De enorme belangstelling die de Verpakkingsbeurs 1951 verleden jaar in het hoofdstedelijke R.A.I.- Gebouw ten deel viel, is niet zonder vruchtbaar resultaat gebleven. Toen immers al werd in bred kring het verlangen kenbaar gemaakt om de Verpakkingsbeurs regelmatig, als een „jaarbeurs van de verpakking” te doen terugkeren. Aan dat verlangen wordt uitvoering gegeven: van B—l6 Januari 1953 wordt, eveneens in het R.A.1.-Gebouw, de 2e Verpakkingsbeurs gehouden.

Men kan gerust zeggen dat een jaarlijks terugkerende Verpakkingsbeurs ook jaarlijks nieuws betekent. De verpakking immers is, zowel wat haar techniek als haar vindingrijkheid en vooral ook wat haar materiaal betreft, voortdurend onderhevig aan een evolutie die telkens weer nieuwe wegen opent. De tijd dat de verpakking, in het bijzonder die van consumptie-artike-

len, uitsluitend bescherming tegen invloeden van buiten beoogde en bovendien het meenemen van het artikei door de klant mogelijk maakte, is voorbij. Men kan welhaast van een bundeling van functies spreken die door de ontwikkeling van de verpakkingstechniek in het leven geroepen werd. jje nieuwe tentoonstelling De grote zaal van het R.A.1.-Gebouw is reeds nagenoeg geheel besproken, in verband waarmee de organisatie van de 2e Verpakkingsbeurs ook de kleine, voor het rustig bekijken van stands zo gerieflijke zaal heeft aangetrokken. In deze kleine zaal bestaat nu nog gelegenheld ruimte voor een stand te reserveren; ook de belangstelling hiervoor is al groot. Voor inlichtingen wende men zich tot de organisatrice; N.V. ’t Raedthuys, Tesselschade-

straat 5, Amsterdam, Tel. 82814 en 86637. De Verpakkingsbeurs 1953 zal op imposante wijze representatief zijn voor de gehele, zo bijzonder gevarieerde verpakkingsindustrie. Evenals in 1951 vraagt een grote representatie-stand bij de ingang van het gebouw de aandacht; zij dient als een duidelljk-overzichtelijke index voor de gehele beurs. De grote papier-firma’s zullen op de talloze papier-variaties voor verpakkingsdoeleinden de aandacht vestigen: het is misschien niet algemeen bekend dat er ca 12.000 papiersoorten bestaan, van het allerdunste zijdepapier tot het zware, gebitumineerde kraft. Een firma te Amsterdam exposeert en demonstreert een machine (van ca 12 m lengte!) waarop plastic zakken gemaakt en bedrukt worden voor allerlei doeleinden, maar ook de kleinste, compactste plastic-zakken-machine zal er Inde stand vaneen andere Amsterdamse firma te zien zijn. Niet minder belangrijk is de deelneming van de Vakgroep Hout en Emballage, die de aandacht vraagt voor alle mogelijkheden van kisten, kratten en vaten voor verpakking, maar die ook de glorie van het ambacht belicht dooreen kuiper aan het werk te zetten, zodat men het ontstaan vaneen vat van nabij kan volgen. De vervaardiging en toepassing van allerhande foliën voor de verpakking behoort zonder twijfel tot de modernste accenten van de 2e Vernakkingsbeurs, Het plastic, dat zo belangrijke verpakkingsmateriaal van onze moderne tijd, noemden wij reeds. Men zal het kunnen zien in al zijn mogelijkheden: van het kleinste flaconnetje tot het meest solide plasticvat. Ook de enige Nederlandse fabrikant van aluminium- en andere metaal-foliën exposeert en demonstreert op deze 2e Verpakkingsbeurs. Uiteraard zal men er ook alle soorten cartonnages en druk-methoden van dit artikel aantreffen; voorts de talloze mogelijkheden van draadverpakking; verpakkingsmachines, etiketteer-machlnes en o.m. de bekende, opvouwbare metalen kisten, die voor de handel uitsluitend verhuurd wórden. De 2e Verpakkingsbeurs belooft een beurs van verpakkings-prlmeurs te worden; zij zal luister bijzetten aan de groei, de ontwikkeling en betekenis van deze zo belangrijke nijverheid!

(Vervölg van pag. 911)

dat dat niet meer opgaat. Nog altijd moet worden waargemaakt, dat het slepen van extra melk van buiten naar het Wes ten zo extra economisch (zuinig) voor de Gemeenschap is. Een en ander zou eens dooreen geheel neutrale commissie moeten worden uitgezócht. Men zal mij tegenwerpen, dat de C.M.C. voor haar leden goed werk doet, door de mogelijkheden te scheppen de melk zo veel mogelijk voor die leden te doen opbrengen. Accoord, doch die opvatting geldt alleen voor een absoluut vrije economie en onze Staatshuishouding is niet vrij. Men wil inde melkwereld gaarne de gebondenheid (zolang men er zelf voordeel van heeft), een melkgarantieprijs (want je weet nooit wat de toekomst brengt en dan moet heel Nederland eendrachtig zijn) en dan wil men op de koop toe ook nog de profijten van de zuivelmarkt gaarne genieten, doch dan liefst geheel afzonderlijk. Voor al deze dingen vindt men elkaar, is men één, praat met elkaar, houdt men elkaar voor de mal en eist men van de Staat, dus van de Nederlandse Gemeenschap, gelijke rechten. Men vergeet echter, dat tegenover rechten ook plichten staan en dat men dan ook bij het uitvoeren van die plichten ook een moet zijn. Dit betekent, dat de veehouders in het Westen om daar nu eens bij

te blijven wanneer die voor hun melk te weinig zouden krijgen, niet zelf fabrieken hadden mogen bouwen en zelf producten maken, doch het verschil van hun collega’s inden lande bijgepast hadden moeten krijgen, Dit is de consequentie van de ware lotsverbondenheid en samenhorigheid, waarvan men de mond vol heeft wanneer men het heeft over een prijs. Consequent doorgeredeneerd zouden alle inkomsten boven de garantieprijs (het menselijk bestaan) ten bate van de Gemeenschap moeten vallen. Zo hoort het! Doch men wil van twee wallen eten ten detrimente van de Gemeenschap. Men heeft nu eenmaal „Vrijheid in gebondenheid”. Accoord! Doch dan moet die gebondenheid ook in geldzaken getoond worden en moet niet de Nederlandse economie bij voorkomen voor eventuele verschillen opdraaien. DIXI Waar blijven thans de extra – winsten, gemaakt op de hoge boterprijzen? Welk deel daarvan krijgt de Staat, de Staat, die destijds tienduizenden tonnen uit de markt nam en financierde? Men zal hierop antwoorden: „Jai maar dit is iets anders”, doch daarmede schuwt men de logische consequentie van zijn vroegere daden. D.

912