1® Jaargang.

4 April 1913.

149

DE TUINBOUW

Officieel Orgaan van den Nederlandschen Tuinbouwraad

ONDER REDACTIE VAN C. VAN LENNEP, SECRETARIS VAN DEN N. T. R.

ABONNEMENTSPRIJS. Dit blad verschijnt wekelijks en wordt, tegen Detalingvan f 1.50 p. jaar, franco toegezonden aan de leden der aangesloten vereenigingen.

REDACTIE: Molenstraat 15. Telefoon Haag 781. ADMINISTRATIE: Papestraat 11. Telefoon Haag 1600.

ADVERTENTIËN. Voor het plaatsen van advertentlën wende men zich uitsluitend tot D. BERREKLOUW, Overtoom 504 te Amsterdam, Telefoon Zuid No. 2979; voorde rubriek „Vraag en Aanbod” tot de Administratie

Officieel Gedeelte.

Mededeelingen van het Centraal Bestuur.

’s-Gravenhage, 4 April 1913.

Het Centraal Bestuur brengt ter kennis van de aangesloten vereenigingen, dat, ingevolge Art. 6 der Statuten en Art. 2 van het Huishoudelijk Reglement, de inning der contributie in de maand April behoort te geschieden en dat dus over de door aangesloten vereenigingen verschuldigde contributie, van 8 April af per postwissel zal worden beschikt.

Teneinde het terugzenden der quitanties en noodelooze kosten te voorkomen, gelieven H. H. Secretarissen resp. Penningmeesters, bij afwezigheid, het voor hunne vereeniging verschuldigde bedrag, gereed te houden.

Namens het Centraal Bestuur:

C. VAN Lennep, Secretaris.

Mededeelingen van de aangesloten vereenigingen.

Noord-Hollandsche Fruitkweekers-Vereeniging,

Algemeene Vergadering op Donderdag 10 April 1918, ’s morgens half tien, in „de Witte Engel” te Hoorn. Agenda: 1. Notulen.

2. Mededeelingen en ingekomen Stukken.

8. Jaarverslag. 4. Rekening en Verantwoording.

5. Bestuursvoorstel om bekendheid te geven aan de Sortimentslijst, door deze lijst, uitvoerig uitgewerkt, in druk te laten verschijnen.

6. Bepaling van de plaatst van de Herfstvergadering. 7. Fruitkeuring.

8. Verpakkingslessen. 9. Gezamenlijke aankoop van emballage.

Op de vergadering zullen ter bezichtiging door de leden aanwezig zijn monsters van; Kisten, Houtwol, Inleg- en Vloeipapier met prijsopgave.

10. Rondvraag.

De Secretaris, E. Th. V. D. Stok.

Niet-Officieei Gedeelte.

Het verkoopen van groenten en fruit, vooral met betrekking tot het veilen.

Sedert eenige jaren wordt onze vaderlandsche tuinbouw en zijn organisaties door het buitenland meer en meer als navolgenswaardig beschouwd.

Hit België, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Oostenryk, enz. komen regeeringsafgevaardigden en vaklieden zich door persoonlijk onderzoek overtuigen van den hoogen trap, waarop onze tuinbouw staat.

De verslagen dezer studiereizen worden geregeld in de buitenlandsche vakbladen ter algemeene kennis gebracht. Zij hebben uit den aard der zaak veel overeenkomst, maar zijn steeds vleiend voor ons land. Aan onze regeering wordt hulde gebracht voor de regeling van het tuinbouw-onderwijs en voor de organisatie van den Phytopathologischen dienst, welke trouwens in het buitenland zal worden nagevolgd. Dan volgen meestal beschrijvingen van de bloembollen-kweekerij, de fruiten groenteteelt in het Westland, de kuituren van Aalsmeer, Boskoop, enz. Boven alles echter wordt ons veilingswezen bewonderd.

Hiervan wordt tot in kleinigheden alles beschreven en afgebeeld: de inrichting en ligging der gebouwen aan vaarwater of spoor, de electrisch gedreven toestellen voor het „afslaan” en het „afmijnen”, de veilingsvoorwaarden, de regeling van het vervoer, niets wordt verzuimd om den buitenlandschen vakman een zoo volledig mogelijk beeld er van te geven. Mocht deze het „veilen” willen invoeren, dan behoeft zulks zeker niet af te stuiten op gebrek aan voorlichting.

De voordeelen, die het veilen voor onzen tuinbouw had, kunnen dan ook daar verwacht worden. Echter was bij ons de eenige reden waarom tot het invoeren van veilingen besloten werd, de noodzakelijkheid den buitenlandschen handel door een vertrouwbaar veilingsmerk waarborgen te geven, omtrent de goede hoedanigheid en maat onzer produkten.

Evenzeer als ieder onzer zich verheugt, dat Nederland op tuidbouwgebied weder een eerste plaats bekleedt, gelijk in de 17e en de 18e eeuw, is het aller dure plicht er naar te streven, dat het deze eervolle plaats blijft behouden.

') Met goedkeuring der Redactie van „Cultura”, orgaan van het Nederlandsch Instituut van Landbouwkundigen, nemen wij ditartikel, hetwelk in het Maartnummer van dat blad verscheen, bijna in zijn geheel over, omdat het ons van zooveel belang voorkomt, dat de besturen en de leden der bij den N. T. R- aangesloten veilingsvereenigingen van den inbond kennis nemen, al zal men het hier en daar wel eens niet geheel eens zijn met sommige gedeelten uit des schrijvers’ betoog.