Inlichtingendienst Loop vaneen melkfles in een melkinrichting

Theoretische melkpoeder- en kaosopbrengsten In No 26 van 30 Juni jl. van ons blad is inde berekening van de hoeveelheid room en ondermelk (pag. 636 2e kolom) een storende zetfout geslopen. De passage in deze kolom moet aldus gelezen worden: Berekening van de hoeveelheid room en ondermelk per 100 kg gestand. melk: o, OS 16.95 De hoeveelheid room: de hoeveelheid ondermelk = 3.00 : 16.95. De hoeveelheid te gebruiken room bedraagt: 100 X 3 = 15.03 kg 19.95 Dit wordt afgerond 15.0 kg. De te gebruiken hoeveelheid ondermelk is dus 100 15 = 85 kg, per 100 kg te standaardiseren melk van 3.05 %. Controle: 15 X 20 = 3,0 kg vet 100 85 X 0.05 — = 0.04 kg vet 100 Totaal 3.04 kg vet ■Afgerond 3.05 % vet. De samenstelling van de gestand, rnelk afkomstig van volle melk met 3,25 % vet is nu te berekenen. T.a.v. de kaasstof wordt de berekening als volgt; 35 kg ondermelk bevat 85 X 2.84 = 2.41 kg kaasstof; 100 15 kg room bevat 15 X 2.25 = 0.34 kg kaasstof; 100 Dus 100 kg (85 + 15) gestand, melk bevat 2.75 kg (2,41 + 0.34) kaasstof of 2.75 %.

Op het schriftelijke examen voor het verkrijgen vaneen F.N.Z.-diploma voor chef-melkinrichting werd de candidaten de navolgende vraag voorgelegd. Beschrijf de loop vaneen melkfles, nadat deze dooreen melkbezorger aan het bedrijf wordt teruggebracht en tot de fles weer gevuld inde koelcel staat. Antwoord; Wanneer de melkbezorger de lege flessen inlevert bij de met de ontvangst belaste persoon aan het bedrijf, wordt hiervoor ineen bonnenboekje een bon in duplo uitgeschreven. Het originele exemplaar wordt de betrokken melkbezorger ter hand gesteld en het afschrift (copie) blijftin het bonnenboekje achter. Dit bonnenboekje gaat later naar het kantoor, waar de rekeningen voor de door de melkbezorger ontvangen melk en andere producten worden uitgeschreven. Op deze rekeningen wordt het bedrag aan statiegeld voor de teruggebrachte lege flessen in mindering gebracht. Op de ontvangstplaats worden de lege flessen gesorteerd, zodat aan het einde van de werkdag de juiste aantallen flessen van verschillende inhoud gemakkelijk kunnen worden vastgelegd. Van de plaats van ontvangst worden de flessen naar de afdeling van spoelen en vullen gebracht. De persoon, belast met het ontvangen van de lege flessen van de melkbezorgers, schrijft voor de overdracht van de flessen aan de spoel- en vulafdeling een bon uit. Deze bon wordt overhandigd aan de chef van laatstgenoemde afdeling, die verder verantwoordelijk is voor de ontvangen flessen. Worden dagelijks alle flessen op deze wijze overgedragen, dan zullen de aantallen flessen op de bon voor de spoel- en vulafdeling moeten overeenstemmen met het totaal van de aantallen op de copie-ontvangstbonnen, eventueel verminderd met breuk. Voor een goede controle is het in dit verband noodzakelijk, dat gebroken flessen op de ontvangstplaats tot aan het einde van de werkdag worden bewaard. Nadat men zich inde spoel- en vulafdeling heeft overtuigd van het juiste aantal overgedragen flessen en de bon in ontvangst heeft genomen, kunnen de flessen in het productieproces worden opgenomen. Hierbij worden de flessen eerst gereinigd. Bij

de half-automatische flessenspoelmachines worden de vuile flessen omgekeerd op de flessendragers geplaatst en de gereinigde flessen op een transportband gezet, welke naar de vulmachine leidt. Bij de vol-automatlsche flessenspoelmachines is de handenarbeid beperkt tot het neerleggen van de vuile flessen op een hiervoor bestemd plateau, waarna deze automatisch in de machine worden geschoven. De gereinigde flessen worden bij deze machines weer automatisch inde juiste stand op de transportband naar de vulmachine geplaatst. Tijdens hun loop door de flessenspoelmachine ondergaan de flessen de volgende handelingen: le. Voorspoeling, bestaande uit injecties met warm water. Deze voorspoeling dient om de resten van producten zo volledig mogelijk uit de flessen te verwijderen. 2e. Reiniging, bestaande uit injecties met heet water, waaraan een reinigingsmiddel is toegevoegd. Hiermede wordt beoogd de eiwitstoffen in oplossing te • brengen en het vet te verzepen. 3e. Naspoeling, bestaande uit injecties met warm water. Deze naspoeling dient om de resten van de reinigingsvloeistof volledig uit de flessen te verwijderen. 4e. Naspoeling, bestaande uit injecties met koud water. Hierdoor worden de flessen afgekoeld, hetgeen met het oog op het aftappen van gekoelde producten noodzakelijk is. se. Chloörnaspuiting, bestaande uit een injectie met koud water, waaraan chloorbleekloog is toegevoegd. De chloörnaspuiting heeft tot doel de flessen te desinfecteren en dus zo steriel mogelijk te maken. Er worden zowel Inwendige als uitwendige injecties toegepast, zodat ook de buitenkant van de flessen voldoende wordt gereinigd. Het totaal aantal injecties, dat de flessen ondergaan, is bij de verschillende merken machines niet gelijk. Bij verschillende vol-automatische flessenspoelmachines worden de flessen bovendien nog behandeld ineen weekbad, bestaande uit heet water, waaraan al of niet een reinigingsmiddel is toegevoegd. De flessen worden in deze weekbaden geheel ondergedompeld, waardoor het verwijderen en oplossen van het vuil wordt vergemakkelijkt. De aldus gereinigde flessen worden dooreen transportband naar de vulmachine geleid. Op hun weg naar de

697