zijn rede. Een rondgang over het tentoonstellingsterrein Bij deze expositie zijn allerlei onderwerpen ineen logische volgorde behandeld, zodat een vloeiend geheel wordt verkregen, waardoor de bezoeker als het ware de „melkweg”, de weg die de melk volgt, bewandelt. Tevens wordt men op de hoogte gebracht met allerlei objecten, die nauw bij die melkweg betrokken zijn, de bodemgesteldheid van Nederland, de voeder- en weidebouw, de melkveehouderij, fokkerij en gezondheidszorg, het verenigingsleven op zuivelgebied, het zuivelonderzoek en de zuivelcontröle, onderwijs en voorlichting, enz. enz. Zodra men binnenkomt wordt men herinnerd aan de lage ligging van ons land door beelden aan overstroomde gebieden, b.v. uit de Middeleeuwen en van onze laatste nationale ramp. Daarna wordt het oog getroffen dooreen prachtig weidediorama van het Nederlandse polderlandschap, waar boven staat: Op ’t wijde veld in wind en zon, ontspringt de rijke zuivelbron, de melk, die ons de stoffen bracht voor ’s mensen opbouw en zijn kracht. Men ziet hoe het chemisch grondonderzoek een maatstaf voor de bemesting is. Immers dit grondonderzoek waarborgt de meest economische toepassing. Allerlei mogelijke instantie’s werken op die melkweg, die een arbeidsen welvaartsbron is, vrucht van natuur, arbeid en kapitaal. 500.000 per-

647