Ik had wel gaarne de gelegenheid gehad om nog dieper de beteekenis van dat bedrijf na te gaan.

Een zeer belangrijke vraag is, dunkt mij, ook deze Aan hoeveel handen geeft de tuinbouw nu werk ?

Het is mij niet gelukt daarop een antwoord te vinden. Tabel V van het Grondgebruik in Nederland geeft wel een overzicht van het aantal landarbeiders, maar een splitsing van deze in eigenlijke landbouw- en tuinbouwarbeiders maakt zij niet. Wellicht vindt de Regeering termen om bij een volgende telling ook hierop de aandacht te laten vallen.

Doch en hoewel ik ook daarbij U nog met enkele cijfers moet lastig vallen één punt trok mijne aandacht bij den uitvoer. nl. het groote verschil, dat er bestaat tusschen het aandeel van Nederland in den invoer in Duitschland en dien in Engeland.

De totale invoer van:

Appelen en Bessen, druiven Aardappelen

peren. kersen en andere

in 1000 KG was: steenvruehten. in Duitschland (1912) 255 106 86.741 822 310

waarvan uit Nederland 40 202 of'/« 7.390 of'/i2 352.296 of bijkans'/2 in Engeland (1911) 199.054 09.452 165.268

waarvan uit Nederland 1.140 of'/its 5.083 of'/i' 8 416 of'/20 (Tabellen 79, 80, 82 en 83 v. h. Landbouw'-verslag van 1912).

Ik durf de reden daarvan niet te bevroeden, maar achtte de opmerking genoegzaam van belang om haar aan Uwe aandacht te onderwerpen en het ligt, dunkt mij, op den weg onzer nieuwe Groep „Veilingsvereenigingen” om de vraag te overwegen of het voor den Nederlandschen tuinbouw niet mogelijk is- zich ook in Engeland een grooter aandeel in den invoer te verwerven.

Blijkt ook reeds uit het aangehaalde Verslag der Tuinbouwtelling, dat de Regeering het genoegzaam van belang acht zich van den staat van den tuinbouw op de hoogte te stellen, ook op wetgevend gebied wij mogen het met dankbaarheid erkennen tracht zij in verschillende nooden te voorzien. Naar wij ons vleien mogen, zal het ontwerp tot bescherming van in het wild levende dieren spoedig tot wet verheven worden, terwijl de Regeering ook door de indiening van het ontwerp tot wering van ziekten van aardappelen, reeds zeer spoedig nadat zich de noodzakelijkheid daarvan had aangetoond, ook getoond heeft een open oog voor onze belangen te hebben.

Naar wij hopen zal ook het ontwerp op het hooger land- en tuinbouw-onderwijs medewerken tot verspreiding van meer kennis en daardoor ook den tuinbouwer sterke)' doen staan.

Wij mogen wat ook het Jaarverslag doet met voldoening constateeren, dat de Regeering bij hare maatlegelen ook dikwerf het advies van den Tuinbouwraad in wint.

Mijne Heerenl Reeds te lang vergde ik van Uwe aandacht. Andere besprekingen roepen U. Laat ik eindigen met den wensch, dat 1914 voor den Ned. tuinbouw een voorspoedig jaar moge zijn. Wij hebben dat niet in de hand maar wel hebben wij in de de hand om door krachtige, gezonde samenwerking ons ook bij mogelijk nadeelige tijden zoo sterk mogelijk te stellen en Gij kunt daartoe niet

beter medewerken dan door, ieder op zijne wijze en iedei- op zijn gebied, den Tuinbouwraad in staat te stellen zijne roeping om in Uw aller belang werkzaam te zijn werkelijk te vervullen.

Ik verklaar de Zesde Algemeene Vergadering geopend.

Niet-Offlcieel Gedeelte.

Fruit- en Groenteteelt.

Een zeer belangrijke uitvinding voor groentenkweekers.

Het verheugt ons reeds in dit nummer aan onze lezers mededeeling te kunnen doen van eene uitvinding, welke voor allen, die groenten onder glas telen, van zeer groot gewicht is.

Reeds jaren heeft men uitgezien naar een practisch middel om windschade, vooral bij plat glas, te voorkomen, doch tot nu toe moest men steeds zijn toevlucht nemen tot zeer omslachtige bewerkingen, die dikwerf nog zonder resultaat bleven.

Reeds voor eenigen tijd mochten wij kennis maken met een zeer eenvoudig, doch daarom niet minder vernuftig uitgedacht toestelletje, hetwelk de Heer H. M. Velders Jr„ zoon van den Heer lid van het Centraal Bestuur, heeft uitgevonden en reeds sedert eenigen tijd practisch heeft toegepast, teneinde te voorkomen, dat door wind schade aan zijne ramen wordt teweeggebracht.

Wij mochten er echter nog geen ruchtbaarheid aan geven, aangezien de uitvinding, hoe eenvoudig ook, naar onze meening van zeer groote beteekenis is voor onze glasculturen en het dus alleszins gewettigd was, dat de uitvinder er octrooi op nam.

Dit is nu geschiedt en in het volgend nummer hopen wij nader op dit, voor alle warmoeziers zoo welkome, toestelletje terug te komen. Het heeft te meer waarde, waar het niet alleen zal kunnen worden gebruikt om de ramen er volkomen zeker mee vast te zetten, maar ook als luchthout dienst kan doen, terwijl het daarbij dit voordeel heeft dat men er inplaats van op drie wijzen op zes verschillende hoogten mede kan luchten.

Een middel ter bestrijding van den Amerikaanschen Kruisbessen Meeldauw.

Naar wij dezer dagen uit de beste bron hebben vernomen, heeft de Amsterdamsche Superfosfaatfabriek het dooiden Heer v. d. Graaft' uitgevonden middel ter bestrijding van den A.K.M., dat door dezen „Gi'avenzegen” is genoemd, aangekocht en is vooi'nemens het in den handel te brengen.

Onze lezers zullen zich herinneren, dat dit middel in 1913 aan den Nederlandschen Tuinbouwraad te koop werd geboden, doch dat de onderhandelingen moesten worden gestaakt, omdat de uitvinder niet minder dan 100.000 gulden voor de openbaring van zijn geheim vroeg.

Wat de uitvinder en de Heer Zeegers, boomkweeker te Biezelinge, in wiens gaard proeven werden genomen, ons destijds van het middel vertelden, beloofde het inderdaad zeer veel.