Boomkweekerij.

Voorjaarswerk en nachtvorsten.

De verzendingen op Amerika zijn voor dit voorjaar geheel ten einde; af en toe droppelt nog eene nabestelling per telegraaf binnen, ten bewijze dat ook over den Grooten Plas haast gemaakt wordt, de orders uitgevoerd te krijgen, omdat he‘t voorjaar reeds vrij ver vordert. De Europeesche en de binnenlandsche handel zijn nog wel niet ten einde, maar toch danig aan het afnemen.

Het werd tijd, want het werkvolk kan in de kweekerij te goed worden gebruikt. Inderdaad verdient men thans meer met werken in de kweekerij dan met den handel en zag men reeds eenigen tijd verlangend naar het einde uit.

In het najaar had men ten deele reeds rekening gehouden met de omstandigheid, dat de Amerikanen steeds meer voorjaarslevering verlangen en dientengevolge in de maanden Januari—April het werkvolk grootendeels bij de verpakking behulpzaam moet zijn. Veel was dan ook reeds vóór den winter verplant en komt dit daar, waar zulks geschiedde, aan het voorjaarswerk ten goede.

Overal is men druk bezig met het verplanten van velerlei gewassen, vooral bladverliezende en daarbij de Rhododendrons. Het rozenstok staat geplant en ziet er goed uit; slechts zeer weinig stek was gedurende den winter zwart geworden. Het land, waarin het stek wordt gekuild, diep los te werken, schijnt het zwart worden, tegen te gaan.

De Hydrangea’s zijn van de moeren gesneden en uitgeplant, terwijl de moerenhoek flink bemest en de grond omgespit wordt.

De met carbolineum bespoten Buxus is gespoord, wel wat laat wellicht volgens de meening van anderen. Wij gelooven, dat de resultaten van het vroeg of laat sporen grootendeels afhankelijk zijn van het voorjaarsweer. Van eenige beschadiging door de carbolineum, hoe gering ook, is geen spoor te zien. Algemeen werd, volgens het voorschrift van den controleur bij den phytopathologischen dienst, gespoten met 7.5% emulgeerbaar carbolineum. Als straks blijkt, dat ook de kommaschildluis op die planten, waarop zij voorkwam, is gedood, dan heeft de bespuiting doel getroffen. Beng’s Auto Spray met spaarverstuiver bleek dit voorjaar uitstekend te voldoen; met eene dergelijke pulverisateur werkt men oneindig veel vlugger dan met de oudere spuiten en spreken de knechts er hunne voldoening over uit, dat zij onder het spuiten niet behoeven te pompen.

Op een tweetal vruchtboomkweekerijen is men druk in de weer, de boomen met Bordeauxsche pap te bespuiten als bestrijdingsmiddel, maar vooral als voorbehoedmiddel tegen schurft der vruchtboomen. Gewoonlijk wacht men met het spuiten totdat de verzendtijd voorbij is, omdat vele afnemers bezwaar maken bespoten boomen te ontvangen, wijl zij veronderstellen, dat deze ziek zijn. Te weinig nog begrijpt men, dat men in het spuiten der kweekerij gewassen juist een waarborg heeft, gezonde boomen te ontvangen. In „Floralia” werd hierop in een

artikel reeds gewezen en behoeven wij thans niet nagenoeg hetzelfde ook hier te schrijven. Het ware alleen te wenschen, dat het betoog ingang gevonden zal hebben.

Het snoeien der laan- en sierboomen en der heesters bezorgt thans ook veel werk en is in vollen gang, zoodat het niet lang meer zal duren of ook de grond kan omgelegd worden en hebben dan de kweekerijen een geheel ander aanzien gekregen.

De nachtvorsten, die ons van den Hen tot den Hen April onaangenaam verrasten, hebben weinig schade aangericht. De pioenen hebben zeer weinig geleden, al hingen er ook een aantal slap; mogelijk wreekt zich dit nog na eenigen tijd, maar is daarvan nu nog niets te zeggen, al vreezen wij er niet voor. De Astilben hebben de koude goed doorstaan, afgezien van een aantal dat eenigen tijd vóór de vorst was verplant. Overigens is er van vorstbeschadiging weinig te zien, zoodat wij zeker mogen concludeeren dat het zeer goed is afgeloopen.

N. B.

De Plantenziektenwet in de Vereenigde Staten.

De Federal Horticultural Board te Washington, die belast is met het toezicht op de uitvoering van de bekende Plant Quarantine Act van den 20en Augustus 1912, heeft den 4en April 1.1. eene circulaire uitgegeven, bepalingen bevattende betreffende den invoer van planten of deelen daarvan.

Deze bepalingen, die door den Minister van Landbouw zijn goedgekeurd, moeten worden toegevoegd aan Regulation 5 van de Rules and Regulations, waarin de aanvrage en afgifte van permits is geregeld. Tot dusverre hadden de exporteurs met deze vergunningen weinig te maken, maar dit is thans eenigszins anders geworden, omdat in de toevoeging bepaald is dat: „Permits voor den invoer van kweekerij-artikelen en andere planten of producten daarvan, van eenigen kweekei' of exporteur, kunnen geweigerd worden en reeds afgegeven permits kunnen worden ingetrokken, indien blijkt, dat zulk een kwoeker of exporteur wetens eenige kweekerij-artikelen of andere planten of producten naar de Vereenigde Staten heeft uitgevoerd, waarvan de invoer door den Minister van Landbouw krachtens artikel 7 van de Plant Quarantine Act is verboden”.

Dit artikel 7 van de bekende wet bepaalt alleen, dat de Minister van Landbouw onder zekere voorwaarden, zooals een „public hearing”, den invoer van bepaalde gewassen, bollen, knollen, zaden, groenten, vruchten enz. kan verbieden. Tevens wordt bij dit artikel verboden de invoer van de vier bekende Pinus-soorten met hare variëteiten, welk verbod van kracht werd bij het in werking treden der wet.

Hoewel er bijna niet aan getwijfeld behoeft te worden of uit Nederland zijn zeker geen der Pinus-soorten naar Amerika uitgevoerd, zal het toch zaak zijn met de nieuwe bepaling, ook voor zoover het betreft andere onder quarantaine gestelde artikelen, degelijk rekening te houden. N.