het laden in het schip worden de kosten in rekening gebracht. De expediteur te Rotterdam zorgt voor het behoorlijk meten der goederen, het uitmaken der connossementen en het invullen der formulieren voor goederen, vrij van uitgaande rechten. De Holland-Amerika lijn behandelt de goederen niet zelf, hetgeen ook de Uranium lijn niet doet.

Men verzende de papieren met hetzelfde stoomschip, waarmede de goederen reizen of anders drage men zorg, door ze per post over Engeland te verzenden, dat zij bij aankomst van het schip in de haven van aankomst aanwezig zijn. Dit is noodig, want indien bij de inklaring dei- goederen de documenten ontbreken, dan worden do eerste niet vrij gegeven, wat veel vertraging in het vervoer en kosten veroorzaakt.

De hier bedoelde papieren bestaan, behalve uit het reeds genoemde certificaat, uit eene consulaire factuur, die aanwezig moet zijn bij zendingen boven 100 dollar waarde. Deze facturen kunnen alleen worden uitgemaakt op blanco’s, die gratis verkrijgbaar zijn aan de Amerikaansche consulaten te Amsterdam en te Rotterdam. Zij zijn öf wit, öf blauw gekleurd.

De witte factuur wordt gebruikt voor zendingen in consignatie, dus voor zulke zendingen, die niet besteld zijn, maar welker inbond men in Amerika op eene publieke verknoping, eene auctie, wil laten verhandelen („partouten”). Zendingen, die een reiziger meeneemt, om bij aankomst zoo goed mogelijk aan den man te brengen, gaan ook op eene witte factuur. Op zulk een factuur kan men volstaan met het aangeven der marktwaarde v.an het artikel, terwijl de blauwe factuur eene getrouwe copie moet zijn van de nota, die aan den afnemer wordt g('.zonden.

Verder moet op de factuur voorkomen de gespecificeerde inbond van ieder collo, met vermelding van het merk, zoodat men bij het pakken daarvan nota heeft te nemen. Evenzoo moeten de kosten van de emballage op de factuur worden vermeld, want ook hiervan wordt invoerrecht geheven en wel 15 % volgens het nieuwe tarief, terwijl voorheen 25 % moest worden betaald.

Men doet goed op de consulaire factuur te vermelden, welke artikelen eene uitzondering maken op den regel en waarvoor dus geen invoerrecht betaald behoeft te worden. Zoo zijn groenblijvende Coniferen, die uit zaad gekweekt zijn, („Coniferous evergreen seedlings”) vrij van inkomend recht. men nu b.v. alleen zou neerschrijven. „Picea excelsa, meenende, dat de douanebeambten in Amerika nu wel weten, dat dit zulk een „coniferous evergreen seedling” is, dan zou het wel eens kunnen blijken, dat men zich vergiste. Men schrijve dus achter den naam de zoo juist gebruikte aanduiding en daarbij de opmerking: „free of duty.”

Verder moet ieder artikel goed worden omscbreven, vooral wat de hoogte betreft, welke maat men aangeeft in „feet en „inches , terwijl ook de wijze van verpakking van ieder collo wordt vermeld.

In het tarief van invoerrechten zijn enkele benamingen gebruikt voor planten, die men in de boomkweekerij gewoonlijk niet aldus noemt, n.l. Astilbe, hier foutief Spiraea genoemd en Dielytra, hier gewoonlijk als Diclytra

of soms als Dicentra te boek staand. Voor Astilbe en Dielytra betaalt men 2.5 dollar per 1000, terwijl Spiraea, Diclytra en Dicentra met 15 ®/o ad valorem worden belast. Het is dus zaak bij bet invullen der consulaire factuur de benamingen van bet tarief te volgen.

De meergenoemde facturen moeten door den consul der Vereenigde Staten te Amsterdam of te Rotterdam worden gelegaliseerd, waarvoor men, voor elke zending, 2.5 dollar heeft te betalen, welk bedrag bij bet brengen of opzenden der stukken moet worden voldaan. Te Amsterdam moet men deze papieren uiterlijk Donderdag bezorgd hebben, terwijl men te Rotterdam ook Vrijdags nog geholpen wordt aan papieren voor de boot, die op Zaterdag vertrekt.

Betreffende de invoerrechten veroorloven wij ons te verwijzen naar den eersten jaargang van „De Tuinbouw”, waarin destijds alle cijfers en omschrijvingen zijn gegeven. Men doet goed op de consulaire facturen te vermelden, welk recht van de aangegeven planten wordt geheven, n.l. daar, waar het uitzonderingen geldt, zooals b.v. bij Rosa rugosa, die 1 dollar per 1000 betalen tegen veredelde rozen 4 Am. cent. per stuk, om aldus te voorkomen. dat men daarginds bij de toepassing van het tarief fouten maakt. Men krijgt weliswaar te veel betaalde inkomende rechten terug, doch vóór dit geschiedt, is er over de zaak in kwestie vaak reeds zooveel geschreven, dat men beter doet alle ongemakken te voorkomen.

Wel wordt geeischt, dat op de consulaire factuur wordt aangegeven de classificeering der planten, zooals die is aangenomen in de „Plant Quaiantine Act”, n.1.: „fruit trees”, „fruit-tree stocks”, „grapevines”, „bushfruits”, „roses”, enz.

De expediteur in de haven van aankomst is gewoonlijk de man, die de goederen inklaart; de geadresseerde kan dit zelf ook doen en enkele groote importeurs werken ook inderdaad zonder expediteur, maar voor iemand, die niet geregeld zendingen ontvangt, is het beter het noodige werk te laten verrichten door een expediteur, die met alle eigenaardigheden bekend is. Zoo eischt o.a! de Amerikaansche Regeering, dat men, ook al is het inkomend recht voor eene zending betaald, eene zekere garantie („bond”) geeft voor eventueele vergissingen, die bij het berekenen van het invoerrecht konden hebben plaats gehad. Deze garantie wordt op verschillende manieren gegeven maar gewoonlijk zonder geld te verstrekken (vaak fungeert een bankier als z.g. „bondsman”). Deze garantie blijft zoolang van kracht, tot de persoon, die de goederen aangaf, vanwege de douane bericht van algeheele afwikkeling („liquidation”) ontvangt, wat gewoonlijk eerst eenige weken na aankomst van het schip geschiedt.

Wanneer de goederen in de haven van aankomst worden ingeklaard, dan moet de consulaire factuur in triplo worden uitgemaakt. Alle drie exemplaren worden door den consul der Vereenigde Staten geteekend en van een stempelafdruk voorzien.

Men kan de zendingen ook in het binnenland doen inklaren, doch alleen in zulke plaatsen, welke door de Regeering daarvoor zijn aangewezen. Men noemt dit: