echter boomkweekerij-artikelen uit Europa, kasplanten, vaste planten, kruidachtige perkplanten en bol- en knolgewassen zijn vrjigesteld. Zendingen uit Europa worden wel geïnspecteerd, gewoonlijk ter plaatse van bestemming, en mocht daarbij blijken, dat de gewassen besmet zijn met zekere planten parasieten, dan worden zij vernietigd voor zoover dit noodig wordt geacht, iets wat ook in de Vereenigde Staten geschiedt.

Van 1 Maart 1914 af mogen geen boomkweekerij-gewassen, als boven genoemd, per pakketpost worden ingevoerd. Dit geldt niet voor bloemisterij-gewassen, die uitsluitend in kassen gekweekt worden, afgesneden bloemen, kruidachtige vaste planten en perkplanten, die worden toegelaten, mits eene omschrijving van den inhoud buiten op het pak is aangebracht. De invoer van aardappels uit Europa is sedert 6 September 1912 verboden.

Er worden weinig planten uit Europa in Canada ingevoerd, die rechtstreeks per stoomschip gaan, omdat de groote havens aan de oostzijde van Canada vroeg in het najaar door ijs sluiten en laat in het voorjaar pas weer geopend zijn. De meeste goederen gaan dan ook via New-York—Buffalo of Boston, n.l. die, welke voor het binnenland bestemd zijn, over Buifalo, terwijl de zendingen voor Montreal over Boston reizen.

De Holland-Amerika lijn vaart ook op Canada, n.l. op Montreal en Quebec, tegenwoordig gezamenlijk met de Norddeutsche Lloyd en de Red Star Line. (Volgens een courantenbericht van den 14den Maart wordt voor deze vaart door de betrokken maatschappijen eene nieuwe stoomvaartmaatschappij gevormd.)

De benoodigde blanco’s voor het uitmaken der consulaire facturen zijn aan het consulaat te Rotterdam verkrijgbaar. Deze stukken behoeven niet door den consul te worden geteekend. Men maakt deze facturen uit in vier- of vijfvoud, al naar gelang de zendingen in de haven van aankomst of in het binnenland worden ingeklaard. Wanneer de goederen via de Vereenigde Staten vervoerd worden, dan moet ook de expediteur of de spoorwegmaatschappij, die de goederen te New-York of te Boston van de stoomvaartlijn in ontvangst neemt, een exemplaar dezer facturen in bezit hebben.

Men zendt aan den afnemer, die de goederen bestelde, eene gewone nota in duplo en verzoekt hem, ter bevordering eener spoedige behandeling van de zending, een exemplaar dezer nota op te zenden aan den „Dominion Entomologist” te Ottawa, wat voor dien klant de gemakkelijkste wijze is om bericht van aankomst eener zending te geven, terwijl de ambtenaar precies kan nagaan, welke goederen in de zending aanwezig zijn.

Voor zendingen, die via de Vereenigde Staten in Canada worden ingevoerd, zijn aan het consulaat te Rotterdam speciale facturen verkrijgbaar. Op alle facturen komen twee kolommen voor prijzen voor, de eene voor verkoopsprijzen, de andere voor den marktprijs in het land van herkomst („fair marked value as sold for home consumption”).

Geen invoerrecht behoeft te worden betaald voor:

„Florist stock”, zooals Azalea’s, Rhododendrons, in pot gekweekte seringen, rozen-onderlagen en andere wildstammen om te veredelen, zaailing anjers, Araucaria’s,

bollen, „corms”, knollen, wortelstokken en wortelgewassen.

Vrij zijn ook zaailingen van wildlingen om pruimen, peren, perziken en andere vruchtboomen op te enten.

Boomen, in geen andere rubriek genoemd, zijn bij directen invoer, zoowel als bij invoer via een Amerikaansche haven, steeds vrij.

Voor „florist stock” zooals palmen, varens. Ficus elastica (rubberplant) Gladiolus, Dahlia’s en pioenen bedraagt het invoerrecht bij directen invoer 22.5 van de waarde en bij indirecten invoer, dus via de Vereenigde Staten, 25 % ad valorem.

Voor boomen, zooals appel, kers, perzik, peer, pruim en kwee van alle soorten en jonge perzikboompjes, bekend als Juni-veredelingen („June-buds”), bedraagt het recht bij directen invoer 2.5 dollarcent en bij indirecten invoer 8 dollarcent per stuk.

Voor druiven, kruisbessen, frambozen, aalbessen, rozenstruiken en vruchtboomen, elders niet genoemd, boomen, planten en struiken, gewoonlijk bekend als boomkweekerijartikelen, bedraagt het recht bij directen invoer 17.5 % van de waarde en bij indirecten invoer 20 % ad valorem.

Als we ten slotte nog nagaan, aan welke bizondere bepalingen zendingen naar sommige landen moeten voldoen, waarbij we geenszins volledig willen noch kunnen zijn dan zien we, dat b.v. Nieuw-Zeeland reeds sedert ongeveer een dozijn jaren (1903) bepalingen onderhield betreffende den invoer van alle planten en alle mogelijke deelen daarvan. De invoer hiervan is alleen toegelaten door de havens Auckland, Wellington, Christchurch en Dunedin. (Te Bluff mogen alléén vruchten worden ingevoerd.)

Elke zending moet voorzien zijn van een certificaat, waarin door het Departement van Landbouw, of een daarmee gelijk te stellen Departement (bij ons het Hoofd van den Phytopathologischen Dienst) wordt verklaard, dat de planten of de plantendeelen gedoopt zijn in of gesproeid met Bordeauxsche pap, of dat zij berookt zijn met blauwzuurdamp. En zoo dit niet kan worden verklaard, dan moet er wèl worden verklaard, dat de planten vrij zijn van de ziekten, die speciaal zijn genoemd, zoodat inspectie dus noodig is. Deze certificaten worden geschreven of getypt op zegelpapier van 50 cent in hoofdsom.

Ook aardappels kunnen slechts onder certificaat worden ingevoerd.

Waar de tekst van het voor Nieuw-Zeeland benoodigde certificaat weinig bekend is, is het goed dien hier weer te geven.

„I hereby certify, that I have duly inspected the consignment of (aard, merk en nos. der colli) ... of . . . (inhoud) . . . addressed to , at New Zealand, and consigned by , at , Holland, per ... . {naam van het stoomschip ofverzendgelegenheid) . . . and have found them to be, to the best of my knowledge clean and free from disease.

Dated at Wageningen, the .... day of ... 19 . .

Chief of the Phytopathological Service cf Holland.